In Memoriam Prins Claus. Gedichten
Passage, 32 blz. € 13,80
Bloemlezing met een selectie van de gedichten speciaal geschreven in verband
met het overlijden van Prins Claus en verschenen op www.epibreren.com/rs,
de site van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online. Een deel
van de opbrengst komt ten goede aan het Prins Claus Fonds. Werk van onder
anderen Ruben van Gogh, Gerrit Komrij, Hagar Peeters, Mustafa Stitou en
Joost Zwagerman.
(NRC Handelsblad, 10-1-2003)
naar boven
Dramatisch
Het Dichtertje bij Nescio komt op een dramatische manier aan zijn einde,
maar gelukkig worden zijn volgelingen steeds talrijker. Sinds een paar
jaar komen ze in Groningen bijeen om naar elkaars voordrachten te luisteren.
Dat gebeurt tijdens een programma van maar liefst 24 uur. Voor deze
editie werd er zelfs een half uur aan toegevoegd.
De aftrap vond dus woensdagavond al om 23.30 uur plaats in jongerencentrum
Vera, waarna de voordrachten zich verplaatsten naar de Benzinebar en
het festijn zich gisterochtend om 08.00 uur voorzette in de sacrale
sfeer van Boekhandel Athena's. Ceremoniemeester Coen Peppelenbos baande
zich zoals ieder jaar een weg door de winkel om bereidwillige dichters
en dichteressen de microfoon voor even onder de neus te houden.
Het is een ritueel dat zich voor altijd voort kan zetten. Maakte Stichting
Schrijven immers al niet een paar jaar geleden bekend dat minstens één
miljoen Nederlanders zo nu en dan iets van eeuwigheidswaarde aan het
papier toevertrouwt? In het geheim natuurlijk, maar de liefhebbers kunnen
gelukkig steeds vaker getuige zijn van een poëtische coming out.
De poëziemarathon is dan ook steeds meer bedoeld om deze doelgroep
over de streep te trekken.
In het Wessel Gansfortcollege vond dus een poëzieles voor middelbare
scholieren plaats. En in de Openbare Bibliotheek een presentatie van
een 'schrijflaboratorium' van het universitair bolwerk UsvA.
Workshop
Daar werd eveneens een workshop gehouden met dichter Tjitse Hofman
en de naam van de winnaar van een gedichtenwedstrijd onthuld. Trudy
Dijkshoorn uit Groningen kwam als beste uit de bus met haar De weg naar
Zwartsluis, volgens de jury een gedicht 'waarin vele zeer originele
beelden aaneengeschakeld zijn'.
Het programma van de Poëziemarathon bestond ook deze keer weer
uit voordrachten, voordrachten en nog eens voordrachten. De climax volgde
donderdagavond, in een programma met onder andere Hans Dorrestijn. En
kennelijk is het publiek in Groningen tevreden met de mogelijkheid om
alleen maar passief te hoeven luisteren. Remco Ekkers had in een vlaag
van onmetelijke wijsheid besloten om in de UsvA twee dichteressen te
interviewen. Met als resultaat: nul bezoekers.
(Jacob Moerman,
Dagblad van het Noorden, 31-1-2003)
naar boven
PIEMEL VAN JOOST ZWAGERMAN IN GIPS
Van een onzer verslaggevers
Te koop. Geslachtsdelen van uw favoriete schrijver! Dit weekeinde worden
de in gips gegoten piemels van Joost Zwagerman, Ingmar Heytze, Bart
FM Droog,
Arjan Witte en Ronald Ohlsen te koop aangeboden. Ook schrijfster Lydia
Rood heeft een afgietsel van haar geslacht laten maken. Tijdens het
Boekrock-concert in Tivoli in Utrecht kunnen de 'kunstwerken' worden
aangeschaft. De afgietsels die niet worden verkocht, worden aangeboden
aan het Letterkundig Museum.
Het in gips afgieten van geslachtsdelen is afgekeken van de trend die eind jaren 60 van de vorige eeuw ontstond rond musicus Frank Zappa en zijn groep Mothers of Invention. Amerikaanse groupies, die zich Plaster Casters (gipsgieters) noemden, goten de geslachtsdelen af van Jimi Hendrix, Zappa, Eric Burdon en tientallen anderen uit de rockwereld.
Tijdens de literaire rockshow Boekrock verkennen muzikanten de literatuur
en schrijvers de muziek. Rockbands met een grote aandacht voor tekst,
musicerende schrijvers en voordragende muzikanten bestijgen het podium.
Auteurs krijgen begeleiding van de Text Pistols.
(Menno Schenke, voorpagina (!) Algemeen Dagblad, 11-2-2003)
naar boven
OOK ELLEBOOG HOORT TOT 'EDELE DELEN' VAN
SCHRIJVER
Joost en Lydia niet, Meindert en Ingmar wel
Van een onzer verslaggevers
Ten onrechte hebben wij gistermorgen uit een persbericht van het Boekrock-festival afgeleid dat de schrijvers Joost Zwagerman en Lydia Rood een gipsafgietsel van hun 'edele deel', hun geslachtsdeel, hebben laten maken.
"Boekrock heeft mij weken geleden met die vraag benaderd", aldus Zwagerman. "Ik heb in één zin geantwoord dat ik niets heb tegen ludieke initiatieven zoals deze, maar dat ik aan het werk ben en daarom heb bedankt voor de eer." Ook Lydia Rood weigerde medewerking. Tijdens Boekrock zaterdagavond in Tivoli in Utrecht zullen wel de afgegoten geslachtsdelen van andere schrijvers en dichters worden tentoongesteld en te koop aangeboden. Volgens Utrechter Ingmar Heytze, dichter en medeorganisator van Boekrock, moet je in de schrijverswereld het begrip 'edele delen' breed opvatten.
"We hebben alle deelnemers van Boekrock gevraagd hun edele delen
te mogen afgieten", licht hij toe. "Het gaat niet alleen om
geslachtsdelen: bij een schrijver kun je een hand, vingers, oren of
een elleboog tot zijn of haar edele delen rekenen. Van Ronald Ohlsen
hebben we een opgestoken middelvinger afgegoten, van Frank Starik een
elleboog. "Het geslacht van Meindert Talma is inmiddels afgegoten",
vervolgt Heytze. "Het staat hier rechtop op mijn bureau. Zelf twijfel
ik nog: wordt het mijn gebalde vuist of mijn geslacht als de gipsgieters
komen?" De auteurs Arjan Witte en Bart FM Droog worden deze dagen
ook bezocht. Heytze: "Ze hebben gezegd: een lichaamsdeel, oké.
Ze laten in het midden wat. Het is bovendien lastig werk, dat afgieten.
Eind jaren 60 plukte en zoog iedereen aan elkaar, in deze preutsere
tijden ligt het moeilijker. "Als je een geslachtsdeel goed wilt
afgieten, moet je eigenlijk met twee bloedmooie meiden komen, één
om het omhoog te houden, de ander voor het handwerk met het gips."
(Algemeen Dagblad, 12-2-2003)
BILLEN OP LITERAIRE ROCKSHOW
UTRECHT (ANP) - Schrijver en zanger Meindert Talma heeft een gipsen afdruk
van zijn penis laten vernietigen. Het 'beeld' zou zaterdag worden geëxposeerd
tijdens de literaire rockshow Boekrock in Utrecht, een festival over literatuur
in relatie tot muziek en andersom.
Talma is volgens een woordvoerster van Boekrock lichtelijk van zijn à propos door alle media-aandacht voor de afdruk van zijn geslachtsdeel. De commotie begon toen Boekrock vorige week in een persbericht bekendmaakte afgietsels van 'edele delen' van schrijvers te zullen exposeren.
In mondelinge toelichtingen aan de pers werd nog wel duidelijk gemaakt dat 'edele delen' zeer ruim moest worden geïnterpreteerd, maar de journalisten maakten daar niet uit op dat het vooral om vingers ging, die schrijvers vaak als hun meeste edele lichaamsdelen schijnen te zien. Alleen Talma dacht daar aanvankelijk heel anders over.
Diverse kranten publiceerden jolig over alle gipsen penissen die te bewonderen zouden zijn. Het geschrokken Boekrock ("We zijn wel een beetje naïef geweest'') zag zich donderdag genoodzaakt een rectificatie rond te sturen: "De organisatie verklaart hierbij met klem dat zij NIET beschikt over in gips gegoten geslachtsdelen van Joost Zwagerman, Bart FM Droog, Ingmar Heytze, Arjan Witte, Vrouwkje Tuinman of Lydia Rood.''
Thomas van Aalten is nu nog de wildste van medewerkers aan de tentoonstelling:
,,Hij heeft zijn billen aangeboden. Die worden zaterdag nog gemaakt'', aldus
een woordvoerster.
(Utrechts Nieuwsblad, 13-2-2003)
naar boven
Dat laatste gebeurt tijdens een groot literair feest, dat begint om 20.15 uur, in het Prinsentheater in Groningen met muziek-, multimedia- en poëzie-optredens van onder anderen Daniël Dee en de M.d.kl.nk.rs., de Dichters uit Epibreren, Wouter Godijn, Meindert Talma, dj Voja en Jan Klug.
Als belangrijkste reden voor de presentatie in Groningen geeft de Fries Bruinja de aanwezigheid van zijn vrienden en collega's in de stad. Gegrommel fan satijn (uitgeverij Bornmeer) is de derde Friese bundel van Bruinja; dit voorjaar verschijnt bij uitgeverij Contact zijn Nederlandstalige bundel Dat het zo hoorde.
De roman Rozijnkonijn (uitgeverij Passage) van De Vries verscheen
eerder in het Fries en werd bij die gelegenheid vergeleken met De Avonden
en het werk van J.J. Voskuil. De presentatie van De Vries is om 15.30 uur
in Huis de Beurs in Groningen.
(Dagblad van het Noorden, 18-2-2003)
naar boven
Het was een mooie dag voor de dood, zondag op de Zuiderbegraafplaats in
Groningen. De zon bescheen de veelal negentiende-eeuwse graven en de levenden
konden hun jassen openknopen. Een klein groepje belangstellenden verzamelde
zich voor een eerbetoon aan de Groningse schrijver Jan Goeverneur (1809-1889).
Groningen - Het eerbetoon was georganiseerd door de Openbare Bibliotheek
en enkele Groningse boekhandels. Als 'Ode aan de doden' legde men overal
in het land bloemen op graven van schrijvers, in het kader van de Boekenweek
die dit jaar de dood als thema heeft.
Johan Jacob Antonie Goeverneur, alias Jan de Rijmer, is de maker van bekende
versjes als In een groen, groen knolleland en Toen onze mop een mopje was
(was 't aardig hem te zien). Hij maakte vertalingen van onder meer Robinson
Crusoë en Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen ('Lieve zuster
Ursula! Ik ga naar Amerika').
"Dode schrijvers uit de stad, dat was zo makkelijk nog niet",
zegt Jeanette Straatemeier van de Openbare Bibliotheek. "Maar ook al
is hij hier niet geboren, Goeverneur was toch een echte Groninger. Er is
in de Oosterpoort zelfs een straat naar hem genoemd. We wilden hem aan de
vergetelheid ontrukken."
Collega Douwe van der Bijl loopt over van enthousiasme voor zijn herontdekking.
"Als je Goeverneur met iemand uit onze tijd zou moeten vergelijken,
kom je uit op Annie M.G. Schmidt. Hij wilde vooral zorgen voor plezier.
Daarin is hij echt een voorloper geweest."
In een kleine stoet gaat het naar het graf. We vinden een verweerd en op
plekken gebarsten monument aan een kaal stukje gras. In het grauwe steen
zit een wit ovaal van afgebrokkeld marmer. Ooit moet hier het gezicht van
de schrijver te zien zijn geweest. Niet overdreven plechtig plaatst Jeanette
Straatemeier een boeket witte lelies met oranje lint op een richel van de
zuil.
Daarna treden anderen het graf met voeten. Stadshistoricus Beno Hofman vertelt
over het leven van Goeverneur. Dichter Tjitse Hofman brengt de schrijver
tot leven met het toepasselijke gedicht R.I.P., waarin Goeverneur bij een
graf de wens uitspreekt 'dat hem het opstaan blijft bespaard/ en ik voor
't wederzien bewaard'.
Tot slot is er een mooie verrassing. De stichting Stad en Lande, die zich
inzet voor de Groninger geschiedenis, had lucht gekregen van de plotselinge
belangstelling voor Goeverneur. Voorzitter Franck Smit kondigt aan dat er
geld op komst is voor een restauratie van het graf. "We hebben hier
toch te maken met een monument van betekenis."
(Reinier Spreen, Dagblad van het Noorden, 16-3-2003)
naar boven
DE MAN ACHTER 'WAF WOEF WAF WOEF'
'Leven en dood in de letteren' is het thema van deze boekenweek. Dagelijks een reportage van activiteiten in het land.
Wie was de man achter 'Toen onze mop een mopje was' en 'In een groen, groen, groen, groen knollen knollen land'? Dat was Johan Jacob Antonie Goeverneur (1809-1889), die als Jan de Rijmer onder meer furore maakte in de Studentenalmanak.
Tijdens deze Boekenweek brengt een kleine groep belangstellenden hem een eerbetoon op de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Een mevrouw, die de dichter niet beroepsmatig komt eren, stuitte in de krant op het liedje 'Toen onze mop' en dacht: ,,'k Wil toch even kijken. Ja, het enige dat je van dat stomme liedje onthoudt is 'waf woef waf woef'. Zo'n moppig liedje, het maakte me nieuwsgierig.'' Onder een stralende zon knerpt zij met de rest van het gezelschap naar de groezelige en gebarsten zerk, waaronder de dichter begraven ligt. Een witte ovalen ronding, waar vermoedelijk eens Goeverneurs hoofd prijkte, is verweerd en versleten. Vlak eronder plaatst Jeanette Straatmeier van de openbare bibliotheek een bos witte bloemen met een oranje lint: 'Ode aan de doden. Een moment voor overleden schrijvers'. Dan treedt historicus Beno Hofman naar voren. Hij vertelt over de ondeugden van de jonge domineeszoon en theologiestudent. Goeverneur werd in 1827 zeer bekend in Groningen. Toen het bordeelbezoek van de vervelende hoogleraar Cornelis (Kees) de Waal uitkwam, dreef Goeverneur de spot met hem in het gedicht 'Minerva's vloek'. De Waal richtte zich woedend tot de minister, waarna de jonge Goeverneur bekende en 14 dagen huisarrest kreeg. Tijd genoeg om De Keesiade te schrijven, waarin hij de professor nog belachelijker maakte en in geuren en kleuren het verhaal uit de doeken deed.
In 1830 meldde hij zich als vrijwilliger voor de tiendaagse veldtocht tegen de Belgen. Na een behouden thuiskomst stortte Goeverneur zich op het schrijven en vertalen, onder meer van Robinson Crusoe. Dichter Tjitse Hofman doet de schrijver herleven met 'Het grafschrift voor een vriend RIP':
Mijn trouwe huis- en bedgenoot,
Heer hypochonder ligt hier dood;
Hij stierf, de doffe stad ontvlucht,
Aan 't wandlen en de buitenlucht.
Ik wensch hem, wat een doode ziel
Ooit wenschlijks maar ten deele viel
Van nu aan tot in eeuwigheid
Zij hem een zoete rust bereid!
Een ding slechts, wandlaar! bid ik af;
't Is: dat hij dood blijve in dit graf
Dat hem het opstaan blijf bespaard
En ik voor 't wederzien bewaard.
De Groningse stichting Stad en Lande laat op deze stille morgen weten pogingen
te doen het graf weer in goede staat te brengen, als laatste eerbetoon aan
'deze figuur van nationale betekenis'.
(Jonathan Huseman, Trouw,
20-3-2003)
naar boven
STADSDICHTER LANOYE BEKLAAGT ZIJN COLLEGA'S
ANTWERPEN - Tom Lanoye, stadsdichter van Antwerpen, heeft medelijden met
zijn Groninger collega Bart Droog. En ook met de stadsdichter van Gent.
'Daar gebeurt nu eens nooit iets wat de voorpagina's haalt. Terwijl onze
woonstee niet van buitenlandse bladen en televisieschermen is weg te bránden'.
Dat schrijft Lanoye in een open brief bij de presentatie van zijn allereerste
stadsgedicht Mijn moeilijk lief. De brief is gericht aan de met veel rumoer
afgetreden schepenen en burgemeester van Antwerpen, na een rel over persoonlijke
uitgaven op rekening van de stad.
'Dankzij u ben ik niet alleen de eerste stadsdichter van België', schrijft
Lanoye. 'Ik ben nu ook de eerste stadsdichter in de geschiedenis die al
z'n opdrachtgevers ziet aftreden nog voor hij één gedicht
heeft kunnen schrijven. Ik zat wat strop en had meteen een onderwerp.'
In één adem door noemt Lanoye zich 'ongeveer de enige Antwerpse
gemandateerde die geen ontslag heeft genomen. Een verdienste zou ik dat
niet willen noemen. Ik heb gewoon niet de tijd gehad om iets te ritselen.
En een smoking had ik al. Tweedehands, van wijlen mijn broer.'
De dichter denkt niet aan aftreden. 'Ik klamp mij vast aan mijn postje.
En aan het contract dat ik heb getekend, ook al zit uw ene medeondertekenaar
misschien straks in de bak, en de andere in een opvangtehuis voor onthutste
politici. Dat is natuurlijk een persoonlijk drama en niet goed te praten.
Maar ík laat mij niet van werk houden. Ik ga door.'
(De Gelderlander en BN/de Stem, 22-3-2003)
naar boven
WIE MAG NAAR HET BELGISCHE BOEKENBAL?
Let op: vanaf 2 april barst in Vlaanderen de Literaire Lente los. Tientallen
auteurs zullen onvermoeid hun opwachting maken voor lezingen, intrviews
en signeersessies - want het betreft de 'Vlaamse equivalent van de Boekenweek'.
Of beter gezegd drié weken, want de feestelijkheden duren tot maar
liefst 23 april.
De Nederlandse boekenweek, toch ook maar net achter de rug, is bij de zuiderburen
nagenoeg onbekend. 'We mogen dan wel één taalgebied zijn,
als het over literatuurpromotie gaat, blijven we jammer genoeg twee culturen.,'
verklaarde dagblad De Morgen in het enige artikel waarin van de Hollandse
literaire campagne werd gerept.
Maar wie weet brengt het Belgische Boekenbal, waarmee de Belgische boekenweek
op passende wijze te Antwerpen wordt geopend, hierin weldra verandering.
(...)
Maar welke kopstukken zullen verschijnen? Van Marion Bloem en Lulu Wang
is [organisator] Luc Huybrechts zeker, en verder hoopt hij op Jan Mulder,
Remco Campert en zanger Rick de Leeuw - als praatshowgast 'bekender in Vlaanderen
dan in Nederland'.
(...) Op Marcel Möring hoeft hij niet te rekenen - die laat ook het
Nederlandse boekenbal keer op keer aan zich voorbijgaan, en Erwin Mortier
laat weten: "Ik hou niet van boekenbals. Ik ben één keer
naar het Amsterdamse gegaan en heb er genoeg sherrykuiten gezien voor de
rest van mijn bestaan.'
Klare taal.
Maar er is hoop. Dichter Bart FM Droog heeft nog geen uitnodiging mopgen
ontvangen en houdt weliswaar een slag om de arm: "Na het Boekenbal
te Amsterdam en het Gala van de Dood te Utrecht heb ik evenmijn buik vol
van bals en gala's.". Maar, voegt hij er hoopvol aan toe: ''Áls
ik een kaartje kijg, ga ik zeker.
(Padu Boerstra, Vrij Nederland, 29-3-2003)
naar boven
Voor uitgever Anton Scheepstra geen monumentaal pand in de binnenstad met een glimmende bolide voor de deur. De directeur van uitgeverij Passage houdt kantoor in een eenvoudig appartementje ver verwijderd van de Diepenring in Groningen. Maar wat niet is, kan nog komen. "Ik groei er een beetje uit", verklaart Scheepstra de overstelpende hoeveelheid papier om zich heen.
Ruim tien jaar geeft Scheepstra nu boeken uit. Met succes, stelt hij trots vast op de uitnodiging voor de jubileumviering, morgenmiddag in de bibliotheek van Groningen: "Gezien de enorme toename van besprekingen van Passage-boeken het laatste jaar in de landelijke media speelt de Groningse uitgeverij een steeds grotere rol."
Het begon allemaal in de jaren tachtig bij de kleine linkse uitgeverij Xeno. Scheepstra ontdekte er de mogelijkheden en onmogelijkheden van het boekenvak en begon in het najaar van 1991 voor zichzelf. Het eerste Passage-boek, De verleiding van Groningen, een boek over horeca van Remco in 't Hof, bleek een schot in de roos.
"Het duurde even voor het begon te lopen", blikt de uitgever terug. "Uiteindelijk zijn er zesduizend van verkocht, tot in Maastricht toe." Een maand later scheen zijn eerste literaire boek: Het ontluisterend sterven van Alex Borsboom.
Scheepstra had geluk. Begin jaren negentig ontstond er in Groningen iets van een literair wereldje. "Je had het tijdschrift Schrijver en Caravan, er was sprake van een sneeuwbal-effect, er was veel gaande. En nu nog. Als ik in Amsterdam ben en vertel dat ik een uitgever uit Groningen ben, zeggen mensen: 'O ja, Groningen, dat is ver weg hè. Maar daar gebeurt wel wat hè'."
Het fonds van Passage omvat, naast wetenschappelijke titels, veel boeken over en voor Groningen. Met het literaire werk opereert Scheepstra nadrukkelijk nationaal. Zo geeft hij dichters uit als Simon Vinkenoog, Daniël Dee, Bart FM Droog, maar ook romanschrijvers als Selma Parmentier, Arjan Witte, Nyk de Vries en Mowaffk Al-Sawad.
Vooral die laatste, afkomstig uit Irak en schrijver van Stemmen onder de zon, doet het goed. Scheepstra: "Noem mij eens een televisieprogramma waar hij niet is geweest." Toch gaat het bij vrijwel alle Passage-auteurs om kleine oplagen. "Voor schrijvers als Parmentier en Witte bestaat in Nederland een publiek. Het is voor een uitgever de kunst dat publiek te bereiken. Zoiets kost tijd en veel aandacht."
Het grootste Passage-succes tot nu toe is de tweetalige bundel Dichters over Repin. Over de verkochte aantallen wil Scheepstra niets kwijt. "Ach, niet alles hoeft in de Top 100 van beste verkochte boeken te belanden", relativeert hij. "Ieder boek dat ik kan uitgeven, is voor mij een succes."
De tentoonstelling met de honderd door Passage uitgegeven boeken wordt
om 17.00 uur geopend in de bibliotheek aan de Oude Boteringestraat in Groningen
en is daar nog tot en met 23 april te zien.
(Joep
van Ruiten, Dagblad van het Noorden, 2-4-2003)
GROTE NAMEN OP ZESDE EDITIE TUINFEEST
van onze kunstredactie
4 JUNI 2003 - DEVENTER - Rutger Kopland, Remco Campert en Judith Herzberg komen dit jaar voor het eerst op het poëziefestival Het Tuinfeest van Theater Bouwkunde in Deventer. De organisatie maakte gisteren het programma bekend.
Het Tuinfeest wordt op 2 augustus voor de zesde keer gehouden. Zon dertig bekende Nederlandse en Vlaamse dichters dragen voor in de historische stadstuinen in de Deventer binnenstad. Nieuw is dit jaar de inbreng van jong aanstormend talent. Onder hen de nummers één en twee van de Landelijke Poetry Slam-finale, De Woorddansers en Maarten Das. Zij brengen programmas waarin poëzie en performance met elkaar zijn geïntegreerd. Onder de deelnemende dichters is weer een groot aantal vaste gasten, onder wie Gerrit Komrij, Jean-Pierre Rawie, Huub van der Lubbe en Eva Gerlach.
Jan Wolkers maakt voor de tweede keer zijn opwachting op het festival. Verdere deelnemers zijn onder anderen: Jean-Paul Franssens, Peter Holvoet-Hanssen, Jacques Klöters, Arie van den Berg, Astrid Lampe, Ramona Maramis, Menno Wigman, Albertina Soepboer en Bart FM Droog.
Behalve de optredens van de dichters komt het Willem Breuker Collectief met Loes Luca met een programma met eigenzinnige Nederlandstalige liederen.
Reserveren voor Het Tuinfeest kan via Theater Bouwkunde: 0570-614 075.
Toegang kost 22,50 euro. Wie wil deelnemen aan het lopend buffet betaalt
20 euro voor een buffetkaart. Informatie is verder te vinden op de website:
www.theaterbouwkunde.nl
door te klikken op Algemeen, dan op Bijzondere activiteiten: onderaan die
pagina staat een link naar het Tuinfeest 2003
naar boven
De Tuinen van Mien Ruys in Dedemsvaart zijn zaterdag het decor voor een literaire avond. Onder anderen de Groninger stadsdichter Bart FM Droog, de Haagse dichters/columnisten Harry Zevenbergen en Adriaan Bontebal en Karel Kanits geven acte de présence en zullen de luisteraars middels voordrachten konde doen van hun werk. De bezoekers kunnen overigens niet alleen naar de voordrachten van de schrijvers luisteren, maar ook naar het concert van velerlei vogelstemmen of wandelend door de Tuinen op één van de vele bankjes in de verschillende tuinen van de rust genieten. Het programma begint om 20.00 uur en de entree bedraagt 7,50 per persoon (donateurs betalen 5,-).
De tuinen zijn te vinden de Moerheimstraat 78 in Dedemsvaart. Informatie:
0523-614774 en www.mienruys.nl.
(Apeldoornse Courant, 25-6-2003)
naar boven
VREEMDE KLANKEN VOOR VLAANDEREN
ANTWERPEN - De Poëzienacht binnen de campagne Vlaanderen Feest! bracht
8.500 bezoekers naar zeventien musea in Vlaanderen, waar dichters en performers
optraden. De vaste collectie of een tentoonstelling vormde daarin een rode
draad. In Antwerpen hielden het Etnografisch Museum, het Museum voor Schone
Kunsten, het Muhka en het Museum Plantin-Moretus hun deuren tot middernacht
open voor de poëzieliefhebber.
(...)
Langs overvolle terrasjes gaat het richting Muhka voor de performance van
de dichter-performer Didi De Paris en de dichters uit Epibreren. Zij brengen
al bijna tien jaar een unieke mix van poëzie, geluidslandschappen en
muziek. Hier is al wat meer volk opgedaagd. Mogelijk zit de tentoonstelling
van Panamarenko daar voor iets tussen. Achterin het museum staat een ladder
opgesteld, waaraan een kassei en een plank gebonden zijn.
Afwachtend lopen mensen door de heldere zalen van het museum, soms verrukt,
soms ook gewoon verbaasd over de constructies en berekeningen van de geniale
kunstenaar. Als er na twintig minuten nog altijd geen beweging komt bij
de ladder, sijpelen de eerste ongeduldigen naar buiten. Er zijn immers nog
ontdekkingen te doen en de tijd is niet onbegrensd. (...)
(Leen de Witte, De Standaard, 12-7-2003)
naar boven
DICHTERS EN ENGELEN FLIRTEN MET KUNST
Nacht van kunst en poëzie lokt 8.500 bezoekers
Dit jaar moest Vlaanderen Feest! bovenal een poëtisch bacchanaal worden en dus zetten donderdagavond zeventien musea de deuren gratis open om er een horde dichters en performers toe te laten. Ze waren er niet alleen, want 8.500 mensen slaagden erin zich van het zomerse terras los te rukken om tot middernacht gratis kunst en poëzie te zien en horen.
In opdracht van minister Van Grembergen trok de Vlaamse Museumvereniging zeventien musea over de streep om de nacht van 11 juli met poëzie in te zetten. Dichters kregen de vaste museumcollectie alsook de tijdelijke tentoonstellingen te hunner beschikking als inspiratie en setting voor een lezing.
(...)
In het MuHKA stonden de performancedichter Didi de Paris alsook De Dichters
uit Epibreren er een stuk eenzamer bij te midden van de multipels van Panamarenko.
Aan een gebrek aan interesse voor poëzie lag het niet, want wie passeerde
vleide zich gewillig tegen de koele grond en ook de dichters en muzikanten
trof geen schuld. Ondanks hun inspanningen wisten hun stemmen, elektronische
klanken en geluidslandschappen gewoon niet goed waarheen in de 'duizelingwekkend
hoge' puntzaal van het museum. Met nochtans Robert Filliou en Martin Kippenberger
naast Panamarenko in het zomeraanbod kon het MuHKA tijdens deze Nacht van
het Museum überhaupt maar vierhonderd kunstkijkers strikken. Illustreert
dat een zekere scepsis voor moderne kunst? Ach, misschien zijn de duizend
bezoekers aan het KMSK op weg naar het MuHKA gewoon niet voorbij de Zuiderdokken
geraakt, waar de Sinksenfoor (uitnodigend) dolde en draaide.
(...)
(Jelle Van Riet, De Morgen, 12-7-2003)
naar boven
In de bundel rekent Pfeijffer af met 'slechte poëzie'. Het beroemde gedicht Jonge sla van Kopland behoort volgens de Leidse criticus tot die categorie, onder meer omdat het te makkelijk en te sentimenteel zou zijn. ''En met deze evergreen wil Kopland de Nobelprijs van de literatuur winnen'', schampert Pfeijffer.
Droog krijgt er van langs, omdat hij middels optredens wil laten zien dat
poëzie toegankelijk kan zijn. ''Onbegrijpelijke poëzie is altijd
beter dan makkelijke poëzie. Gewone spreektaal is er al genoeg'', meent
Pfeijffer.
(Dagblad van het Noorden, 15-7-2003)
noot: oud nieuws over gezeik
Emmen - "Komt u maar dichterbij hoor, dichters bijten niet." In het
Noorder Dierenpark in Emmen probeert Daniël Dee
de kring luisteraars om hem heen wat dichterbij te krijgen. Het is een klein
groepje, een man of dertig misschien. Op de achtergrond zet 'zijn' band, de
M.d.kl.nk.rs, de begeleiding in.
Dee toont zich een geoefend voordrager. De luisteraars krijgen er zowaar een
goed humeur van. De zon schijnt, achter hen lopen de olifanten hun rondjes en
een groep dichters staat te trappelen om te mogen voorlezen. En dat alles in
het kader van het driedaagse Groningse festival Dichters in de Prinsentuin,
dat zich voor het eerst ook gedeeltelijk afspeelt in Emmen en Leeuwarden.
Galerie Niggendijker in Groningen bood donderdagavond plaats aan het officiële
openingsfeest, met dj's, performances en beeldende kunstenaars.
In de dierentuin kwam de openingsbijdrage van Cobi de Jonge. Daarna was het
de beurt aan de Groninger stadsdichter Bart FM Droog. Verwijzend naar de titel
van zijn eerste gedicht opende hij met 'Ik begin meteen maar met een leugen:
Het is mei en het regent.' Een gedicht dat bij voordracht alleen maar aan speelsheid
won: Die mei met jou en mij, wanneer dan ook als het regent in mei denk ik aan
mei dat jij mij zei mijn lief, mijn zoet, die dag die dag in mij zo lang voorbij
Jammer dat het gedicht ontbreekt in de ook dit jaar weer verschenen bloemlezing.
Gelukkig staat het wel op de website (www.dichtersindeprinsentuin.nl)
en is het wellicht nog eens 'live' te beluisteren. Vrijdag en zaterdag doen
de dichters namelijk de Prinsentuin in Groningen aan.
Het festival Dichters in de Prinsentuin gaat vrijdag vanaf 13.00 verder op het
veldje bij de theeschenkerij aan de Turfsingel in Groningen. Er zijn voordrachten
van onder anderen Frank Tazelaar, Henk
van Zuiden, Maria van Daalen en Thomas Möhlmann.
(Martin Groenewold, Dagblad van het Noorden, 25-7-2003)
naar boven
De Dichters uit Epibreren hebben een website zoals je die graag ziet. Vol informatie,
up to date en lekker recalcitrant. Drijvende kracht achter de site is Bart FM
Droog, die naast deze site ook nog andere sites in de lucht houdt zoals de onvolprezen
www.poeziemarathon.nl.
Zie je bij de meeste schrijverssites dat er een leuk pr-bureautje van de uitgeverij
voor veel geld zijn best zit te doen voor een gelikte presentatie van het product
auteur, bij de epibrerensite zie je dat poëzie en polemiek op het net echt
kunnen leven.
Droog houdt niet alleen het nieuws bij van zijn eigen groep waartoe ook Tjitse
Hofman en muzikale alleskunner Jan Klug behoren, hij geeft de surfer tevens
alle belangrijke literaire nieuwsfeiten van het moment. Wat ik daar in waardeer
is de eigen toon, die soms humoristisch is, dan weer vilein.
Het hardst is Droog bij zijn aanval op Ilja Leonard Pfeijffer die enkele jaren
geleden probeerde alle podiumdichters met de grond gelijk te maken. De hele
discussie en alle reacties daarop zijn nog steeds na te lezen. Vroeger verscheen
als je met de cursor over het hoofd van Pfeijffer bewoog nog een overreden kat,
nu komt er een mal poppetje tevoorschijn.
Maar hoe hard Pfeijffer Epibreren en vergelijkbare dichters ook aanviel, Droog
blijft genereus door ook bij deze dichter het adres te geven voor boekingen.
Hij heeft trouwens voor heel veel dichters pagina's gemaakt die bij elke nieuwe
bundel stipt worden bijgewerkt. Wie bij Google gaat zoeken op dichtersnamen
komt al vrij snel op een onderdeel van deze gigantische verzameling dichterspagina's
terecht.
Ook de buitenlandse bezoeker van de epibrerensite komt aan zijn trekken: 'Wie
Deutschland epibriert (werden) wird' en 'Coming directly from the Mud Sea, or
Waddenzee as it is called in the Low Countries: the much talked-about Poets
from Epibreren'.
Een van de wonderlijkste onderdelen van de site is het gastenboek. Behalve lovende
woorden, poëtische oprispingen en aanmoedigingen vind je er ook ongehoord
platte scheldkanonnades waarvan de mededeling die Joke stuurde cryptisch te
noemen is: 'gooi benzine over die lul heen en steek hem in brand! Namens Karel.'
Je vraagt je af wat Bart nu weer heeft uitgespookt.
Dan maar weer gauw terug naar het onderdeel 'Poëzie & sound' waar verschillende
real audio-fragmenten te beluisteren zijn van de groepsleden. Mijn favoriet
blijft 'Para' van Tjitse Hofman die zijn gedicht zo voorleest dat je het daarna
nooit meer anders kunt lezen dan met die stem. De wijze waarop hij het woord
'vocht' uitspreekt, waarbij het woord letterlijk in diverse klanken uiteenvalt,
is intens smerig. Helaas werkte bij mij op de computer dit onderdeel niet. Hopelijk
ligt dat aan mijn computer, want de De Dichters uit Epibreren zijn mooi om te
lezen, maar je moet ze juist kunnen beluisteren om erachter te komen waarom
hun optredens hun poëzie rijker maakt.
rating: 5 (in schaal van 1 t/m 5)
(Coen Peppelenbos, Tzum #22, augustus 2003)
naar boven
Jean Pierre Rawie is om onduidelijke redenen verhinderd en ook Jan Eijkelboom moest - vanwege een epilepsieaanval - verstek laten gaan.
Jonge talenten als Bart FM Droog en Maarten Das weten net als De Woorddansers te imponeren door performance en directe prikkelende taal. Eveneens jong en talentvol zijn Esther Jansma, Menno Wigman en Albertina Soepboer maar zij kiezen voor verstilling. (...)
(Marion Groenewoud, Dagblad de Stentor, 4-8-2003)
Baetens: "In 1999 publiceerde het literaire tijdschrift Dietsche Warande
& Belfort een themanummer over elektronische literatuur, met een vertoog
en een ruime bloemlezing. Die bevatte visuele poëzie zoals ze op sites
was gecreëerd. Een spraakmakend nummer, met cd-rom. Ook de jongste bundel
van de Nederlandse dichter Tonnus Oosterhoff [www.tonnusoosterhoff.nl]
is best interessant. Toch duikt er relatief weinig 'literair' materiaal op in
de enge zin van het woord. De combinatie met beeld en klank en het integreren
van elektronische literatuur in exposities en performances bieden volgens mij
grote perspectieven voor de toekomst.''
(Jan Flamend, De Standaard, 28-8-2003)
naar boven
NEDERLANDSE EN VLAAMSE LITERAIRE TIJDSCHRIFTEN
OP HET NET
De meeste Vlaamse en Nederlandse literaire tijdschriften gebruiken hun website
vooral als marketing tool . Je verneemt wat er in hun recentste nummer te beleven
valt, maar je krijgt geen inzage in de teksten zelf, op enkele na, die bedoeld
zijn als proevertje (www.deusexmachina.be,
www.yangtijdschrift.be).
De sites zijn vooral bedoeld om nieuwsgierigheid te wekken, zodat je snel het
papieren nummer bestelt of een abonnement neemt. (...)
De 'Dichters uit Epibreren' (www.epibreren.com) gaan verder in hun gebruik van
de mogelijkheden van nieuwe media. Zij experimenteren met een mix van poëzie,
geluidslandschappen en muziek. In hun online nieuwsbrief Rottend
Staal brengen ze "dagelijks de nieuwste absurditeiten en het laatste
nieuws van het poëziefront en verse verzen van mobiele dichters die er
toe doen." (...)
Op www.letteren.nl vind
je een lijst van elektronische literaire webzines, de traditionele papieren
tijdschriften vind je opgesomd op www.dbnl.org,
www.taaldigitaal.nl
en www.detijdschriften.be.
De stalletjes met oude en nieuwe boeken staan opnieuw rond het voormalige paleis
van koning Willem II. Een sprong naar de overkant van de Paleisring, om zo tegemoet
te komen aan de toenemende vraag naar standplaatsen, overweegt de stichting
Cools vooralsnog niet.
"Het houdt een keer op", zegt Van Kempen. "We kunnen wel naar
het Koningsplein, zoals één keer al is gebeurd, maar dat haalt
toch een stuk van de sfeer weg. Bovendien bestaat de organisatie uit mensen
die alles in hun vrije tijd doen. Wie weet moeten we ooit over die drempel."
Bijzonder aan de grootste boekenbeurs van Zuid-Nederland is de grote deelname
van niet-commerciële standhouders. Van Kempen: "Vijftig procent is
particulier, en ze komen van steeds verder weg. We willen ook aan die verdeling
vasthouden, hoewel de handelaren daar niet zo blij mee zijn. Voor hen is het
toch concurrentie, vooral als het gaat om de verkoopprijzen."
Boeken rond het paleis heeft, zoals voorgaande jaren, ook een literair programma.
Bijzonder onderdeel daarvan is de installatie en een optreden van de eerste
Tilburgse stadsdichter, wiens naam deze week bekend wordt. Ook de stadsdichters
van Middelburg en Groningen, Chawwa Wijnberg en Bart Droog, treden op. Rond
schrijver en filmmaker Leon de Winter is er een programma van een uur.
Tijdens de boekenmarkt is ook de Openbare Bibliotheek op het Koningsplein open.
Daar vindt een verkoop van afgeschreven media plaats, die zaterdag al start.
(Brabants Dagblad, 27-8-2003)
naar boven
Jan Zandbergen, de societyverslaggever van HP/De Tijd, slaat in zijn column 'Onder de gordel' deze week de plank grondig mis. Hij was een van de honderden mensen die afgelopen zondag Ruigoord bezocht, waar onze medewerker Simon Vinkenoog middels voordrachten in het zonnetje werd gezet.
Zandbergen voert in zijn stukje meerdere onzer medewerkers op: 'Simon, jij omringt je altijd met jonge mensen', orakelt dichters Diana Ozon. Is dat wel zo? Zelf is Ozon met haar 44 jaar zo'n beetje een van de jongsten hier.'
Geheel los van de constatering dat als iemand van 75 zijn verjaardag viert
de aanwezigheid van vitale leeftijdgenoten alleen maar toe te juichen valt,
klopt Zandbergens bewering niet. Het gezelschap te Ruigoord, zowel qua optredende
dichters als qua publiek was leeftijdsmatig uiterst gemêleerd. Mensen
van alle leeftijden, van baby's tot stokouden, waren er te vinden. Dichters
die er optraden waren ondermeer De Woorddansers (wier exacte leeftijd me onbekend
is, maar die ingeschaald kunnen worden in de categorie twintigjarigen) en De
Dichters uit Epibreren (29, 31 en 37 jaar).
Zandbergen, journaillist en niet te verwarren met de gerespecteerde internationale
vleeshandelaar Jan Zandbergen (wie kent hem niet?), zal nog onder invloed van
al dat lauwe Brandbier - waar hij in zijn schrijven aan refereert - geweest
zijn bij het tikken van zijn 'reportage'. Maar of hij de man was die ik op een
gegeven moment naast de kerk zag kotsen, is me onbekend.
Bart FM Droog,
Rottend Staal Online/Epibode, Groningen
(HP/De Tijd, 29-8-2003)
naar boven
ARNHEM - De tweejaarlijkse Johnny van Doornprijs voor de Gesproken Letteren
gaat dit jaar naar De Dichters uit Epibreren. De uitreiking heeft plaats op
23 november in Arnhem, tijdens literatuurfestival De Wintertuin. De Dichters
uit Epibreren is een Gronings poëzie- en muziekgezelschap. De prijs is
genoemd naar wijlen de in Arnhem geboren legendarische performer Johnny The
Selfkicker van Doorn. De prijs ging eerder naar Simon Vinkenoog, Carla Boogaards,
Willem Wilmink, Jules Deelder en Tom Lanoye.
(De Gelderlander, 12-9-2003)
Onverteerbaar
''De medewerkers van OOG vinden het onverteerbaar dat iemand die al zo lang in Nederland is en zoveel heeft betekend voor onze omroep, terugmoet naar Iran'', zegt Annelies van Santen van OOG. Morgen overhandigt Van Santen de handtekeningen aan het Groningse Tweede Kamerlid Marjo van Dijken, in de hoop dat zij de handtekeningen doorspeelt aan minister Verdonk.
Dat gebeurt tijdens een speciale uitzending van het programma
DROOG, gemaakt door stadsdichter Bart FM Droog.
(Dagblad van het Noorden, 15-10-2003)
naar boven
In mijn vorige stukje schreef ik over de Dichters uit Epibreren die Johnny
van Doornprijs voor de Gesproken Letteren krijgen. In aansluiting daarop wil
ik het ditmaal hebben over de nieuwe dichtbundel van Tjitse Hofman. Die bundel
gaat volgende maand verschijnen bij Uitgeverij Passage. Hij heet Roodvocht
en bevat dertig gedichten. Vele van de opgenomen verzen schalden inmiddels tientallen
malen door schouwburgzalen, schoolkantines,
gevangenisruimtes, festivaltenten, zeecontainers en wat niet al, als Hofman
ze 'deed' met zijn Dichters uit Epibreren op de meeslepende soundscapes van
multi-instrumentalist Jan Klug. Nu verschijnen de gedichten zwart op wit in
een boekje dat straks heel stil op allerlei nachtkastjes zal komen te liggen
of keurig in het gelid in tal van boekenkasten zal komen te staan. Tjitse Hofman
bracht in 1999 ook al eens een bundel uit getiteld TV 2000. Het
verval speelt hierin een overtuigende hoofdrol. Hofman laat op allerlei manieren
zien hoe het verval grote drama's veroorzaakt, maar ook dat hetmaar al te vaak
zuivere schoonheid oplevert.
Dram de donderse / boel aan kant / laat een hels / orgasme stromen / door kanalen
/ rond de bomen / opdat onkruid / bloeien kan zijn enkele veelzeggende regels
uit het gedicht 'Onkruid'.
In Roodvocht heeft de dichter het ook weer over het verval, maar daarbij
komen er ook heel andere dingen bovenborrelen. Hij is duidelijk breder geworden.
In het gedicht 'Transformer' lijkt hij zijn werkwijze uit de doeken te doen:
Manipulator / smelt het om / leg het krom / in trance vormen.
Hij maakt gedichten van een uitzicht, van een ontmoeting, een seksuele uitspatting,
een stille wind. Al deze zaken worden 'omgesmolten' of 'kromgelegd' in verzen.
Hofman bevrijdt ze van hun ongrijpbaarheid door ze gewicht te geven. Overgeleverd
aan de zwaartekracht komen ze spontaan in beweging. Met kleine schokjes en grote
bogen stuiteren ze door de gedachten van wie de gedichten leest. Ze moeten een
plaats krijgen in zijn of haar logica en ze rollen maar door tot ze ergens een
plek gevonden hebben: Actie is reactie / escalatie van constructie / zonder
mutatie / geen evolutie.
In het gedicht 'Letterlicht' laat Hofman zien wat hij maakt: Een vluchtig verhaal
/ waarin mijn hele / holle lichaam zweeft / de stoel zweeft // Of het een tafel
is / ik zie het / met mijn ogen dicht / fietsend in het letterlicht.
Dit zou best een gedicht kunnen zijn dat geïnspireerd is op neonreclame
in de stad. De dichter fietst er langs. Hij transformeert de tekst aan de gevel
en komt tot een twaalfregelig gedicht. Over neonreclame wordt daarin niet meer
gerept. En dat hoeft ook niet, want uiteindelijk gaat het daar ook helemaal
niet om. De aanleiding is niet relevant als er mooie regels uitzijn ontstaan.
Uiteindelijk gaat het om dat vluchtige verhaal dat heel persoonlijk is en dat
toch iedereen begrijpt. En dat is precies het verhaaldat in poëzie als
deze wordt verteld.
(Ronald Ohlsen, Vera krant nr.19 okt./ nov. 2003)
naar boven
Industrial gabber en funky house van DJ Nicolai. Ingrediënten van duidelijk
geen reguliere presentatie van een dichtbundel. In het USVA-Theater in Groningen
presenteerde Tjitse Hofman zijn tweede dichtbundel: Roodvocht.
Hoewel het natuurlijk draaide om die bundel, was er een avondvullend programma.
Met collega-dichter Bart FM Droog en multi-instrumentalist Jan Klug. Grappend,
schertsend en tegelijkertijd met een serieuze sneer naar actuele gebeurtenissen
als Balkenende's commentaar op koningshuis-satires, donderde de stem van Droog
door de kleine, rokerige zaal. Ondersteund door al even donderende, maar wel
sercure klanken van Klug. Perfect voor een literaire sfeer.
Sieger M. Geertsma deed waar hij goed in is: slammen. De soms zangeringe voordracht imponeerde de zaal. Op verzoek van Hofman speelde Volken de Vlas een ontroerend nummer op zijn accordeon. Schrijver Max Niematz, een grote inspiratiebron voor Hofman, ging zich te buiten aan commentaar op 'alles en iedereen', maar vooral op de maatschappij.
Met een aantal sprekende gedichten, wederom muzikaal ondersteund door Klug
en DJ Nicolai, gaf Hofman een voorproefje uit de bundel. In de hal was ondertussen
een infuus opgehangen met 'roodvocht', waar je van mocht proeven. Bij het verkoopstandje
van de bundel konden shirts worden gekocht. Dichters zijn niet s....lig, zoals
Hofman, lid van De Dichters uit Epibreren, liet zien.
Een spannend zwart-rood shirt girly shirt met spaghettibandjes is er het treffende
bewijs van.
(Arnold Lubbers, Dagblad van het Noorden, 10-11-2003)
Het vervolg op het debuut TV 2000 liet vier jaar op zich wachten, dus toen zaterdag het moment daar bleek, was er alle reden voor een feestje. Voor de presentatie van Roodvocht had dichter Tjitse Hofman (1974) zijn kompanen van Epibreren uitgenodigd en nog een handjevol gasten. Het rode vocht vloeide rijkelijk in de Usva.
Want voor een wijntje waren al die dichters wel te porren, al hield Bart FM droog het voor deze keer op water. Tenminste, tijdens zijn performance. De Stadsdichter opende het samenzijn met de opmerking dat het een avond werd van 'niet veel lullen', maar wel veel van 'veel naar gedichten luisteren'. Op muziek van Jan Klug - de instrumentalist van Dichters uit Epibreren - en DJ Nicolai passeerden Sieger M. Geertsma (Droog: 'Hé, zag ik jou gisteren niet op de televisie?'), Max Niematz en Volken B. de Vlas de revue.
De Vlas zong een prachtig lied, zichzelf begeleidend met de vijf knoppen van zijn accordeon die nog werkten en Niematz bleek een van Hofmans grote inspiratoren. Meteen ook een van de oudste inspiratoren kwam met een stukje 'Fleurs du Mal' inclusief eigen ad hoc-vertaling en vervolgens met een betoog die het meesterwerk van Baudelaire in ieder geval qua lengte naar de kroon stak.
Tussen de boekjes die hij zijn gasten schonk ('Allemaal een boekje!') zat overigens niet het eerste exemplaar. Die was reeds uitgereikt aan Hilde, de echtgenote van Tjitse, al is hij niet met haar getrouwd. Waarna Hofman zelf ruimschoots aan de beurt kwam met voordragen. Logisch, het was tenslotte zijn feestje. Op de hem bekende wijze bezong hij het Roodvocht en andere zaken en 'scherpte de nachtlamp aan' in bondige ritmische gedichten, precies zoals de achterflap van de bundel het wilde.
Tussen de bedrijven door was er nog een soort modeshow, ingeleid door vormgever Joppe van der Spoel van studio de Wilde Muis. Niet echt met het lichaam van een dressman gezegend, wat heet, maar hij kweet zich met verve van zijn taak en prees de diverse rood/zwarte T-shirts met het opdruk 'Roodvocht' zelfs aan met een gewaagde koprol.
Wat wij niet van Hofman hoorden, was zijn ode aan zijn collega Willem van coffeeshop De Vliegende Hollander: 'Want Willem is een keer ontzettend dronken geweest en dat moet hij nu goedmaken, dus daarom kon hij nu niet komen'. En daarom werd 'Haringnachten (voor Willem)' niet voorgedragen, maar bijvoorbeeld 'Zomer' wel:
'Het gulpt uit / alle poriën // een beetje plakkerig / aan de zak // Wat
zweterig / in de naad ook // Kleffe dreadlocks / in de oksels.'
(Herman Sandman, De Groninger Gezinsbode, 12-11-2003)
naar boven
(De Twentsche Courant Tubantia, 12-11-2003)
Tjitse Hofman: Roodvocht. 'Waar rooie rakkers / piepers rooien / of
bieten ter coöperatie / Daar knauwt de klei / kiek nait zo zuur / nait
soezn is dain gratie'. Tweede bundel van Tjitse Hofman (Assen, 1974), tevens
lid van Dichters uit Epibreren. Uitgeverij Passage, 47 blz, €13.
(Dagblad van het Noorden, 14-11-2003)
naar boven
POËZIE IS VAN EN VOOR IEDEREEN
De Dichters uit Epibreren geven openhartige antwoorden op brandende vragen
De Dichters uit Epibreren ontvangen zondag in Arnhem de tweejaarlijkse Johnny
van Doornprijs voor gesproken letteren. Daarmee scharen Jan Klug, Tjitse Hofman
en Bart FM Droog zich in een rij met onder meer Willem Wilmink, J.A. Deelder
en Tom Lanoye. Binnenkort verschijnt hun werk op cd: 'Wei Epibreren'.
Wat was de reactie toen de toekenning van de Johnny van Doornprijs
bekend werd?
Hofman: "Ik was blij verrast, had niet verwacht 'nu al'
zo'n prijs te krijgen. Er zijn meer dichters in Nederland waarvan ik denk dat
zij die prijs verdienen en ook eerder zouden krijgen, bijvoorbeeld Bart Chabot
of Diana Ozon."
Droog: "Ik ben een groot bewonderaar van Johnny van Doorn. Ik heb
hem één keer ontmoet, in 1983 of 84, in Vera in Groningen,
waar hij toen optrad. Hij vroeg tijdens die voordracht of iemand hem een biertje
kon geven. En die iemand werd ik."
Wat is het doel van De Dichters uit Epibreren?
Droog: "Wat wij willen is gedichten schrijven, pakkende voordrachten
uit eigen werk geven én het publiek voor Nederlandstalige poëzie
enthousiasmeren. Zowel binnen dit taalgebied als daarbuiten. En niet alleen
onze eigen poëzie, ook die van anderen. Wij geloven in diversiteit."
Wie lanceerde het plan voor De Dichters uit Epibreren?
Droog, Hofman en Klug: "Er was geen plan. De Dichters zijn 26
Maart 1994 spontaan in Paterswolde ontstaan uit een ontmoeting van de dichters
Kasper Peters, Arend Niebuur, Tjitse Hofman, Bart FM Droog en muzikant Martijn
Woldring. In 1995 verliet mede-oprichter Niebuur de groep, Klug verving in 1996
onze oorspronkelijke muzikant Martijn Woldring en in 1997 vertrok Kasper Peters."
Hoe hecht is de huidige bezetting van De Dichters uit Epibreren?
Hofman: "Heel hecht, we bestaan uit drie man, er komt niemand
meer bij en als er iemand van ons vertrekt, zou dat het einde van De Dichters
uit Epibreren betekenen. Er zijn echter geen plannen in die richting."
Klug: "We vormen een stabiel molecuul, hoewel we niet vaak samen
eten."
Droog: "De verwarring over wie we zijn wordt wellicht veroorzaakt
door poeziëdagblad Rottend Staal Online op internet (www.epibreren.com/rs)
waaraan nu bijna 150 dichters uit binnen- en buitenland meewerken."
Hoe cruciaal is muziek voor De Dichters uit Epibreren?
Hofman: "Zonder muziek geen De Dichters uit Epibreren".
Klug: "Muziek dient als draaggolf voor de gedichten. De gedichten
geven gewicht aan de muziek. En het zou geen goede indruk geven als ik op podium
naast mijn instrumenten zou staan maar geen muziek zou maken."
Noem vijf favoriete dichters.
Droog: "J. Slauerhoff, Gust Gils, Louis Th. Lehmann, Gert Vlok Nel
en Erik Jan Harmens."
Hofman: "Jan Arends, Paul van Ostaijen, J.A. Deelder, Simon Vinkenoog,
Johnny van Doorn."
Klug: "Gust Gils, Michael Augustin, Ernst Jandl, Daniil Charms,
Joachim Ringelnatz."
Noem vijf favorite musici.
Droog: "Shane MacGowan, Kurt Weill, Dead Kennedys mét Jello
Biafra, de Zuid-Afrikaanse multi-instrumentalist Francois le Roux en natuurlijk
Jan Klug."
Hofman: "Jon Spencer, De Kift, Sonic Youth, Lionel Hampton en Johann
Sebastian Bach."
Klug: "John Coltrane, Sonic Youth, The Ex, Kraftwerk, en Blonde
Redhead."
Epibreren is een door Simon Carmiggelt verzonnen woord, zonder betekenis.Maar
waar ligt Epibreren?
Droog en Hofman: "In de gemeente Eemsmond, buitengaats, op een
steenworp afstand van Café t Zielhoes te Noordpolderzijl. Een constante
mistbank halverwege zorgt voor de benodigde privacy."
Wat is het grote verschil tussen Dichters uit Epibreren en jullie solo-werk?
Hofman: "Zowel Bart als ik publiceren onze eigen boeken, solo.
En om nog meer misverstanden uit de wereld te helpen. Wij schrijven ieder onze
eigen teksten, we hebben nog nooit iets samen geschreven. Ook Jan is met zijn
muziek zelfstandig. Daarom willen we ook liever niet versleten worden als 'collectief'."
Klug: "Solo is maar alleen'.
Stelling: Groningen is de poëzie-hoofdstad van Nederland.
Droog: "Dat is een beetje overtrokken. Er gebeurt hier veel,
maar er gebeurt ook veel in Nijmegen, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam."
Wat is de grootste verdienste van De Dichters uit Epibreren?
Droog: "Dat we mensen, die nog nooit eerder in aanraking zijn gekomen
poëzie, kennis laten maken met poëzie."
Hofman: "Poëzie is van en voor iedereen."
Stellen De Dichters uit Epibreren zich kandidaat voor de vacature Dichter
des Vaderlands?
Droog: "Kan dat, als groep? Op zich zou zon kandidaatstelling
door alle in de functie geïnteresseerde dichters geen slecht idee zijn,
want daarmee wordt de situatie rond publieksfavoriet Rutger Kopland zoals bij
de eerste benoeming geschiedde voorkomen."
Hofman: "Als er een verzoek komt wil ik het wel overwegen. Maar
die kans lijkt me niet zo groot."
Klug: "Niet onder deze regering."
verder lezen
Tjitse Hofman, TV 2000 (Passage, 1999), Roodvocht (Passage, 2003).
Bart FM Droog, Deze Dagen (Passage, 1998), Benzine (Passage,
2000), Radioactief (Passage, 2004). Zie ook www.epibreren.com.
(Joep van Ruiten, Dagblad van het Noorden, 21-11-2003)
naar boven
JOHNNY VAN DOORN IS NOG ALTIJD ONDER
ONS
ARNHEM - Hij ziet Johnny van Doorn nog regelmatig. 'In de stegen en straten
van Amsterdam.' Wim Noordhoek, vriend van Johnny 'de selfkicker' , zei het gistermiddag
in Arnhem tijdens de tweejaarlijkse Johnny van Doorn Memorial. En het klonk
oprecht. Johnny, de van oorsprong Arnhemse dichter/schrijver/performer mag dan
sedert 1991 dood zijn, hij leeft nog voort. Bij Wim Noordhoek en bij heel veel
anderen, onder wie zeker Johnny's vrouw Yvonne, ook aanwezig gistermiddag.
Noordhoek deelde zijn belevenissen met Johnny van Doorn gistermiddag met de
zaal in het Arnhemse KAB Posttheater. Zo vertelde Noordhoek dat hij lang geleden
met Johnny mee 'moest' naar diens uitgever. Johnny durfde niet alleen. In spanning
wachtten ze samen af wat de redacteur van Johnny's manuscripten vond. Gelukkig,
hij vond ze aanvaardbaar. En Johnny kreeg zijn felbegeerde voorschot. Kon hij
weer even vooruit.
Niet alleen Wim Noordhoek bracht Johnny van Doorn gisteren op de slotmiddag van literatuurfestival De Wintertuin weer tot leven. Ook dichteres Diana Ozon deed dat. Ze reciteerde een gedicht dat ze 'in opdracht' van Van Doorn had gemaakt.
'Daarover moet je eens een gedicht maken', had hij gezegd. 'Dat verschaft je eeuwige roem.' En ze deed het, want zeker Johnny kon ze zoiets niet weigeren. Aan het slot van haar optreden keek de dichteres heel lief omhoog en zei: "Dank je wel Johnny."
Ozon liet weten veel mensen te hebben verloren, maar troostte de zaal en zichzelf met een ontroerend gedicht waarin ze betoogde dat de doden in de wolken wonen. Af en toe valt er een druppel naar beneden, als teken van leven, aldus Ozon.
En ook voor de Dichters uit Epibreren is Johnny van Doorn er nog altijd. "Laat ons klinken op Johnny van Doorn en Willem Wilmink", sprak Tjitse Hofman tijdens het optreden van het Groningse collectief. En dat klinken had weer alles te maken met de Johnny van Doornprijs, die 'Epibreren' even daarvoor had ontvangen. Het is de enige Nederlandse Prijs voor de Gesproken Letteren. En dat Willem Wilmink, op 2 augustus van dit jaar overleden, door Hofman bij het feest werd betrokken, kwam weer doordat ook hij de Johnny van Doornprijs een keer won.
De zaal werd door de leden van Epibreren naast Hofman zijn dat Bart FM Droog en Jan Klug getrakteerd op podiumliteratuur van hun favorieten, onder wie Hans Plomp, Jürg Halter (Zwitserland) en Andy Fierens (België). Allen live aanwezig in Arnhem.
En wie Johnny nog wilde zien en horen, kon tot slot naar de film kijken die
Peter Scholten over hem maakte. Daarin zagen we Johnny natuurlijk 'gek' doen
en hoorden we hem lawaai maken op verscheidene podia. Maar ook hoorden we uit
zijn mond het ontroerende verhaal over het onverwachte, pijnlijke bezoek van
zijn moeder aan zijn kamer in Amsterdam, toen hij daar pas was neergestreken.
De veelzijdige, gevoelige druktebol kan nog jaren mee.
(Henk Aalbers, Gelderlander, 24-11-2003)
'DIKKE KOMRIJ' MAAKT DICHTERS NERVEUS
Van onze verslaggever John Schoorl
AMSTERDAM - Quirien van Haelen is nog maar
een jong ventje dat op hippe dichterswedstrijden, de zogeheten Poetry Slams,
veel meisjesstemmen binnenhaalt met zijn ode aan toiletverfrissers. Maar wat
hem nu is overkomen: Gerrit Komrij heeft 'm
opgenomen in zijn nieuwste poëziebijbel van Nederland, De poëzie
van Nederland in de 19e, 20e en 21e eeuw in 2000 en enige gedichten.
Met voorsprong is Van Haelen (22) de jongste dichter in de vierde editie van
deze literaire erehemel, die op 29 januari 2004 verschijnt. Nee, Komrij heeft
hem niet zelf gebeld of thuis opgezocht. Aan zijn uitgeverij (Liverse) werd
door Komrij's uitgeverij (Prometheus/Bert Bakker) toestemming gevraagd om zijn
gedicht Côte d'Azur op te nemen.
Sinds de afgelopen weken op vele uitgeverijen toestemmingslijsten voor Komrij's canon zijn binnengekomen, lekken de eerste namen uit. Met name in het poëzienieuwsbulletin Rottend Staal rollen de primeurs van de persen.
Erin valt onder meer te lezen wie verkozen zijn in de 'Dikke Komrij', zoals
de belangrijkste bloemlezing in het Nederlands taalgebied ook wel wordt genoemd.
En, niet te vergeten, de score aan gedichten.
Van de vorige edities in 1979, 1987, 1996 werden meer dan honderdduizend exemplaren verkocht. Elke Nederlandse en Vlaamse dichter weet dat het dichten in de marge ten einde is als hij in deze poëtische kaskraker wordt opgenomen. Voorwaarde is wel dat van de aspirant-uitverkorene een eigen bundel is verschenen. Losse gedichten wuift Komrij weg.
Al zijn er schrijvers zoals Gerard Reve en Louis Lehmann, die het liefst elke bloemlezing op de brandstapel gooien ('Gij zult niet bloemlezen'), zij weten ook dat de Dikke Komrij een duwtje in de rug is voor de poëzie in Nederland en Vlaanderen. Komrij's keus is verplichte kost voor literaire liefhebbers, boekhandels, bibliotheken en universiteiten.
Dan de namen der dichters, want daar is het toch allemaal om te doen. De Dichter des Vaderlands houdt vanuit Portugal de nieuwste ontwikkelingen in de Nederlandse poëzie scherp in de gaten.
Veel nieuwe, jonge dichters, die door hem ruim bedeeld worden, zoals Bas Belleman, Joris van Casteren, Daniël Dee, Bart FM Droog, Serge van Duijnhoven, Sieger M. Geertsma, Ruben van Gogh, Ingmar Heytze, Tjitse Hofman, Peter Holvoet-Hanssen, Philip Hoorne, Hagar Peeters, Victor Schiferli, Albertina Soepboer en Menno Wigman. Ook Volkskrant-columnist Martin Bril komt de poëziehitparade binnen, net als de muzikanten Huub van der Lubbe en Rick de Leeuw.
Gerrit Komrij laat weten dat deze keer het literaire ravijn veel dichters bespaard is gebleven. Waar in vorige versies onder meer voormalig D66-staatssecretaris Aad Nuis, de Rotterdamse politicus Manuel Kneepkens en columnist Henk Spaan het loodje legden, is de slachting nu beduidend soberder uitgevallen, zo wil hij met gevoel voor mysterie - voorlopig - kwijt.
Net zoals de nieuwe generatie voetballers van het Nederlands elftal niet snel van de kook raakt, geldt dat ook voor Quirien van Haelen. Hij is vooral verbaasd dat er slechts één gedicht van hem is opgenomen in deze poëziehitparade. 'Maar ja, het is een begin', aldus Van Haelen. 'Ik ben ambitieus, dus ik hoop over een aantal jaren zelf bloemlezingen samen te stellen.'
(John
Schoorl, De Volkskrant,
10-12-2003)
Tjitse Hofman: Roodvocht
Passage 9054521058
Tjitse Hofman vormt samen met collega-dichter Bart FM Droog en multi-instrumentalist Jan Klug het trio De Dichters uit Epibreren. (Overigens is de site www.epibreren.com die door Droog onderhouden wordt de beste poëziesite van Nederland.) De Dichters uit Epibreren kregen kort geleden de Johnny van Doornprijs uitgereikt vanwege hun bijzondere verdiensten en inzet voor poëzieperformance. Het werk van Droog en Hofman is suggestief, ritmisch en schetsmatig, het werkt uitstekend met muziek en beeld, boeit en is toegankelijk zonder plat te worden (wat bij veel andere performancepoëzie helaas wel het geval is). Maar nu de test. Is het werk van Hofman op papier ook goed? Jawel dus. Nu is pas helder hoe hij het doet, een beeld neerzetten in twee of drie zinnen, een thema verwoorden waar je over peinzen kunt. Originele en doelmatige woordcombinaties als 'slochterend gas' en 'trance vormen' brengen ook de lezer in een woordroes. Van harte gefeliciteerd, Hofman!
Hanz Mirck, Boekhandel Van Someren & Ten Bosch, Zutphen
(Boekblad, 12-12-2003)
Het is een goede maand voor de poëzie. Hoe vaak komt het immers voor dat
gedichten twee keer per week voorpaginanieuws zijn? De hoos Oranjepoëzie
voor Amalia was nog niet geluwd of de Volkskrant kopte deze week: ; Dikke Komrij
maakt dichters nerveus'. Mogelijk denkt u in eerste instantie dat dichters zo
collegiaal zijn, dat ze zich zorgen maken over de gezondheid van de Dichter
des Vaderlands, maar zoals gebruikelijk maken dichters zich alleen zorgen om
hun eigen omzichtige geknutsel aan de onsterfelijkheid. De 'Dikke Komrij' is
de koosnaam voor de komende editie van de belangrijkste bloemlezing van Nederland:
'De Nederlandse poëzie van Nederland in de 19e, 20e en 21e eeuw in 2000
en enige gedichten'. Mogelijk heeft u nog een van de vorige, beduidend dunnere
edities uit 1979, 1987 of 1996 in de kast, want die zijn allemaal met honderdduizenden
tegelijk over de toonbank gegaan.
Eind januari zijn al die vorige edities hopeloos verouderd, want dan verschijnt
het OSX Panther, of, voor liefhebbers van inferieure programmatuur, het Windows
XP van de Nederlandse poëzie. Voor dichters, vooral voor dichters die na
1996 zijn gedebuteerd, zijn het spannende tijden. Wie wordt geschrapt? Wie komt
er bij? Van wie staat er maar één enkel gedichtje in, en van wie
twee of meer? Welke graven worden geruimd? Of, nog erger, wie wordt nog bij
leven tot de vergetelheid veroordeeld? Wie wordt verstoten uit het boek der
boeken en zal in de schaduw van de Parnasssus onopgemerkt moeten doorploeteren?
Het is een mystiek die eigenlijk alleen maar te vergelijken is met het Grote
Boek van Sinterklaas. Wie niet in de Dikke Komrij staat, bestaat niet, zo eenvoudig
is het.
Zoals dat gaat, wordt er in dichterskringen al zeer driftig gespeculeerd en
gekonkeld over wie niet en wie wel en met hoeveel gedichten. De berichtgeving
is goed te volgen op de site www.epibreren.com/rs,
waarop informatie is te vinden over nagenoeg alle (min of meer) jonge dichters
die voor het eerst in de Dikke Komrij terecht zullen komen, zoals Hagar
Peeters, Menno Wigman, Quirien van Halen (met 22 jaar de Benjamin van de bloemlezing)
en vele, vele anderen. De nieuwe editie zal ruim 600 gedichten meer bevatten
dan de vorige.
Er zijn drie dingen bijzonder grappig aan al die commotie. Allereerst natuurlijk
dat het niemand behalve de (potentieel) betrokkenen iets interesseert. Ten tweede
valt op dat alle kritiek van de laatste jaren op de Dichter des Vaderlands als
bij toverslag is geluwd, alsof iedereen zich geschrokken realiseert dat Gerrit
Komrij alleen al de machtigste dichter in dit land is, omdat hij deze bloemlezing
samenstelt. Wie het laatst lacht, lacht het best. Tenslotte is er natuurlijk
de overspannenheid van de opwinding. Immers, slechts een zeer zeldzaam slag
mensen zal een bloemlezing met deze omvang van voor naar achter gaan zitten
lezen. De Komrij is een onmisbaar naslagwerk, waarmee je van elke dichter die
er toe doet in ieder geval een paar gedichten in huis hebt. Als dichter moet
je erin staan, punt uit, maar het is geen magistraal stralende uitbarsting van
glorie die je opeens honderdduizend nieuwe trouwe lezers oplevert. Natuurlijk
is het wel een inktzwarte teleurstelling voor elke dichter die niet is uitverkoren.
Op een van de mooiste cartoons uit het Literaire Leven van Peter van Straaten
zien we een jongeman met gebalde vuisten op een bank zitten, terwijl een meisje
troostend een arm om hem heen slaat. Onderschrift: 'Precies! En uitgerekend
die lul staat wél in de Komrij!'
Nog even over een zaak van beduidend minder gewicht: vorige week stond in het
Utrechts Nieuwsblad een stukje over Hanneke Groenteman. Volgens een bibliotheekmanager
uit Leusden moet haar programma Boeken Op Zondag worden gereanimeerd. Dat lijkt
me geen goed idee. Zoals in de Dikke Komrij ook een aantal overjarige taarten
wordt ingewisseld voor verse waar, zo moet dat ook hoognodig eens gebeuren bij
de NPS. Dus wel graag een boekenprogramma, maar dan niet gepresenteerd door
een bedorven smulrol. Ik stem voor Pieter Steinz.
(Ingmar Heytze, Utrechts
Nieuwsblad, 13-12-2003)
naar boven