De Utrechtse dichter Ruben van Gogh heeft wat met Groningen. Hij woonde er
jaren, en werkte mee aan de poëziebloemlezing Het Hogere Noorden
en aan het boekwerk De smaak van Groningen. Ik geloof dat ik hem zelfs
na zijn verhuizing naar Utrecht eens met de dichtgroep Triade heb zien voordragen
op een Gronings feestje ter ere van het dichterscollectief Epibreren, die op
hun beurt geen onbekenden zijn voor Flanor. Het cirkeltje is dus mooi rond als
Van Gogh op 8 februari bij ons te gast is. Het is hoog tijd dat we aandacht
schenken aan deze dichter. Sinds zijn debuut De man van taal, dat alleen
om de titel al een prijs verdient, heeft hij bepaald niet stil gezeten. Hij
is redacteur van literair tijdschrift Vrijstaat Austerlitz, werd opgenomen
in Gerrit Komrij's Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste
eeuw in duizend en enige gedichten, en kwam bovendien vlak voor het jaar
2000 uit met een bundel van hedendaagse dichters: Sprong
naar de sterren: de laatste generatie dichters van de twintigste eeuw.
Poëzie in Nederland houdt niet op na de maximalen, en Ruben van Gogh gaat
ons daar binnenkort ongetwijfeld meer over vertellen.
(Robert van Dijk, Literatief, januari 2000)
naar boven
Komende donderdag staat de stad Groningen 24 uur lang in het teken van het gedicht. Of liever, poëzie, want dan wordt de Poëzie marathon gehouden.
Om middernacht, woensdagnacht dus, begint het spektakel in café Marleen in de Kleine Pelsterstraat. Er zijn voordrachten van diverse dichters en dat alles onder leiding van Kees van der Hoef.
Tegelijkertijd start op OOG-radio het zeven uur durende programma PoëzieZendNacht met als gast onder anderen Max Niematz.
Vanaf zeven uur 's morgens kunnen liefhebbers zich telefonisch laten wekken door een team van dichters, om nog op tijd te zijn voor het Poëtisch Ontbijt in Athena's Boekhandel.
Hier zijn onder anderen Remco Ekkers, Gerrit Krol en Arthur Japin van de partij. Die ochtend gaat een team Doe Maar Dicht Maar poëzie-activiteiten op touw zetten op middelbare scholen. In het Universiteitstheater starten om 11.00 uur voordrachten met onder anderen hoogleraar Gillis Dorleijn en de Engelse dichter Keith Armstrong.
Vanaf 13.30 uur zijn er een workshop in de Schrijverschool en om 15.00 uur dichtvoordrachten in de Centrale Openbare Bibliotheek, de bibliotheek Noorderbad en in de boekhandel Godert Walter en Scholtens Wristers. Hier draagt Hanie Rouweler vanaf 17.30 uur vanuit de etalage voor uit eigen en andermans werk.
In Bernlef in de Mussengang volgen vanaf 18.00 uur de Friese dichters Cor van der Wal en Jaap Sietse Zuierveld. In de Wijngarage ontvangt Henk Scholte toehoorders.
Het avondprogramma wordt op diverse locaties verzorgd, zoals in De Belofte van Groningen (met 'verse' Groninger dichters zoals Daniël Dee), in boekhandel De Slegte, in Scholtens Wristers (de Dichters uit Epibreren) en streektaalpoëzie in de Grunneger Sproak.
Vanaf 21.00 uur is er in Huis De Beurs de slotmanifestatie met de grote poëten uit het Noorden, zoals Kees Stip, Jean Pierre Rawie, Willem Jan van wijk en Driek van Wissen en alle andere dichters die op de dag actief waren.
(Loeks, 25-1-2000)
De klok rond allerlei activiteiten Rutger Kopland getipt als Dichter des Vaderlands
Morgen, donderdag, vindt de eerste landelijke Gedichtendag plaats. Vooral Groningen draagt een flinke steen bij om deze dag tot een succes te maken. Verschillende organisaties, verenigingen en boekhandels hebben zich verenigd om een flinke hoeveelheid activiteiten te organiseren. Met elkaar vormen die een Groninger poëziemarathon van precies 24 uur.
Het startschot wordt vannacht om 24.00 uur gelost, wanneer in café Marleen Kees van der Hoef, Max Niematz, Liesbeth Cavé, Jaap Pijper, Fred Schywek, Chris Houwman en Rense Sinkgraven voordragen uit eigen werk. Kees van der Hoef kan al vele jaren worden beschouwd als de 'grand old man' van de Groninger 'light verse', Niematz ontvangt binnenkort het Belcampo-stipendium voor zijn literaire werk. Op hetzelfde moment dat zij voorlezen, is op OOG-radio van alles te horen wat met de poëziemarathon te maken heeft. De echte fanatiekelingen kunnen al meteen de volgende morgen in de dichterlijke sferen blijven hangen wanneer ze gebruik maken van de 'poëtische wekdienst' van uitgeverij Passage. Mensern kunnen zich opgeven via telefoonnummer 5271332. Op verzoek worden ze tussen 7.00 en 8.00 uur telefonisch en op poëtische wijze gewekt door een dichter.
In Athena's boekhandel vindt een 'poëtisch ontbijt' plaats: de hongerige liefhebbers kunnen onder het genot van ochtendlijke versnaperingen luisteren naar voordrachten van de schrijvers Gerrit Krol en Arthur Japin, die tevens aan de tand worden gevoeld door interviewer Remco Ekkers.
In het Universiteitstheater staat vanaf 11.00 uur 'Poëzie aan de RUG' op het programma, met korte lezingen over een geliefd gedicht van onder anderen Gillis Dorleijn, Hub Hermans en Helen Willcox. Na afloop gaat om 13.00 uur de 'poëzie-wandeling' van start, die wordt geleid door Douwe van der Bijl en begint bij het standbeeld van Aletta Jacobs.
's Middags leest dichteres Hannie Rouweler voor uit eigen werk in de etalage van boekhandel Scholtens Wristers, zijn dichters van stichting Nuver te beluisteren in de Openbare bibliotheek en brengen in De Slegte de jonge dichters Daniël Dee, Sieger Geertsma, Bert Schudde en Agnes Haddering hun werk naar voren. Van 13.30 tot 15.00 uur kan iedereen meedoen met een 'open workshop' in het Kunstencentrum onder leiding van Tine Bethlehem. Klaas Swaak en Jos Rietveld lezen voor uit eigen en elkaars werk in boekhandel Godert Walter, waar eveneens een nieuwe bundel van Karel ten Haaf wordt gepresenteerd.
De avond begint in de Friese studentenvereniging Bernlef, waar vanaf 18.00 uur Pier Boorsma, Cor van der Wal, Jan Atze Nicolai en Jaap Sietse Zuierveld voordragen. In de Wijngarage kan onder de noemer 'wijn en poëzie' eenieder zich vervolgens laven aan drank en gezangen van de 'Groninger Bourgondiër' Henk Scholte, met muziek van Bert Ridderbosch. En in boekhandel Scholtens Wristers vindt daarna een optreden plaats van het collectief Dichters uit Epibreren.
In de Grunneger Sproak presenteert de stichting Grunneger Toal vanaf 20.00 uur een avond waaraan onder anderen Henk Puister, Haarm Diek, Henk Smit en Hanny Diemer meewerken. Een uur na deze aanvang begint in Huis De Beurseen dichterlijke manifestatie van het literair dispuut Flanor.
Te gast zijn Willem Jan van Wijk en Jos Tolboom. Kees Stip is helaas wegens ziekte verhinderd te komen. zijn plaats wordt ingenomen door de dichter Rutger Kopland. e marathon wordt afgesloten met een manifestatie in Huis De Beurs, waar onder anderen Hannie Rouweler, Jean Pierre Rawie, Driek van Wissen en Remco Ekkers aanwezig zijn.
De landelijke poëziedag begint feitelijk al vanavond, via de televisie. Op Nederland 3 wordt bekend gemaakt wie zich de Dichter des Vaderlands mag noemen. De Amsterdamse dichter Menno Wigman heeft de Groninger dichter Bart Droog inmiddels laten weten dat de dichter Rutger Kopland tegen collega-dichter Pieter Boskma heeft gezegd vooral naar die uitzending te gaan kijken. Met andere woorden: Kopland wordt in de poëtische wandelgangen genoemd als de winnaar.
(Jacob Moerman, De Groninger Gezinsbode, 26-1-2000)
Groningen - De eerste Landelijke Gedichtendag vond gisteren plaats, en vooral Groningen droeg een flinke steen bij om deze dag tot een succes te maken. Verschillende organisaties, verenigingen en boekhandels hadden zich verenigd om een flinke hoeveelheid activiteiten te organiseren. Bij elkaar vormden die een Groningse poëziemarathon van precies 24 uur. Met als resultaat: een zeer druk bezocht 'poëtisch ontbijt', een optreden van het collectief Dichters uit Epibreren en een dolende dichter die niet op wilde treden.
Het werd gisteren zeer duidelijk dat regelmatige literaire activiteiten in Groningen worden gemist. Het literatuurfestival Winterschrift hield vorig jaar op te bestaan, omdat de rijkssubsidie werd teruggetrokken wegens gebrek aan publieke belangstelling. Dat publiek is er nu eenmaal moeilijk toer te bewegen om naar een literaire voordracht of discussie te gaan luisteren. Wie dus een literaire activiteit in het leven wil roepen, doet er goed aan de publiciteitsmachine op volle toeren te laten draaien. Want het publiek is er, zo werd gisteren duidelijk.
Het is dus niet verwonderlijk dat het 'poetisch ontbijt' in Athena's Boekhandel door maar liefst 120 mensen werd bijgewoond. Daar werden al tijdens de ochtendspits voordrachten gehouden door de schrijvers Gerrit Krol en Arthur Japin, die tevens aan de tand werden gevoeld door interviewer Remco Ekkers. Twee cameraploegen (een landelijke en een regionale) waren aanwezig om de gebeurtenis vast te leggen. En daar wilde iedereen natuurlijk graag bij zijn.
Het startschot voor de Gedichtendag werd overigens in Groningen al woensdagnacht gelost, om precies 24.00 uur in cafe Marleen. Daar droegen Kees van der Hoef, Max Niematz, Liesbeth Cavé, Jaap Pijper, Fred Schywek, Chris Houwman en Rense Sinkgraven voor uit eigen werk. Een bont gezelschap: Kees van der Hoef kan al vele jaren worden beschouwd als de 'grand old man' van de Groninger 'light verse', Niematz ontvangt binnenkort het Belcampo-stipendium voor zijn roman Eilandvrees.
Een van de meest aardige onderdelen in Groningen was de 'poëtische wekdienst'. De echte fanatiekelingen konden zich opgeven bij de Groninger uitgeverij Passage, om tussen 7.00 en 8.00 uur telefonisch en op poëtische wijze te worden gewekt door een dichter. Jos Tolboom en Paul Janssen kregen in totaal vijftien verzoeken, waar ze met alle plezier aan wisten te voldoen.
Zeer geslaagd was eveneens de 'poëziewandeling' door de Martinistad, onder leiding van Douwe van der Bijl. Hij leidde een gezelschap van zo'n vijftien belangstellenden langs de woningen waar ooit Willem Frederik Hermans, Pareau en Halbo C. Kool woonden. Van der Bijl had uit naam van de Openbare Bibliotheek al vaker met het bijltje gehakt, maar zijn bijdrage aan de Gedichtendag was zeer afwisselend en welkom. Hij droeg eveneens een gedicht voor van Henry Hes, een Groninger dichter die even later per toeval werd aangetroffen in een café en niet aan de Gedichtendag deelnam. "Ik ben al zo'n dertig jaar bezig, en heb geen zin meer om voor nop voor te dragen", was zijn commentaar.
Hes had natuurlijk volkomen gelijk. Want de Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders vinden de poëzie altijd leuk, aardig en noodzakelijk, zolang ze de dichters maar niet hoeven te betalen.
(Jacob Moerman, Groninger Dagblad, 28-1-2000)
naar boven
Nederland koos zijn nationale dichter, zondag was er een voorronde in de Grote Kerk te Enschede. Michael Zeeman sprak met de als 'grote dichters' geafficheerde Eva Gerlach, Rutger Kopland en Harry ter Balkt, wat meteen een aardige Twentse inbreng betekende. het draaide evenwel uit op een dodelijk saaie bijeenkomst, die alleen draaglijk werd door de ongewilde slapstick rond de falende techniek, maar die geen enkel nieuw gezichtspunt opleverde, en daardoor nog het meest op een seculiere kerkdienst leek. Het Ben ik te verstaan? als refrein van een verspilde middag. (...)
Nog niet eens zo lang geleden sprak ik de dichter Bart Droog, die een encyclopedie van de Nederlandse poëzie in de vorige eeuw aan het samenstellen is. Volgens hem kabbelt die gestaag voort, zonder dat er ooit iets spectaculairs gebeurt. Hij zag toename noch afname, zowel in kwaliteit als kwantiteit. Oplages blijven even groot, verkopen ook. Het enige verschil is misschien dat de dichters tegenwoordig dankzij de vele media wat zichtbaarder zijn. Op zich is dat geen verbetering. Integendeel. Dichters zijn in het echt vaak volkomen oninteressante, wat grijze lieden, die verbaal verrassend moeilijk uit de hoek komen. ook nu weer. Zeeman kon vragen en aandringen wat hij wilde, de dichters gaven geen krimp en antwoordden steevast dat ze het ook niet wisten. (...)
(Enno de Wit, De Roskam, 28-1-2000)
naar boven
Een aantal gedichten is eerder verschenen in aparte bundels, kranten en tijdschriften.
Groningen: Passage, 1999, 36p., 20 cm.
isbn: 905420639
Tjitse Hofman, 1974 is een van de oprichters van 'De Dichters uit Epibreren'('Oerol 1998'). In een decor van regen, wind en roest registreert de dichter allerlei vormen van verval en onverschilligheid. Oude mensen zitten achter beslagen vensters te verlangen naar wat was, een jong verkeersslachtoffertje wordt laconiek 'uitgezwaaid', burgers kijken onaangedaan naar geweld op straat, gebarsten zerken verwijzen naar het grote vergeten wat ons allen wacht. De liefde wordt bijna achteloos vrijblijvend beleefd: 'dat was dat' het is rappen en zappen geblazen voor de lezer: Regels met rapritme, weinig beeld en nog minder inhoud.
De dichter bekent zelf dat hij 'de saaiheid privatiseert'. Een tijdsbeeld wellicht, maar dan toch in gedichten die ik (nog) niet millenniumbestendig acht.
(Els van Geene, Nederlandse Bibliotheekdienst, 3-2-2000)
Poëzie:
Tjitse Hofman: TV 2000. Passage, 36 blz., 25. ISBN 9054520639, ***
(...) Tjitse Hofman heeft minder woorden nodig, minder gedichten ook, al is dat laatste jammer. In zijn debuut TV 2000 is hij wars van vaste versvormen. Lange, bijna kale gedichten beschrijven verval, stillevens en doorleefde nachten. Soms vloeiend, aak weerbarstig.
Hofman is een dichter vol bravoure, met archaïsche trekjes: 'Komaan', klinkt het in Waterlanders, 'stamp aan/hand in hand kameraden/ inspecteren dijkverzwaren/ (...) ageer tegen het dobberend vee.'
ook geeft hij op eigen wijze geluid aan zijn beeldspraak: 'een binnenschip ramt/de kanten van de gracht/ piepende klaagzang/ van schurend metaal/ roest vreet aan de randen.'
Hofman is vooral sterk als het om landschappenof stadsgezichten gaat. In de meer vleselijk georienteerde gedichten overspeelt hij zichzelf soms. Zinnen als 'Wees los om je/ verlangen te warmen/ neem me mee/ in kermend genot' beginnen al te rieken naar haiku tijdens theekransjes op een verlopen zondagmiddag. En een gedicht dat eindigt met iemand die na een one night stand de ochtend fluitend tegemoet pist in de wasbak, blijft hangen in de anekdote.
Daar staan weer gedichten tegenover die uitgroeien tot mythische proporties. Het gedicht Per ochtend wordt nog eens een klassieker. Lees alvast de slotstrofen: 'De middenstand was ook al op/ hing vlaggen uit waste ramen/ dronk koffie en herhaalde/ het schrobben van de stoep// De zon daagde pal boven de daken/ de natte sleur van de nacht/ nog niet helemaal weg/ en hamers klopten de ochtend los/ met ferme, ferme slagen.'
Hofman staat hiermee stevig aan de basis van de 21ste eeuw.
(Ruben van Gogh, Algemeen Dagblad, 18-2-2000)
Die "Dichter aus Epibreren" gastieren heute Abend im Jungen Theater
Konturlos liegt sie da, fließend und wabernd. Die Insel mit Namen Epibreren. Die ist Fiktion, eine dichterische Negation des Wolkenkuckucksheims. Die Wortschöpfung geht auf den hölländischen Schriftsteller Simon Carmiggelt zurück und bedeutet soviel wie "nichtstun". Also nicht gerade etwas Erhabenes. Aber von Faulheit ist sowieso kaum etwas zu spüren, wenn die "Dichter aus Epibreren" die Bühne entern.
Wild, fast psychotisch winden sich die Groninger Dichter Bart FM Droog und Tjitse Hofman um die Mikrophonständer, laufen auf der Bühne herum, schreien, kriechen, kichern. Ihre Gedichte sind mehr als Worte. Sie sind Klang, der sich fortsetzt in ihrem Minenspiel und in den mal ambientmäßig mäandernden, mal zirkushaft leichten Sounds, die Jan Klug mit vielerlei Blasinstrumenten und elektronischen Gimmicks zur Verfügung stellt. Die Grenzen von Musik und Sprache lösen sich auf, bilden ein faszinierendes Drittes. Die Performance des Trios erinnert zuweilen an Punk- oder Industrialbands. Die Texte handeln in guter Slamtradition von Alltagsbeobachtungen. Oder es sind bizarre Geschichten, der Welt entrückt wie genannte Insel.
Äußerst umtriebig treten alle drei allein oder in immer unterschiedlichen Formationen in der Groninger PopPoeten-Szene in Erscheinung. Stets geht es darum, klangliche und inhaltliche Dimensionen van Lyrik auszuloten. Damit das nicht akademisch unterkühlt wirkt, verstehen sich die "Dichter aus Epibreren" als "grenzüberschreitende Spaßmacher". So arbeiten sie gegen den oftmals annoncierten "Tod der Poesie". Indem sie dem Vortrag besondere Aufmerksamkeit schenken. Indem sie Musik einbinden als gleichberechtigten Partner. So reagieren sie auf die Rolle, die Popmusik in ihrem eigenen, wie auch im Leben der Zuhöör spielt. Heute, 20 Uhr, Junges Theater.
(Tim Schomacker, TAZ, 19-2-2000)
In het werk van enkele jonge dichters wordt het heelal verkend. Het wachten is op de eerste dichter-astronaut. Maar de hemel biedt meer dan alleen sterren.
Alle zegen komt, voor de poëzie, tegenwoordig van boven. Sinds de laatste generatie dichters van de vorige eeuw zichzelf verzamelde in de bundel Sprong naar de sterren staat het Hogere weer volop in de belangstelling van de dichtkunst.
Zoals het voorwoord bij die bloemlezing meldde, bij monde van Ruben van Gogh, keren er in hun poëzie enkele achtergronden regelmatig terug: 'Een aan sciencefiction ontleende kosmos enerzijds, en een duister postindustrieel stadslandschap anderzijds'. En zoals Olaf Zwetsloot in een artikel schreef: 'Veel van de poëten die in Ruben van Goghs bloemlezing Sprong naar de sterren zijn vertegenwoordigd voelen zich, zo blijkt, meer dan andere generaties aangetrokken tot het mysterieuze universum. Is er sprake van een sciencefiction-beweging in de poëzie, de opkomst van kosmo-poëzie?
De dichter richt derhalve de blik omhoog, vol verwachting, vol enthousiasme, vol hoop. Nieuwe wegen zijn te ontginnen. een nieuwe ruimte, een nieuw geluid. Kometen, sterrenstelsels, satellieten, hemellichamen: het heelal is de nieuwe inspiratie.
Op de Nationale Gedichtendag was er in de televisie-uitzending ruim aandacht voor de jongste generatie dichters. Hagar Peeters zat in een panel - en zal binnenkort via Viva, Libelle en Elle Nederlands Beroemdste Dichteres worden. er waren clipjes van jongelingen als Tommy Wieringa en de Dichters uit Epibreren, al jarenlang de trots van Groningen. Frontman Bart FM Droog imiteerde feilloos een kettingzaag met alleen zijn stembanden. het merg-en-been-geluid uit zijn keel bleek zonder ondertiteling nauwelijks direct in verband te brengen met de Nederlandse taal, maar het was wel degelijk poëzie. Zijn eigen poëzie, dat wel.
De Dichters uit Epibreren zien we sinds die heuglijke dag dus als horende bij de 'jongste generatie dichters', ofwel de modernsten. Zij, Bart FM Droog, Jan Klug en Tjitse Hofman, stonden ook in Sprong naar de sterren. en ze keken omhoog: 'De onheilsprofeten ter klif getrokken/ verwelkomen in veertigvoud/ de komeet waarachter ze schip bevroeden/ ze slaan de hand aan zichzelf// in de zonnetempel/ in afgelegen berggebied/ brandt uit lijken geloof/ naar sterren te stijgen// drie raketten/ voederen het station/ kosmonauten hebben pot verteerd// in mijn sloppenwijk/
kijk ik satelliet-tv/ naar buiten, zie de staartster/ krachtiger dan zonnen stralen// slechts de maan, dat hemellichaam/ waarop eens astronauten sprongen/ draait onbevolkt en onbewolkt// vul het glas bij, proost/ de reizigers toe/ wolven huilen schotels.' (Uit 'HALE-BOPP 2'.)
Tjitse Hofman toont in zijn bundel TV 2000 ook de vermaarde hang naar het hogere, onderstrepend wat Zwetsloot noteerde: 'Het is dus niet verwonderlijk dat ook dichters hun geestesoog wenden naar dat Nieuwe Wilde Westen, waar het goud voor het oprapen ligt en waar zij, gewapend met de nieuwste metaforen die de technologie hun te bieden heeft, hun creativiteit de vrije loop kunnen laten.'
Bij Hofman staat er bijvoorbeeld: 'Ik weet dat het/ niet waar is/ ik weet dat het/ niet war is/ buiten graait/ de zon naar de wolken/ maar ze willen niet/ opzij e daarom/ is het donker/ in het donker heerst/ herrie ik kan niet/ tegen herrie dan/ gaan de sterren/ vallen daar houd/ ik niet van'. (uit 'Para'.)
In het titelgedicht is de moderne technologie niet per se gekoppeld aan de ruimte, maar vooral aan het idee van dynamiek, beweging, verplaatsing, 'morfen': 'Elektroniek/ ik loop op elektriek/ à la teletransformatie/glasvezelvervoer en/ satellietcommunicatie// (...)// Ik naai de wereld/ met mijn kabels/ smelt aaneen en divergeer/ ioniseer en transporteer/ alles naar mijn waarheid/ privatiseer de saaiheid/ en alles is in orde/ naar het schijnt.'
Een andere relatief jonge dichter lanceert zichzelf nog verder de ruimte in. Peter Holvoet-Hanssens - overigens sprankelende - bundel Strombolicchio spat bijna uit zijn ruggetje door alle supernova's en sterre-explosies. De eerste regels: 'Salamanders lezen de krant in het kabinet van Persephone / KLEMSCHROEF VAN DE DAG DOET BUIGEN OF BREKEN/ luisteren naar de fuga der kabbala vol maan en zon/ van laag naar hoog naar de zilveren ster van Isis/ voor de grootmeesters der schijtlaarzen / Thanatos, Athanatos, Tetragrammaton/ het universum als een spiraaltje in het rectum van de dwaas//(...)'.
De poëzie van Holvoet Hanssen verschilt aangenaam van die van de Epibreren-jongens. Hier wordt nagedacht, niet alleen woord op woord, beeld op beeld gestapeld zonder een 'diepere', voor de lezer te volgen en bloot te leggen gedachte. Het is poëzie als een vuurpijl, exploderend, kleurig en hallucinant - en het knettert lekker. (...)
Tjitse Hofman, TV 2000. Uitg. Passage, 36 blz., 25,-; Sprong naar de sterren. De laatste generatie dichters van de twintigste eeuw. Uitg. Kwadraat, 92 blz., 29,90; Peter Holvoet-Hanssen, Strombolicchio. Uitg. Bert Bakker, 68 blz., 27,90.
(Rob van Erkelens, De Groene Amsterdammer, 1-3-2000)
Hij verricht het monnikenwerk in een aftands kraakpandje en heeft zichzelf tot volgend jaar de tijd gegeven om in zijn encyclopedie van de poëzie alle Nederlandse en Vlaamse dichters van 1900 tot 2000 te boekstaven. De teller staat na lezing van zo'n 400 bloemlezingen op 2571 dichters. Het kost de samensteller, de in Groningen woonachtige dichter Bart FM Droog, geen moeite om per dag 14 uur aan een stuk achter zijn toetsenbord te zitten: "Het is als reizen in de tijd. Je ontmoet allerlei nieuwe mensen."
De poëzie is de enige rode draad in zijn leven gebleken. Daaraan hebben zijn twintig bijbaantjes en slechts een lagere schooldiploma niets kunnen veranderen. De in Emmen (1966) geboren Bart FM Droog schrijft, denkt en praat poëzie. Tenminste als hij niet de barkeeper uithangt in de Groninger pleisterplaats van de underground poëzie: nachtcafé Koekkoek. En zelfs daar houdt hij zich bezigt met zijn passie en dichterskompanen.
Over gebrek aan publiciteit hoeft hij niet te klagen, zijn gedichten staan in allerlei bloemlezingen, of hij verkoopt de in eigen beheer uitgegeven bundeltjes uit zijn onafscheidelijke attachékoffertje in de kroeg. Er valt altijd wel iets over hem te melden, over zijn manier van voordragen, zijn rauwe teksten, zijn literaire blad Rottend Staal, of de dichtersgroep Epibreren waarvan hij deel uitmaakt.
En nu heeft de in Groningen woonachtige Droog zich bijna het onmogelijke in de poëziewereld voorgenomen de realisatie van een encyclopedie met daarin opgenomen iedere dichter die tussen 1900 en 2000 in boekvorm Nederlandstalige poëzie publiceerde bij een erkende landelijke uitgeverij. Droog denkt binnen een jaar zo'n 3000 tot 4000 dichters te hebben gerubriceerd inclusief informatie over hun debuut, alle bloemlezingen waarin ze hebben gestaan alsook enige biografische informatie.
"Het wordt tijd dat er een standaardwerk komt, een encyclopedie waarin alle feitelijkheden kloppen, die zo goed als compleet is. Iedereen in de Nederlandser literatuur roept maar wat, en iedereen denkt dat ie gelijk heeft. De Nederlandse dichtwereld hangt van de opgeklopte toestanden aan elkaar", zegt hij over zijn motivatie voor dit monnikenwerk.
Het werk wordt verricht in een uitgeleefd kraakpandje in de binnenstad van Groningen. Hij bewoont er een kamertje dat beslist niet gropter is dan 1o vierkante meter. Boeken, bundels, paperassen staan er tot aan het plafond opgestapeld. Een hoogslaper levert hem een paar meter extra bewegingsruimte op. Het is de werk-, woon- en slaapkamer van een jonge dichter die zelf meester is over zijn chaos, maar de buitenstaander het gevoel geeft een vooroorlogse boekenkelder te betreden. Onder een militair camouflagenet knippert de computer, op de radio na, het enige elektrische apparaat in zijn kamer. "De televisie heb ik ween paar jaar geleden de deur al uit gedaan."
Droog is vastberaden het manuscript van zijn encyclopedie, misschien wel zijn levenswerk, uiteindelijk aan zijn uitgever te overhandigen, die reeds heeft toegezegd het werk te zullen publiceren. De teller staat na lezing van ettelijke bundels en reeds meer dan 400 bloemlezingen op 2571 dichters., hij verwacht er nog zo'n duizend aan toe te kunnen voegen. "Het is alsof je reist in de tijd", zegt hij in een poging zijn ijzeren discipline te verklaren. "Op het ene moment zit ik in de jaren dertig, dan weer in de oorlog en dan weer in de jaren zestig. Ik 'leer' allemaal nieuwe dichters kennen. Je vraagt je dan af wat voor mensen dat geweest zijn. Hoe de carrières van de verschillende dichters zijn verlopen. Hoe ze op het ene moment razend populair waren en op het andere moment in het niets verdwenen. Zo ben ik op ene Hans Koldewijn gestuit, een echte ontdekking, alleen weet ik bijna niets van die man, behalve dat hij in 1888 geboren is, mooie gedichten heeft geschreven en op 22-jarige leeftijd stierf."
Tijdens zijn speurtocht in bibliotheken, archieven en antiquariaten ontdekte Droog dat er veel onwaarheden bestaan in de literaire wereld. In de ene bloemlezing wordt dat beweerd en [in] een ander geschrift staat het tegenovergestelde. "Het wordt tijd voor de waarheid", aldus Droog, die nog veel vragen onbeantwoord weet. Hij tikt op zijn toetsenbord de naam Barends in. Even later toont de cursor de naam Samuel/Steven Barends, geboren 9-9-1915 te Delfzijl. "Die man was een van de grootste fascisten van Nederland. deze dichter vertaalde de eerste gepubliceerde versie van Hitlers Mein Kampf in het Nederlands, in 1939. Ik vraag mij af wat van die man geworden is, zou hij nog leven?"
Even later toetst Droog de naam Alexander Gans in het zoekprogramma. Deze man, wiens pseudoniem Paul Lenda was, blijkt te zijn geboren in 1917 te Grijpskerk en was in de jaren dertig in het Groninger leven een toonaangevend figuur. "Hij was een jood en dichter", zegt Droog, "hij werd geïnterneerd in kamp Westerbork, maar wist daaruit te ontsnappen. Hij dook onder, vluchtte naar Engeland en na de oorlog heeft niemand meer iets van hem vernomen. Vreemd vind ik dat. Zoiets interesseert mij enorm."
Droog wist ook te traceren wat er is gebeurd met het zoekgeraakte romanmanuscript van de in 19078 in Stad geboren dichter Martin Leopold (pseudoniem van Martin Kloostra). De dichter bleek zijn roman De Afreis ter lezing aan de in literaire kringen gezaghebbende Groninger Herman poort te hebben meegegeven. Twee weken later stierf Poort en ongelukkigerwijze zat dat manuscript in de jas die Poort was aangetrokken voor zijn ter aarde bestelling. Poort werd volgens de overlevering in zijn jas begraven omdat hij tekenen had gegeven dat het in de aarde wel eens koud kon zijn...
Over zijn eigen vermelding blijft hij bescheiden: "De bundeltjes die ik in eigen beheer heb uitgegeven, heb ik niet vermeld. Ik vind eigenlijk dat ikzelf er tot nu toe een beetje berooid ben afgekomen. aar dat is wel goed zo."
Een kunstbroeder noemde Bart FM Droog ooit de ondergrondse tegenvoeter van (dichter des Vaderlands) Gerrit Komrij, een betiteling waarmee hij zelf niet zoveel kan. Hij doet een graai in zijn boekenkast, en bladert in 'De Dikke Komrij', een erkend standaardwerk als het gaat om poëzie in de Nederlandse taal. "Komrij heeft alleen maar gedichten bij elkaar gebracht, daar is een hele andere gedachtewereld voor nodig. Ik zou dat niet kunnen, daarvoor is mijn eigen smaak te beperkt."
Droog slaat de vuistdikke bundel open bij een mierzoet liefdesgedichtje van Gorter: "erg, vreselijk, dit is heel erg." Dan slaat hij de poëzie van Rutger van Zeijst op en laat zijn ogen over de strofen gaan die hem wel aanspreken: 'Als het maar schreeuwt dat deze een klungel en die een genie is en zelf omzichtig aan zijn onsterfelijkheid knutselt is een dichter'.
(Remco in 't Hof, Nieuwsblad van het Noorden, 10-3-2000)
Een uur durende radioversie van het literaire tijdschrift 'De Rottend Staal Nieuwsbrief'; live vanuit Studio Amstel te Amsterdam. Met medewerking van De Dichters uit Epibreren, de waddenfurby's Eekee en Tooloe, Max Niematz en Menno Wigman.
(De Avonden, VPRO-Radio 5, 11-4-2000) - zie ook 'Poëzie
en Sound'
Groningen - Burgemeester Jacques Wallage heeft een voorliefde voor literatuur, daar doet hij verder ook niet geheimzinnig over, dat is nu eenmaal zo. Op de uitnodiging van de redactie van het literaire blad Tzum om het eerste 'Groninger' exemplaar in ontvangst te nemen luidde het antwoord dan ook volmondig ja. En zeker als het om een van oorsprong Fries product gaat dat in Groninger handen over gaat, is Wallage er als de kippen bij om de eersteling ten doop te houden.
In een klein maar fijn gezelschap nam hij gisteren in café de Slingerij in Groningen het eerste exemplaar van het blad Tzum in ontvangst. En dat deed hij met verve, hij putte in zijn dankwoord zowaar nog even uit het oeuvre van de Engelse literator OscarWilde, waarmee maar gezegd is dat Wallage zijn klassiekers kent. Langer dan een kwartier had Wallage niet voor de literatuur uitgetrokken, want buiten stond de donkerblauwe bolide met chauffeur al met ronkende motor te wachten.
Met Tzum krijgt Groningen - voor zo ver bekend - het derde literaire blad binnen zijn gelederen. Behalve Noach's Kat en de Rottend Staal Nieuwsbrief nu dus ook Tzum, vernoemd naar een plaatsje in de buurt van Bolsward. Volgens hoofdredacteur Coen Peppelenbos bekt die naam ook lekker: "Tzum wohl, Tzum kotzen, je kunt er alle kanten mee op." De presentatie gisteren in het bruine café was eigenlijk een doorstart van een Fries bedenksel.
Dat zit zo: Tzum was in handen van de Friese uitgeverij Frysk en Frij die vond dat Tzum niet rendabel genoeg was en pleitte bij de redactie een nieuwe Friese, provinciale koers. En daar had de literatuurliefhebber en leraar Nederlands Pepelenbos een trek in. Hij vond in Groningen de juiste man met de juiste uitgeverij (De Kleine uil) die het literaire avontuur wel aandurfde. Want met een oplage van 250 exemplaren en een verschijning van vier keer per jaar kun je je daar in commercieel opzicht immers geen buil aan vallen.
Peppelenbos wil vanuit Groningen nu de landelijke concurrentie aangaan met de literaire bladen die veelal uitkomen bij de gerenommeerde uitgeverijen in het Westen des lands. "Ik wil een literair blad zonder schijnheilig gedoe", zegt hij strijdvaardig, "We hebben geen program of doelstelling maar Tzum moet zich kunnen gaan meten met de rest. Het mag bepaalde zaken ook op de hak nemen en ook wel zeikerig zijn, zolang de redactie er maar achter staat," zegt hij. In het eerste (Groninger) nummer heeft Peppelenbos onder meer de schrijver Kees 't Hart voor een bijdrage weten te strikken en valt er een interview met Adriaan Jaeggi te lezen. Natuurlijk staat Peppelenbos er zelf in met een kort verhaal - "literatuur is voor een deel vriendjespolitiek"- en ook heeft hij zijn favoriet en persoonlijke vriend Arthur Japin zo ver kunnen krijgen om een pennenvrucht af te staan.
Een kleine rondgang langs de genodigden leert dat de verwachtingen van Tzum hoog zijn: dichter Bart FM Droog: "Groningen wordt met dit derde literaire blad eindelijk een volwaardige literaire stad. Dichter Rense Sinkgraven: "Ik vond de vorige uitgave, die iets kleiner en compacter was veel mooier. Uitgever Peter ten Hoor: "Ik geef dit blad 2 jaar de kans" en Arthur Japin: "Ik heb het gevoel dat er in Groningen altijd wat gebeurt. Groningen vind ik wel buitenissig. Zo'n blad creëert toch wel een podium voor talent, het is een soort breeding ground..."
(Remco in 't Hof, Nieuwsblad van het Noorden, 21-4-2000)
Willem Jan van Wijk schrijft bescheiden poëzie, die er zijn mag naast het gewoel van de laatste generatie dichters van de twintigste eeuw, dichters als Ruben van Gogh en Bart FM Droog. Gelukkig is er uitgeverij Passage die beide soorten het licht gunt.
'Tijd sleep mij een bril' heet de bundel; een goede titel want Van Wijk (Vlijmen, 1943) schrijft scherp terugblikkend over een jeugd die voor van Gogh (1967) uit de geschiedenisboekjes moet lijken te komen. Maar zo lang is het ook weer niet geleden en bovendien, hoe vreemd de entourage en de sfeer voor de borelingen van de jaren zestig ook mag zijn, liefde, dood, eenzaamheid, angst, schuld en seksualiteit zij in wezen gelijk gebleven.
Deze poëzie is duidelijk geschreven door iemand die dichter bij Bernlef of Schippers staat dan bij Tjitse Hofman of Mustafa Stitou. De gedichten zijn aangenaam realistisch en nuchter van toon, maar geven ook uitzicht op een wonderlijke, geheimzinnige wereld. Zo kunnen opa en een huidige plantsoenarbeider samenvallen in het haren van een zeis. Moet Tjitse dat woord opzoeken? En het werkwoord 'huiken'? Het zal wel zoiets als hurken betekenen. Als een Ploegschilder laat Van Wijk een gehucht huiken achter blauwe bomen. Er zijn kale akkers, kraaien en zwerfkeien, losjes neergelegd over de regels, samengevat als landschap van de goden. het is zondag, 'op zwachtelstille hoeven. / In een schuur valt het touw strak.'
Voor een jongetje uit het katholieke Brabant moet Drenthe een uitgesproken heidens karakter hebben.
In de afdeling 'Bomarzo' worden we teruggevoerd naar de soms griezelige tovertuin van zijn jeugd met opvoeders die naar ik hoop uitgestorven zijn. Juf bindt de jongen aan een boom, 'losjes, maar toch', omdat hij onder de rokken van Jet heeft gekeken. Jet vond dat vast goed, want Jet en Wim hebben iets met elkaar, maar juf dus niet. En een meester schopt een jongen op de grond en hij blijft schoppen. We kennen dat nu als 'zinloos geweld', maar vroeger hoorde dat te vaak bij de opvoeding. Denk maar niet dat de ouders van die jongen verhaal kwamen halen. Alleen een gevoelige dichter in de dop heeft er last van. 'Op een kort, droog teken / schuifelde onze klas naar binnen. / We hadden schrijfles. / Ik maakte al meteen een vlek.'
Een prachtig gedicht is 3 van die reeks: 'Het huis is oud / en het bed dat me wacht / - hoog als een praalwagen - / rolt krakend door de nacht / de maanbrug over- / langs dorpen in dozen / en verder / door stille zomers aan de wand // steeds hoger klimt de wagen, / ik hou wat dunne draden- / als teugels in mijn hand // de wielen raken los / ik hoor ze lijzig draaien -// zes vadem naar de overkant.'
Willem Jan van Wijk: Tijd sleep mij een bril. Passage, Groningen; 48 blz, 25.
(Remco Ekkers, Leeuwarder Courant, 26-5-2000)
Groningen - Muziek, toespraken, voordrachten - er was gisteren een ware 'happening' georganiseerd in het kader van de uitreiking aan Max Niematz van het Belcampo Stipendium, een tweejaarlijkse literaire prijs van de provincie Groningen. Gedeputeerde Mirjam de Meijer en jurylid C.O. Jellema prezen de schrijver en dichter en gaven aan waarom de prijs bij hem in goede handen terecht is gekomen.
'Heb je er iets op tegen als ik je zoen?', vroeg De Meijer aan Niematz na haar openingstoespraak. Hierin was ze kort ingegaan op de betekenis van het Belcampo Stipendium, dat voor een deel een aanmoedigingsprijs is.
De Meijer: 'Tussen de stapel bestsellers dreigen de onbekende literaire werken verloren te gaan. terugkijkend op de winnaars van de afgelopen jaren probeert de provincie op deze manier de schrijvers die meer aandacht verdienen een handje te helpen.' Het Belcampo Stipendium ging eerder naar Louis Stiller en Nanne Tepper. Max Niematz, woonachtig in Oudeschans, publiceerde drie dichtbundels, de verhalenbundel Twee vreemden in een bootje en de romans Eilandvrees en Op de leegte. Begin vorig jaar al ontving hij de uitnodiging om het Belcampo Stipendium in ontvangst te nemen, aangezien de winnaar van de prijs een verhaal moet inleveren dat daarna bij de Groninger uitgeverij Philip Elchers verschijnt. 'U zult het geloven of niet, maar ik heb geaarzeld om deze prijs te ontvangen', liet Niematz weten. 'Dat kwam door de toevoeging dat ik een novelle zou moeten schrijven.' Niematz had evenwel de aarzeling laten varen, zodat gisteren zijn novelle De Kromzichter fokveedagen ten doop kon worden gehouden. Jurylid en dichter C.O. Jellema prees de humor en kritische instelling die uit het verhaal spreken. 'Met Max Niematz is onze provincie een auteur rijk die aan de opdracht een originele, eigenzinnige invulling zou weten te geven.' de middag eindigde met een optreden van het collectief Dichters uit Epibreren, met een gastrol voor Niematz.
(Jacob Moerman, Groninger Dagblad, 27-5-2000)
[bijschrift bij Reyer Boxems foto van Max Niematz, Jan Klug, Anneke Hofman, Martijn Woldring, Janfie van Strien en Tjitse Hofman]
De schrijver Max Niematz (rechts) temidden van bewonderaars in de Statenzaal van het provinciehuis in Groningen, nadat hij gistermiddag uit handen van gedeputeerde Mirjam de Meijer het Belcampo Stipendium ontving. Voor deze tweejaarlijkse prijs van de Provincie Groningen schreef hij in opdracht De Kromzichter fokveedagen. Jurylid C.O. Jellema prees de schrijver om de 'broeierige sfeer' die hij weet op te roepen en de 'geserreerde humor' in deze historische streeknovelle, die zich afspeelt in het Oldambt, en waarin 'het alledaagse omslaat in het demonische'. Na de presentatie van de novelle, die als bibliofiele uitgave in een eenmalige oplage van 500 exemplaren werd uitgegeven door Stichting Philip Elchers, verzorgden de 'Dichters uit Epibreren' een optreden waarin Max Niematz als gast figureerde.
(Nieuwsblad van het Noorden, 27-5-2000)
Van Zuiden neemt niet echt een voorbeeld aan andere dichters. Wel leest hij bij voorkeur alleen poëzie. Hij interesseert zich zowel voor de nieuwe generatie als de klassieke dichters. Tot zijn favorieten horen Ida Gerhardt, Jana Beránova, Chr.J. van Geel en Bart FM Droog. (...) Een leven zonder poëzie kan Van Zuiden zich moeilijk samenstellen. 'Het zou even saai zijn als een wereld zonder muziek'. Soms is de grens tussen beide kunstvormen zelfs erg nauw. Van Zuiden vindt dat vooral opvallend bij de nieuwe generatie podiumdichters: zij tonen een grote verwantschap met muzikanten. 'Neem nou Ingmar Heytze of De Dichters uit Epibreren: zij hebben zulke mooie optredens, daar kunnen veel performers van leren.' Een hele belangrijke ontwikkeling voor de toekomst van de poëzie, vindt van Zuiden, vooral omdat hij verwacht dat een deel van de fans zich later ook zal gaan verdiepen in de oorspronkelijke poëzie.
De door Henk van Zuiden samengestelde themabloemlezingen en zijn bundel De alpendromer en andere gedichten (Kwadraat, 1999) zijn verkrijgbaar bij de boekhandel. Voor meer informatie over zijn recente poëzie- en kunstboek Wordt nooit verliefd op walvis, dat hij samen met beeldend kunstenaar Ilja Walraven maakte: 070-397.51.95.
([Poëzie2]-Nieuwsbrief van Uitgeverij Kwadraat, nummer 1, voorjaar 2000 [= juni 2000])
Bart F.M. Droog (Emmen, 1966) woont en werkt in Groningen. Zijn grootste bekendheid geniet hij als voorman van De Dichters uit Epibreren, het gezelschap dat in binnen- en buitenland optreedt met een unieke mix van poëzie en muziek. Daarnaast werkt hij als barkeeper, geeft hij een tijdschrift uit (Rottend Staal Nieuwsbrief), bouwt hij aan een oeuvre als dichter, en werkt hij aan een dichters-encyclopedie van de twintigste eeuw.
Waarom maak je een dichters-encyclopedie, waarom begin je aan zo'n enorme klus?
"De eerste drijfveer om deze encyclopedie was eigenlijk nogal raar. Ik hoorde twee jaar geleden een bericht dat er meer dan een miljoen mensen gedichten schreven. Daarna hoorde ik dat er 375 landelijk publicerende dichters in Nederland en Vlaanderen zouden zijn. En toen dacht ik: ik ga het gewoon even tellen. Ik merkte al heel gauw dat dat niet kan. Je moet ook de namen registreren, de data, de boeken die ze hebben uitgebracht. Toen ik daarmee bezig ging, ontstond dit hele project.
"Ik ben vanaf augustus bezig. Dat is nu dus een maand of tien. Ik verzamel persoonlijke gegevens, een korte biografie. Dan een overzicht van de dichtbundels en eventuele herdrukken, en een overzicht van de bloemlezingen waarin de dichter is opgenomen. Je komt allerlei leuks tegen. Bernlef bijvoorbeeld. Die is getrouwd geweest met een dochter van Ed Hoornik en Mies Bouhuys. K. Schippers, een oude schoolkameraad van Bernlef, is met een andere dochter van ze getrouwd. Ed Hoornik was in de jaren vijftig een van de meest invloedrijke dichters en recensenten. En dan denk ik: ja, jezus!
"Of hier: A.Th. Heijting. Ik weet nog steeds niet zijn hele levensloop. Hij volgde een opleiding tot officier, maar werd van de academie afgetrapt wegens lichamelijke onvolkomenheden. Toen is 'ie in de journalistiek en de literatuur gestapt. Heeft bloemlezingen gemaakt. Die zijn echt bizar. Van geen enkele dichter staan er zoveel gedichten in als van hemzelf - onder pseudoniem. In de oorlog schijnt hij fout te zijn geweest." Lachend: "Na de oorlog hij nog een boekje geschreven: "Waarom ik onschuldig ben".
"Over de Beweging van Vijftig wordt gezegd: begon met Atonaal, 1951. Maar als je nou even vijf jaar verder terugkijkt, of zelfs tien jaar, dan zie je die mensen dan al samenwerken. Atonaal is wel een belangrijk boek geweest, maar het is niet als een donderslag bij heldere hemel gekomen. Er wordt van alles gezegd over stromingen die er in het verleden zouden zijn geweest. De Maximalen, of de Nieuwe Wilden. Naderhand kom je er niks van tegen. Toch wordt als stroming gepresenteerd. Waarom mensen zo bestempelen?
Daar is het je om te doen, om mythes uit de wereld te helpen?
"Ja. Niemand heeft ooit naar die bloemlezingen gekeken. Bizar vind ik dat. Er wordt altijd heel denigrerend over gedaan. Die leest niemand, wordt er dan gezegd. Maar als je dan gaat kijken naar de oplagen van die boeken: ze moeten verkopen, want die uitgeverijen zijn ook niet gek. Dichtbundels verkopen eigenlijk nooit. Die oplagen zijn altijd erg klein. Zelfs bij iemand als Kopland - die toch niet te klagen heeft - valt dat erg mee. Maar als je het vergelijkt met de bloemlezingen waarin hij staat: een stuk of 150. Neem alleen al de dikke Komrij-bloemlezing. Daarvan zijn enorme aantallen verkocht. Als dichter heb je er eigenlijk meer aan om met een gedichtje in zo'n bloemlezing te staan, dan tien bundels uitgebracht te hebben waarvan er maar twee verkocht worden. Daar bereik je meer mensen mee. Maar dat mag je dan weer niet zeggen."
Droog haalt het ene voorbeeld na het andere aan. Zijn enthousiasme en feitenkennis zijn enorm. Hij trekt boeken uit de kast, bladert, zoekt in zijn computerbestanden naar gegevens over de meest obscure dichters, en wijdt over ze uit: "Als dichter X in jaar Y debuteert bij de Arbeiderspers, dan kan je eigenlijk al aanwijzen: O, dan komt hij waarschijnlijk uit Amsterdam, heeft Nederlands gestudeerd, heeft college gevolgd bij die en die dichter die redacteur was bij die uitgeverij... Zo kan je het een beetje plaatsen." Toch noemt hij de encyclopedie "bijzaak". Hij is en blijft in eerste plaats dichter.
"Vorig jaar kreeg ik de opdracht om iets over de toekomst van het poëtische landschap der de lage landen te schrijven, onder het thema de dichter is een ziener. Voor het tijdschrift Millennium." Hij wendt zich naar de computer, en schuift en klikt wat met de muis. Op het beeldscherm verschijnt een ultrakort gedicht:
alles blijft hetzelfde
net als vroeger
ik weet het nog goed
"Dit is de eerste versie van wat ik toen schreef. Eerst wilde ik dit opsturen, maar ik heb het toch maar niet gedaan. Toch een beetje te riskant. Terwijl ik denk: zo is het gewoon wel, beter kan ik het niet zeggen. Ik ben geen ziener, ik ben een dichter. Wat is dat nou voor bullshit? Geef dan een normale opdracht ofzo.
"Maar goed, langzaam ben ik aan deze regels gaan kloten. Blablabla. De ene poging na de andere. Wat gaat er gebeuren, dacht ik. Zeespiegelstijging. Oké, mooi beeld. Eerste versie. Wat weet ik over toekomstkijken? Er zijn mensen die menen uit het staren naar pis de toekomst te voorspellen. Ook wel een aardig idee. Dan het idee van verzopen dorpen en kermende kinderen. Oké, dat was leuk. Nog weer een nieuwe poging: de ruimte. Zo gaat het een tijdje door. Wat ik uiteindelijk heb opgestuurd, is een soort samentrekking uit al die pogingen. Heel langzamerhand groeit zoiets. Op een gegeven moment valt dan een muntje. En dan denk je: hé, op die toer ga ik, da's leuk!
"Ik vind het eindresultaat erg mooi. Dat is toch wel vaak het mooie aan een opdracht. Je wordt gedwongen over een bepaald onderwerp te schrijven. Maar het moet wel typisch iets van mezelf blijven. Als ik gevraagd word een gedicht over een tuin te schrijven, kan ik wel schrijven over hoe idyllisch een boom staat, of hoe geraakt ik word door de schoonheid van een klaproos, maar dat doe ik niet. Ik heb een keer een gedicht over een tuin geschreven. Dat begint met een heel idyllisch plaatje. Uiteindelijk blijkt dat de ik-persoon de tuinman heeft neergeschoten. Beeng!! (lacht) Jacht ís en blijft mijn passie. Wat andere mensen maken vind ik soms wel mooi, maar ik zou het zelf nooit zo willen doen. Ik wil iets totaal anders schrijven.
Ik zat een beetje in mijn maag met het gedicht 'Oerol'. Je verwijst erin naar allerlei verschillende dode dichters. Wat wil je precies met die verwijzingen zeggen?
"Dit gedicht is geschreven voor het Oerol-festival. Dat had toen als thema in diepte vereeuwigd. Toen dacht ik hé, da's leuk: laat ik Marsman er maar bijslepen. Een soort eerbetoon. Marsman is natuurlijk ook in de diepte vereeuwigd, hij is in 1940 verongelukt op een schip. Maar ik sleep er ook nog marsmannetjes bij. Dat vind ik leuk: een beetje verwarring scheppen. 'Een antilope scheerde voorbij' is bijvoorbeeld ook van Marsman. In 'Paradise regained' vergelijkt hij de wind met een antilope. Bij mij is het een beeld. Er scheert gewoon een antilope voorbij. Je moet het allemaal heel letterlijk zien. Het is een combinatie van beelden. Super-absurd. Ik vind het vooral mooi als je het hele gedicht echt letterlijk voor je gaat zien. Het is echt een filmpje dat ik helemaal voor me kan zien.
Ik heb ook wel gedacht dat je poëzie moralistisch is. In 'Wijze woorden' een vader die zijn zoon belerend toespreekt. In 'Het land overvloed' een ik-figuur die beweert dat luilekkerland ook geen pretje is, omdat het gaat vervelen.
"Ja. Zo zou je het kunnen opvatten. Maar ik probeer het eigenlijk te vermijden. Ik wil niet preken of zo. Het is meer de bedoeling mooie beelden te schetsen, het op te roepen. De bundel is nog niet af, maar als je het uiteindelijk in een geheel ziet, valt het beter op z'n plaats, denk ik. Dan zie je dat het ik-personage steeds van plek naar plek gejaagd wordt. Dat heen en weer gejaagd worden, dat is er het belangrijkst aan. De gedichten vormen een geheel. Na een paar jaar schrijven denk je: ik heb weer genoeg om een verhaal te schrijven, om er een geheel van te maken. De bundels sluiten ook op elkaar aan. In Deze dagen schets ik het leven zoals ik dat ervaar en wat eraan vooraf is gegaan, de historische achtergrond. In Benzine, mijn nieuwe bundel, ga ik weer verder op dat verhaal. Dat is eigenlijk Deze dagen deel twee. Daarin hoef ik die historische achtergrond niet nog een keer te schetsen. Het zou ideaal zijn als er ook nog een Deze dagen deel drie komt.
"Voor Benzine heb ik nu een selectie van gedichten gemaakt, en ik heb vijf mensen om reacties gevraagd. Als vier van de vijf zeggen dat-en-dat is een kutgedicht, dan flikker ik het eruit. Ik wil wel graag weten waarom. Maar als anderen er niks aan hebben, dan moet ik het blijkbaar niet publiceren. Hier: 'Lust for life'. Tjitse Hofman (een collega-dichter uit Epibreren - r.a.) schrijft "heb ik niet zoveel mee". Ik vind het zelf erg grappig. Lekker absurd. Maar als meer mensen het niks vinden, dan ben ik blijkbaar blind geslagen. Ik ben wijs genoeg om die raad op te volgen. En hier 'December 1999': dat is een gedicht dat ik nog nergens eerder gepubliceerd heb. Reacties die ik tot nu toe gehoord heb zijn wel positief, terwijl ik zelf denk: da's een huis-tuin-en-keukengedicht. Tja... Ik denk dat ik hem er toch maar in pleur. Je zal het zien als het gerecenseerd wordt: dan zeggen ze 'Woh, geweldig gedicht, ik wou dat al die gedichten zo waren...'"
Ralph Aarnout, Cantecleer (tijdschrift Vakgroep Nederlandse Taal- en Letterkunde Groningen) jaargang 4, nummer 6, juni/juli 2000
Welk boek ligt er op dit moment naast uw bed? Karel XII
van Zweden, door Voltaire (pseudoniem van François Marie Arouet,
1694-1778), vertaald door Dr J.A. Schröeder, uitgegeven door L.J. Veen/Het
Kompas, Amsterdam/Antwerpen, ongedateerd (vermoedelijk 1947).
Met welk romanpersonage zou u een verhouding willen beginnen?
Daar ik vrijwel geen romans lees waarin personages voorkomen waarvan ik denk:
'hé, wauw!' ben ik zo vrij de blonde vrouw uit het gedicht Paradise
regained van Marsman te kiezen. Al was het alleen vanwege haar meeslepende
gezang op verrukkelijke wijze.
Waar leest u het liefst? In bed en op het toilet. Heerlijk
ontspannend. Van welk boek vond u de film beter? Somberman's
Actie van Remco Campert, verfilmd door Casper Verbruggen. Al was het alleen
maar omdat in de film wel en in het boek niet een gedichtje van mijn hand verwerkt
is.
Hoe vat u De Avonden in één zin samen? Nederlands
prozawerk van de ex van Hanny Michaelis.
Wat is uw favoriete beginzin? 'I'm the lowest of the low, I'm
the sickest of the sick. De eerste regels van het krankzinnige lied 'Rock 'n'
Roll Paddy van Shane
MacGowan.
Welk gedicht beweert u uit uw hoofd te kennen? Wel, dit is
een lastige vraag: ken alle gedichten waarmee ik optreed uit mijn hoofd, daarnaast
een titelloos gedicht van M. Vasalis Als je een landschap was, De
achttien Dooden van Jan Campert, Kreukelzone van Tjitse Hofman
en enige Duitse vertalingen van gedichten van de Russische poëet Majakowski
uit mijn lelijk hoofd.
In welk boek bleef u hopeloos steken? In de roman Huurder
van Arjan Witte. Met geen mogelijkheid door te komen, wat ik erg jammer vond,
want zijn eerdere roman Rode zeep was een geweldig boek.
Welk eind had u graag herschreven willen zien? Mijn bijbel
uit 1894 eindigt met het eenregelige hoofdstuk Openbaringen 22: 'En
hij toonde mij eene zuivere rivier'. Vind ik toch wel een beetje tegenvallen
voor zo'n lijvig boek.
Welke auteur zou uw ideale drinkgezelschap zijn? Als me de
mogelijkheid geboden zou worden me te bezatten met reeds verstorvenen zou ik
opteren voor Johnny van Doorn, vanwege zijn stem en zijn mooie verhalen.
Welke reputatie beschouwt u als zwaar overschat? Gevaarlijke
vraag. Als ik deze eerlijk zou beantwoorden ontzeg ik mij vele publicatie- en
optreedmogelijkheden, gezien de kleinzieligheid die in deze contreien heerst.
Vandaar dit vage antwoord: de reputatie van allen die zich belangrijk wanen.
Als welk personage wilt u na uw dood terugkeren? Als Ollie
B. Bommel, Guust Flater of Magere Hein. Hangt een beetje af van mijn gemoedstoestand
welke.
Welk boek had u willen schrijven? Slaughterhouse 5
van Kurt Vonnegut. Een van de meeslependste boeken uit de twintigste eeuw.
(Maartje Somers, Het Parool, 8-6-2000)
naar boven
HUMO Op festivals als Crossing Border treden hiphoppers en dichters
door en naast elkaar op, teksten van rappers worden in boekjes gebundeld, dichters
treden op hun beurt rappend en begeleid door hiphop-beats op, en Gerrit Komrij
zag de Nederhop-golf zelfs als de redding van de Nederlandse poëzie. Wat
denk je daar als eenvoudige rapper allemaal van?
DEF P. "Ik heb niks met het literaire wereldje. Ik vind het een
elitaire toestand met heel veel poeha, een stelletje opgeblazen figuren die
denken in een machtspositie te zitten en menen te kunnen bepalen wat wel en
wat niet literair is. Ik hou daar niet zo van. Ik zie mezelf voornamelijk als
een rapper en niet als een dichter of een literair schrijver. Ik voel me best
wel vereerd als iemand mij wél zo ziet, dat zal ik niet ontkennen, maar
om mezelf nu ook echt in die wereld te gaan manifesteren, dat vind ik iets te
ver gaan. Het staat gewoon te ver van me af. Ik doe wat ik altijd al doe en
als ik van verschillende kanten waardering krijg is dat mooi meegenomen. Maar
ik schrijf niet speciaal voor de literaire wereld. Absoluut niet."
HUMO Maar zien jullie ook die connectie tussen hiphop en poëzie,
of vinden jullie dat allemaal wat vergezocht?
QUINTE "Ik vind het toch wel een erkenning voor de hiphop. Ik heb
onlangs de Scratch Poetry Night in Antwerpen gedaan, waar ik een overdosis poëzie
heb moeten omzetten in rapteksten. Heavy Stuff, hoor: dingen van Jacques Prévert
en Arthur Rimbaud. Ik ben zelf ook begonnen met het schrijven van poëzie,
zij het met hiphop als uitgangspunt. Mijns inziens is de vraag niet of rap poëzie
kan zijn, maar of poëzie rap kan zijn."
HUMO Misschien is het gewoon een kwestie van eigenbelang en drukt de
poëziewereld al die Nederhoppers alleen maar aan de borst om van zijn duffe
imago verlost te raken en weer enigszins aansluiting te krijgen bij het jonge
publiek.
DEF P. "Ik heb inderdaad het gevoel dat de hele literaire en poëziewereld
op zijn reet ligt, dat al die dichters uitgekakt zijn en om de boel nieuw leven
in te blazen een welig tierende cultuur als de hiphop erbij halen. Dat maakt
het weer bruisend en aantrekkelijk voor jongeren."
QUINTE "Ik heb De Dichters van Epibreren eens live bezig gezien
en dat vond ik echt fantastisch. Dat is ongelooflijk energiek. Wat zij doen
zit in de richting van hiphop-achtige freestyle."
DEF P. "Die zijn inderdaad goed."
HUMO De enige schrijver waarmee jij naar eigen zeggen affiniteit mee
hebt, Def P., is Herman Brusselmans.
DEF P. "Die vind ik hartstikke leuk, ja. Hij heeft zoveel kapsones
dat het gewoon grappig wordt. Hij heeft bijna de hiphop-mentaliteit. Hij zegt
gewoon: ik ben nu eenmaal de beste schrijver, ik kan er ook niks aan doen. Als
je eerlijk bent en oprecht en je weet van jezelf dat je goeie teksten schrijft,
waarom zou je dat dan moeten ontkennen? Tegen wie lieg je dan? Toch voornamelijk
tegen jezelf."
(mvs, Humo #22, juni 2000; hele interview is te lezen op: http://www.xs4all.nl/~osdorp/inter/inter89.htm
)
Rotterdam - Vanavond begint Poetry International. Twee Groningers treden aan op dit prestigieuze poëziefestival. Bart Droog en Daniël Dee. 'Ik sta toch voor een lege zaal.'
Een beetje beduusd is hij er wel van. De jonge stad-Groninger dichter Daniël Dee. Gisteren verscheen zijn eerste in eigen beheer uitgegeven poëziebundel Waardeloos en maandag staat hij op het prestigieuze poëziefestival Poetry International dat vanavond begint en duurt tot en met 23 juni. Hij staat in et programma-onderdeel De doos van Pandorra, waarin een 15-tal jonge, nog vrijwel onbekende dichters aantreden. Dee, die vaak optreedt in het land, vermoedt dat hij tijdens een van zijn optredens is gespot door een medewerker van Poetry. Dee hoopt op een doorbraak. 'Ik zou het niet erg vinden als iemand van een grote uitgeverij me zag maandag en dat ik daar dan kan publiceren.'
De andere Groninger op Poetry is Bart FM Droog. Hij staat in de Poetry Slam, een gedichtenwedstrijd die op woensdagavond plaats vindt. Zenuwachtig is hij allerminst. 'Ik sta toch voor een lege zaal. Woensdag speelt Nederland tegen Frankrijk.'
Dichters proberen elkaar te overtroeven met de kracht van hun woorden en hun voordracht. Het publiek bepaalt met cijferbordjes wie door mag naar de volgende ronde. Vijf dichters uit Duitsland (Bastian Böttcher, winnaar van vorig jaar), België, Nederland en Amerika doen mee aan dit concours. 'Een debiele ontwikkeling, die slams', meent Droog. 'Hoe kun je dichters uit zulke verschillende talen en culturen nou vergelijken?'
Hij vertikt het om het heel erg op de scheld- en schuttingwoorden te gooien tijdens zijn voordracht. 'Alleen met dat soort effectbejag win je zo'n slam.'
Overigens is de slam wel een voorbeeld van de manier waarop het festival verandert. Het festival is luchtiger en speelser dan voorheen, overigens zonder dat het traditioneel serieuze karakter van de voorleesavonden verloren gaat. De amusementselementen zijn er gewoon aan toegevoegd, meer dan bij vorige afleveringen.
De ondeugd krijgt een voorname plek. Onder het motto 'Het theater is geen plaats voor de zedelijke orde' van de klassieke schrijver Ovidius presenteert Poetry een continue stroom van scabreuze gedichten uit de oudheid. Gelukkig beperkt het festival zich daarbij niet tot het gebruik van het ietwat deftige, nuffige woord 'scabreus'. Het gaat gewoon om pikant tot ronduit schunnig werk, meldt het programma.
Als gezegd: het is niet een en al knipoog op het poëziefeest. Het leidende festivalthema is 'hemel en hel' en de oudheid speelt een grote rol. In het openingsprogramma zaterdagavond, gepresenteerd door Marcel Möring, lezen zestien dichters eigen werk voor de hemel en de hel, al of niet geïnspireerd door Dantes hemelreisverslag De Goddelijke Komedie.
Een van die zestien is de grote Russische dichter Jevgeni Rijn, die jaren geleden al grote indruk maakte tijdens Poetry door zijn intense manier van voor-dragen. Rijn is dit jaar ook degene die het openingsessay schreef en zaterdagavond zal voordragen, een lezing die traditioneel een verdediging van de poëzie behelst.
(Bram Hulzebos, Nieuwsblad van het Noorden, 17-6-2000)
Dik Klees: 'U kent de juryleden wel bij het schoonrijden op de schaats, zij houden bordjes op met rapportcijfers voor de prestaties. Datzelfde zien we nu op het gedichtenfestival Poetry International. Bij Poetry Slam treden dichters op; een jury geeft cijfers op bordjes - natuurlijk - en het publiek mag door applaus of boegeroep laten weten of het het met de jurering eens is. U krijgt straks bij ons een proeve daarvan.' [ muziek ] 'Every day is like sunday. The Pretenders waren dat. Vorig jaar werd het fenomeen voor het eerst geïntroduceerd op Poetry International in Rotterdam: Slam Poetry. De ingewijden in het literaire wereldje doet het denken aan de optredens van wijlen Johnny the Selfkicker en van de nachtburgemeester van Rotterdam Jules Deelder die ook bij Poetry International aanwezig is. Slam Poetry is het spuien van een schier onstuitbare woordenbrij waarmee dichters elkaar proberen te overtroeven. In het publiek worden juryleden aangewezen die met bordjes cijfers geven voor de performance, zoiets als die Russische schaatsjury's. Maar ook het publiek kan door applaus en boegeroep z'n voorkeur kenbaar maken. Ook dit jaar staat Slam Poetry op het programma daar. Poetry International duurt nog tot vrijdag en woensdag treden twee slamdichters aan, namelijk de Belg Didi de Paris en de Nederlandse dichter Bart FM Droog. Heren, hartelijk welkom. Didi, u wordt mij voorgesteld als een post-poëtische pornopastoor die ervan overtuigd is dat het woord ontstaat uit een botsing tussen beeld en geluid. Dat vraagt om een nadere uitleg. Kunt u die geven?'
Didi de Paris: 'Ja, dus, voor mij als podiumdichter komt het er op aan dat ik dus me niet louter beperk tot het geschreven woord, maar dat ik ook bepaalde elementen uit de beeldcultuur overneem. Ook elementen uit theater en uit rock enzo.'
Klees: 'Hoe moet ik dan dat voor mij zien? Want het betekent niet alleen dat u improviseert met woorden maar daar beelden bij gebruikt?'
De Paris: 'Ieder dichter roept toch beelden op...'
Klees: 'Zeker. Dat is hetzelfde.'
De Paris: '...met z'n werk. Maar ja, er is ook wat meer spektakel te zien. ik gebruik bepaalde elementen uit het theater en elementen uit de rockwereld, bijvoorbeeld de manier waarop ik optreed heeft meer te maken met bijvoorbeeld Nick Cave en Henry Rollins enzo dan bijvoorbeeld met M.S. Claes of, ja, ik ga nu geen nog levende confraters beledigen. Tenzij ze mij uitdagen, natuurlijk.'
Klees: 'Jaja. Dat zit er heel duidelijk ook in, hè. Want als je een jurering over je afroept dan gaat het om een prestatie die je meetbaar wilt maken?'
De Paris: 'Nee, de prestatie zal mij aan m'n reet roesten. Ook het wedstrijdgehalte en zo. Waar het mij vooral om te doen is, is dat er bijvoorbeeld... ik denk dat het vooral twee visies op literatuur zijn die met elkaar in botsing staan. Het is meer academische visie of mensen die pretenderen dat zij daar patent op hebben terwijl er ook mensen zijn die meer streetwise te werk gaan, hmm.'
Klees: 'En wilt u bij die laatste meer horen?'
De Paris: 'Nee, maar dat .. ik spreek alleen maar voor mezelf. Ik heb geen behoefte om bij die of die clique te zijn. Ik ben al twintig jaar een einzelgänger ...'
Klees: 'Maar het gaat u wel om de confrontatie tussen twee werelden of twee gevoelens of wat dan ook?'
De Paris: 'Maar die confrontatie die heb ik niet uitgelokt. Vandaag zien we dat bijvoorbeeld iemand dus in de stijl van Johnny the Selfkicker en zo iemand als Jules Deelder. Twintig, nee, vijfentwintig jaar geleden werd daar gewoon op neergekeken, terwijl nu wordt die man toch dit festival behoorlijk in de bloemetjes gezet.'
Klees: 'Is dat een soort revival. Is dat gewoon hetzelfde als wat Slam Poetry inhoudt?
De Paris: 'Dat is geen revival. Dat is gewoon, Deelder, dus in die stijl, allé, in die traditie - als je dat woord kunt gebruiken, werk ik heel graag in. Deelder is ten eerste al een zeer goed dichter en ik hoop dat ik dat van mezelf kan zeggen, plus ook dat de intensiteit is aanwezig, dus je zal niet indutten als een man als Deelder op het podium staat. Dat zal mij zelf ook niet overkomen.'
Klees: 'Bart FM Droog, de collega die naast u zit, is ook podiumdichter?'
Bart FM Droog: 'Gewoon dichter.'
Klees: 'Gewoon dichter. Dichter. Je hebt ook dichter die aanvankelijk niks anders deden dan hun gedachten en beelden aan het papier toevertrouwen en die bij gelegenheid maar eens opdreunen...'
Droog: 'Eigenlijk andersom.'
Klees: 'Ja? Hoedan?'
Droog: 'Er waren al dichters voordat er sprake was van het geschreven woord. Tot in de Romeinse tijd was het hoogst gebruikelijk dat als iemand las hij dat hardop deed. Dus pas de laatste kleine tweeduizend jaar is er sprake van dat het geschreven woord belangrijker wordt...'
Klees: 'Maar de eigen interpretatie daarvan werd daarmee ook beter mogelijk omdat je er steeds weer iets in legt dat misschien voor dat moment het mooiste is. Doet u dat ook bij een optreden? Het moment is zo belangrijk dat een gedicht anders kan worden?'
Droog: 'Elk optreden is anders, denk ik.'
Klees: 'Dus daarmee wordt elk voorgedragen gedicht weer anders per gelegenheid?'
Droog: 'Ik treed zelf op samen met een muzikant op. Die bepaalt in hoge mate de sfeer ook. Wat hij speelt, daar leg ik mijn woorden weer op. En wat is weer afhankelijk van wat hij speelt. Of hij nu iets heel intens of iets heel rustigs...'
Klees: 'Jaja. Betekent het ook dat het in de hoek zit van rap? Ik wil helemaal geen...'
Droog: 'Nee, totaal niet. Heeft het niets...'
Klees: '...maar als je ritmisch iets wil doen, dat er muzikanten
bij zijn, dan zou je in die richting kunnen denken?'
Droog: 'Ja, dat is een beetje een rare ontwikkeling die al
sinds een paar jaar speelt. Dat mensen dichters voortdurend in een raphoek of
slamhoek willen drukken. Het gaat er mij gewoon om: ik ben dichter en doe mijn
ding.'
Klees: 'Didi de Paris doet ook andere, aardse dingen, zoals
een dagelijkse nogal eigenzinnige column voor onze collega's van Radio 1, maar
dan in België, de Vlaamse Radio 1. Daar hebt u een column en die gaat over
voetbal?'
De Paris: 'Ja, dat is eigenlijk een fenomeen waar ik geen bal
van af weet.'
Klees: 'Dat was geen beletsel?'
De Paris: 'Dat is geen beletsel. Specialisten daar aan is er
geen gebrek om over voetbal uitleg en duiding te komen geven. Waar misschien
wel een gebrek aan is, is aan mensen die met een geprononceerde mening uit de
hoek komen. Mij interesseert voetbal wel als maatschappelijk fenomeen. En dan
zitten we eigenlijk bij een ander cruciaal aspect van mijn werk, van mijn manier
van schrijven, van mijn manier van optreden. Voor mij moet kunst een maatschappelijke
relevantie hebben. Naast die intensiteit waar ik het al over had is een ander
kenmerk van mijn kunst dat het reflecteert op heel de maatschappij.'
Klees: 'En dan zeggen de mensen die die denkbeelden van u niet
delen, die stoppen u, wat België betreft, in de semi-criminele hoek, had
ik begrepen.'
De Paris: 'Nee, dat is niet waar. Haha. Ik heb een afwijkende
mening en België is misschien een bananenrepubliek maar het is nog niet
zo ver gekomen dat men mij al lyncht omwille van drie, vier gedichten die hen
niet bevallen, haha. Zijn er wel meer die hen niet bevallen, hihi. Nee, maar
het is altijd de intensiteit die nagestreefd wordt, hmm. Er wordt nogal eens
gezegd dat ik controversiële meningen spui, maar dat is gewoon, tja, kijk,
ik ga er van uit dat heel de media daar een bepaalde consensus heerst en als
kunstenaar is het mijn vrijheid en misschien een stuk ook mijn plicht om aan
die consensus te wrikken.'
Klees: 'En zo'n geëngageerd dichter is Bart FM Droog ook?'
Droog: 'Nauwelijks.'
Klees: 'Nee? Waar laat u zich door inspireren?'
Droog: 'Orgh, door een lekkere autorit over de A28, of een
ritje naar Moskou of, gewoon, een goed boek.'
Klees: 'Kortom, de zaken die ook vers in het geheugen liggen,
de dingen die te maken hebben met de dagelijkse praktijk van het leven wat je
leidt?'
Droog: 'Ja, meestal wel.'
Klees: 'Misschien is het ook dienstig en zou het de uitleg
ten goede komen om te horen hoe dit genre klinkt. Slemppoetry hoorde ik ook
al, door Didi zeggen. Slemppoetry, d'r wordt wat bij gedronken?'
De Paris: 'Absoluut niet. Als ik op een podium verschijn wil
ik dat zo professioneel mogelijk doen. Dat is een afspraak tussen mij en de
organisator. Ik probeer ook zo veel mogelijk te werken in samenspraak met de
organisator en daarvan hangt af wat het wordt. Het kunnen zeer wilde performances
zijn. Het kunnen ook zeer ingetogen dingen worden. Wat mij betreft, ik doe eigenlijk
het liefst de ingetogen dingen.'
Klees: 'Nou, dat komt vanmiddag in zo'n ingetogen radiostudio
heel goed uit. Ik zou zeggen: mogen we naar iets luisteren?'
De Paris: 'Okay. Toennnnnnnnnnnn Belial België binnenviel
[volgt rest gedicht]
Klees: 'Ingetogen begon het, ingetogen eindigt het, maar in
het midden zat de dichter die het voordroeg toch wel heel duidelijk te swingen
op die stoel. Dat ritme nam je zelf wel te pakken, daar gaat het het publiek
ook om?'
De Paris: 'Ik beschouw eigenlijk mijn tekst als een partituur
en daar doe ik eigenlijk jazzimprovisaties op. Dat kan je vergelijken met bijvoorbeeld
de manier waarop Charlie Parker of Chet Baker en zo improviseerden. Het is ook
de cultuur waarin mijn roots liggen, het Amerika van de jaren vijftig, waar
eigenlijk voor het eerst afgestapt wordt van de academische literatuur, de strikt
academische literatuur en waar de literatuur aansluiting zoekt bij de toenmalige
New Left-beweging, de toenmalige undergroundtoestanden.'
Klees: 'Hm. Bart FM Droog, zijn Amerikanen ook de beste slammers?'
Droog: 'Zou ik niet durven zeggen. Ik heb alleen wat voorbeelden
van Duitse slammers gehoord, waaronder werk van Bastian Böttcher, die vorig
jaar die slam heeft gewonnen en dit jaar weer mee doet. Ik vind het wel erg
mooi, maar aan de andere kant zegt het me erg weinig.'
Klees: 'Maar ze zijn allemaal ook geëngageerd of dat is
niet wat jullie bindt?'
Droog: 'Nee.'
Klees: 'En waar ligt Bokrijk?'
De Paris: 'Bokrijk dat ligt vlakbij Genk en in de buurt van
Hasselt. Het is een openluchtmuseum, een referaat naar het oubollige.'
Klees: 'En dat is wel geschikt als hoofdstad?'
De Paris: 'Ja, als je dat in het kader van het nationalisme
bekijkt; kan je dat alleen maar...Bokrijk of Volendam aanraden. Volendam als
hoofdstad van Europa.'
Klees: 'Nee maar daarmee geef je aan dat het ook nationalistische ideeën zijn die bij mensen leven.'
De Paris: 'Ja, maar ik neem die ook wel goe op de hak, hè? Nationalisme is wel aanwezig bij ons in Vlaanderen. Als je nu naar Nederland kijkt, is dat ook, kijk maar naar heel dat Oranjegedoe met de E.K.. Dus nationalisme is wel degelijk aanwezig. Ik vind dat een zeer gevaarlijke tendens.'
Klees: 'En in deze tijden van het voetbal en ons land is beter dan jullie land, we zullen jullie in elkaar slaan, is het natuurlijk helemaal duidelijk dat het erin zit.'
De Paris: 'Ja, dat is een perfecte manier om het nationalisme aan te zwengelen. Landen zoals Joegoslavië ofzo. Of als je kijkt naar de geschiedenis van het E.K. of het wereldkampioenschap. In welke landen heeft dat al plaatsgevonden? Dat was in democratieën zoals Argentinië en zo. Terwijl daar zo maar eventjes een militaire junta het voor het zeggen had. Het is logisch dat het nu in België ook is. En Nederland.'
Klees: 'Slamdichters zorgen dat in elk geval zo'n gedicht wat spannend wordt, dat het niet zo maar saai wordt opgelepeld. Heere Heeresma Jr. die heeft gezegd: 'vroeger drongen dichters zich niet op, maar lieten ze hun bescheiden gemompel in het geluid van alledag verloren gaan.' Zijn jullie het daarmee eens, Bart FM Droog?'
Droog: 'Veel dichters die handelden zo, ja.....'
Klees: 'En dat gaat ten koste van dat gedicht, want dat komt niet over het voetlicht.'
Droog: 'Dat...'
De Paris: 'Er zijn geen wetmatigheden. Literatuur is misschien nog de enige plaats waar dat je nog een zekere vrijheid kan opnemen. Niks is a priori een dictaat.'
Klees: 'En wie heeft Bart FM Droog geïnspireerd? Was dat Deelder misschien?'
Droog: 'Deelder was een van de mensen. Johnny van Doorn ook. Diana Ozon. Nou, dan heb je de drie belangrijkste Nederlandse dichters die mijn inspiratiebronnen waren wel gehad. Maar daarnaast ook mensen als Vasalis. Jan Campert.
Klees: '[onverstaanbaar] dat wil ik ook gaan doen? Kan me voorstellen dat je dat eens tegenover de scheerspiegel doet, maar wat is dan het moment om te zeggen 'nu ga ik er mee naar buiten?''
Droog: 'Dat was negentien jaar geleden, in een jongerencentrum in Emmen, in het voorprogramma van een punkbandje.'
Klees: 'En hoe reageerde het publiek dat kwam voor die muziek?'
Droog: 'Ze vonden het niet leuk.'
Klees: 'Die dachten: dit houdt op. We willen punkers horen. Snapten ze de link niet met wat die punkers natuurlijk ook in hun muziek wilden leggen?'
Droog: 'Een paar. En daar gaat het uiteindelijk om.'
Klees: 'Klopt het clichébeeld bij u ook wel een beetje van de moderne bard? Dichten is armoede en dat verplicht je om er toch iets aards naast te doen, want wat doet u voor het dagelijks leven?'
Droog: 'Dichten.'
Klees: 'Ja, en daarnaast?'
Droog: 'Ik ben nog twee week barkeeper in Muziekcafé Koekkoek in Groningen. Dat gaat per 1 juli dicht. Maar daar ben ik maar...' [1 nacht per week werkzaam]
Klees: 'Is daar ook een relatie tussen?'
Droog: 'Daar heb ik twee jaar lang een literair podium in de nacht geprogrammeerd, later overgenomen door een jongere Groninger, Tjeerd Bruinja...'
Klees: 'Want mede-oprichter ook van De Dichters uit Epibreren, wat was dat?'
Droog: 'Ehm? Dat was en is nog steeds de meest optredende dichtersgroep van Nederland. We werken met meerdere dichters samen, en een muzikant erbij, en we treden op in België, Duitsland, Portugal....'
Klees: 'En hoe populair is dat? Hoe groot is het publiek dat nog geraakt wordt door dichtbundels, de literaire tijdschriften?'
Droog: 'De groep van mensen die dichtbundels daadwerkelijk kopen is erg klein, iets van tussen de 500 en 2000 mensen in het hele land. Daarentegen zijn er veel meer mensen die naar optredens gaan kijken...'
Klees: 'Oerol, bijvoorbeeld ook?'
Droog: 'Een van mijn collega's, Tjitse Hofman, is daar nu bezig.'
Klees: 'We willen ook nog graag horen hoe een slamdicht van Bart FM Droog klinkt....'
Droog: 'Nou, ik heb dus geen slamdichten. Ik ben geen slamdichter. Net als Didi eigenlijk geen slamdichter is, zover ik weet.'
Klees: 'O nee?'
Droog: 'In Nederland bestaan geen slamdichters. Het is iets wat in het buitenland speelt en in Duitsland met name en in Amerika ver ontwikkeld is, maar in Nederland bestaat het niet.'
Klees: 'Maar wat we net van u hebben gehoord, meneer De Paris, dat was niet een echt slamdicht?'
De Paris: 'Nee, dat was gewoon een bepaald type gedicht van mij. Ik heb gedichten in verschillende stijl en de bedoeling daarvan is dat ik in verschillende stijlen werk. Als ik op een podium ga staan, dan breng ik een programma en daar moet voldoende afwisseling in zitten.'
Klees: 'In een radiostudio lukt dat dan niet, maar dat betekent, kan je het wel omschrijven wat, hoe een echt slamdicht zou moeten klinken?'
De Paris: 'Maar dat is ook weer zoiets. Dat slamdichten: what's in a name? Het is gewoon weer pure import. Dat leeft hier gewoon niet.'
Klees: 'Nou, daar hoeven we het ook niet aan op te hangen, maar het is wel zo dat Poetry International een apart optreden heeft geprogrammeerd: 'Poetry Slam'. En het is een fenomeen dat we kennen.'
De Paris: Daarmee wordt waarschijnlijk gewoon bedoeld dat er een aantal auteurs zijn die op een podium behoorlijk wat intensiteit demonstreren.'
Klees: 'Hmmm?! Maar zijn jullie het dan niet eens met deze naam?'
Droog: 'What's in name?'
Klees: 'Ja, nee, dat maakt mij niet uit, maar als Poetry International met veel bombarie aankondigt dat er slamdichters komen, dat het 'poetry slam' heet...'
Droog: 'Dat is hun probleem, vind ik.'
Klees: 'Hahaha'.
De Paris: 'Nee maar, het overkomt mij wel vaker. Ik sta er soms versteld van hoe de mensen reageren na een optreden. Dan komen tien dichters, dan wil ik niet zeggen dat die gewoon slechter zijn of zo, ik zie niet in bijvoorbeeld, ik maak bijvoorbeeld geen onderscheid tussen Jean Pierre Rawie ofzo wen mijn eigen gedichten, dat zijn gewoon twee totaal andere dingen, maar ik zie bijvoorbeeld aan mensen vaak na poëzieavonden naar mij afkomen en zeggen 'amai, wat heb jij gedaan?. Instinctmatig breng ik mijn gedichten.'
Klees: 'Laten we de etiketten dan even laten voor wat ze zijn. Dat betekent wel dat er een soort van koerswijziging, dat Poetry breder is geworden, dat er meer toegelaten wordt, dat er meer mogelijk is?'
De Paris: 'Maar nee! Kijk, het feit is dat iemand als Deelder er zo in de bloempjes gezet wordt op dit festival, dat betekent ook - allé - dat er eigenlijk geen echte waardeoordelen zijn. Bijvoorbeeld twintig jaar geleden zal Deelder misschien ook in de randprogrammatie gestaan hebben. Het is gewoon een kwestie van in welke mate maak je naam, hoe breek je door?
Klees: 'Natuurlijk, maar het geeft aan dat zo'n festival als Poetry al zo lang is dan eindelijk denkt nu halen we er ook mensen bij die tot voor kort niet in ons programma zaten, maar die er zonder meer bij horen. Het wordt er toch rijker van?'
Droog: 'Dat was in het verleden toch ook al gebeurd? Deelder, Ozon - die heeft er ook al jaren geleden gestaan. Ik kan nu niet zeggen dat ze echt vernieuwend bezig zijn.'
De Paris: 'Johnny the Selfkicker. er is zelfs een plein naar hem genoemd.'
Klees: 'Hoewel we hem vanmiddag hier niet hebben gehoord is hij wel aanstaande woensdag te horen, Bart FM Droog, met verschillende gedichten. Op Poetry Slam...'
Droog: 'Samen met Jan Klug, de muzikant van De Dichters uit Epibreren. Wie nog wat gedichten wil lezen kan terecht op www.epibreren.com.'
Klees: 'Epibreren, dat kennen wij, dat is uitgevonden door Simon Carmiggelt. www.epibreren.com. Goed, dan is het niet een Nederland-België kwestie. Hartelijk dank aan Didi de Paris en Bart FM Droog. Blijf nog even luisteren, want als je niet veel verstand van voetbal hebt, dan kan je nu alles oprakelen dankzij ons journaal.'
(De Avro op Radio 1, Radio 1, 19-6-2000)
POETRY INTERNATIONAL
Tijdens Poetry International is gisteren de Buddingh-prijs toegekend aan de dichter André Verbart.
Rotterdam, 22 juni. De dichter André Verbart heeft de C. Buddingh-prijs (2500 gulden en een vulpen [van 650 gulden] voor nieuwe Nederlandstalige poëzie gewonnen voor zijn bundel 98. De jury maakte dat gistereavond bekend tijdens het Poetry International festival in de Rotterdamse Schouwburg. Verbart versloeg met zijn gedicht de bundels 27 gedichten en geen lied van Ramsey Nasr, Aan een open raam van Victor Schiferli en Zeehond graag van Marjoleine de Vos. (...)
In de hal buiten de grote zaal was op een tv-scherm de wedstrijd Nederland-Frankrijk te volgen, maar het aantal belangstellenden voor voetbal was beduidend minder dan voor het internationaal programma in de grote zaal met Anne Vegter, Eva Jensen, Jevgeni Rijn en Nuala Ní Dhomhnaill. Vooral de laatste maakte indruk door de onderhoudende manier waarop ze haar in het Gaelic geschreven gedichten in een raamwerk van geestige en informatieve anekdotes plaatste.
In het schouwburgcafé Floor werd voor een aanmerkelijk jonger publiek de tweede Poetry Slam in de geschiedenis van het fesival gehouden. Het publiek klapte beduidend harder voor de doorgewinterde Duitser Wehwalt Koslovsky en de Amerikaanse slam-veterane Alix Olson, dan voor Nederlanders Bart FM Droog en Jan Klug en de Belgische Didi de Paris. Hier wreekte zich, net als vorig jaar, het feit dat Nederland nauwelijks een traditie heeft op dit gebied, in tegenstelling tot Duitsland en Amerika.
(Corine Vloet, NRC Handelsblad, 22-6-2000)
In dit literaire radiopogramma werden interviews met Wehwalt Koslovsky, Bart FM Droog, Alix Olson, Didi de Paris en Bastian Böttcher uitgezonden.
(Knetteren der Letteren, NPS Radio 5, 22-6-2000)
Als een poëzie-postbode, zo liep de Zuid-Afrikaanse dichter Charl-Pierre Naudé donderdagavond door de Grote Zaal van de Rotterdamse Schouwburg. Alvorens het podium te betreden deelde hij handbeschreven enveloppen met zelfgemaakte postzegels uit. 'Metaphor post' stond erop. De ene brief was afkomstig uit Wonderland in de provincie Alice, de andere was gericht aan een 'Fundamentalists Retirement Village' in het Franse gehucht 'Condom'.
Het was een van die verrassende acts waarmee veel dichters op de 31ste aflevering van Poetry International aangaven dat zij ook nog iets anders wildlen dan alleen voorlezen. Er werd meer gezongen dan ooit (door de Noorse Eva Jensen, de Spaanse Angel González en de Ierse Nuala Ní Dhomhnaill) en er werd opvallend veel gelachen (zowel door de dichters als door het publiek).
Het feest der herkenning dat poetry met z'n jaarlijks terugkerende groep dichters was, heeft definitief plaatsgemaakt voor een feest der ontdekking. (...)
Naast het hoofdprogramma was er dit jaar ruimte voor onbekend talent in Poetry Pandora en voor een wedstrijd tussen performance-dichters in de Poetry Slam!.
(Peter Swanborn, De Volkskrant, 24-6-2000)
Het kunstenaarsdorpje Ruigoord, waarvan de bewoners weg moeten wegens uitbreiding van de Amsterdamse haven, organiseert van 30 juni tot en met 2 juli een poëziefestival.
De bewoners willen met het poëzieweekeinde laten zien dat het dorp nog springlevend is, ondanks het feit dat het landschap rondom inmiddels is aangetast door graafmachines, aldus een van de organisatoren.
Circa 25 dichters doen mee aan het poëziefestival, onder wie Lydia Rood, Adriaan Morriën, Simon Vinkenoog, Ira Cohen en Armand.
(De Volkskrant, 24-6-2000)
naar boven
Kroonprins Willem-Alexander zal dan in de Pieterskerk te Leiden een gedenksteen onthullen met een reconstructie van de oorspronkelijke tekst van de grafsteen van de Nederlandse wiskundige Ludolph van Ceulen (1540-1610) Hij berekende als eerste de waarde van het getal pi tot 35 cijfers achter de komma nauwkeurig. Hij publiceerde deze uitkomst op een unieke wijze, namelijk op zijn grafsteen in de Pieterskerk in Leiden. Ergens tussen 1780 en 1864 is deze grafsteen verdwenen. Internationaal wordt dit gezien als een blamage voor ons land. In december 1995 echter publiceerde Liesbeth van Dalsum, bewoonster van het rustieke waddeneiland Epibreren, het gedicht 'Pi', in de Rottend Staal Nieuwsbrief #25. Speciaal voor de Nationale Pi-Dag, voor Willem-Alexander en voor het Wiskundig Genootschap dat de feestelijke onthulling van de nieuwe grafsteen organiseert volgt hier haar gedicht:
Pi!
Pi
is geen
weten
Pi
is het
streven!
(copyright Liesbeth van Dalsum, 1995), in de hoop dat Z.K.H. Prins Willem-Alexander dit op 5 juli zachtkens prevelt ter relativering en bezinning. Pi in de Pieterskerk is een activiteit in het kader van het Wereld Wiskundig Jaar 2000, dat door de International Mathematical Union tijdens een bijeenkomst in 1992 in Rio de Janeiro werd uitgeroepen. De avond staat open voor iedereen met belangstelling voor wiskunde. Het Wiskundig Genootschap is de beroepsvereniging van Nederlandse wiskundigen. Het genootschap werd opgericht in 1778 en is het oudste nationale wiskundegenootschap ter wereld. Pythagoras, het bekende wiskundetijdschrift voor middelbare scholieren, verschijnt onder auspiciën van het genootschap
(Epibode, juli 2000).
naar boven
DICHTERS IN DE PRINSENTUIN (Nieuwsblad van het Noorden)
Groningen - Eind juli wordt voor de derde keer het Îliterair botanische' openlucht poëziefestival Dichters in de Prinsentuin plaats. Dichters uit Groningen, Leeuwarden, Den Haag, Rotterdam, Arnhem en Emmen treden op 26, 27 en 28 juli op in de stad- Groninger Prinsentuin. Onbekende dichters, maar ook bekende als Maria van Daalen, Bart FM Droog en Kees van der Hoef, Hannie Rouweler en Willem Jan van Wijk. Ook de winnaar van het Belcampo-stipendium, Max Niematz treedt op. Het Groninger literaire tijdschrift 'Tzum' wordt vertegenwoordigd door Coen Peppelenbos, Boris Wanders en Ifor Molenhuis.
Dichter Peter Veen en beeldend kunstenares Saskia Boelsums tonen een poëtische installatie. Het festival wordt op vrijdagavond afgesloten met de presentatie van de dichtbundel Waardeloos van Daniël Dee in café de Minnaar van de Rozenstraat in Groningen.
(Nieuwsblad van het Noorden, 14-7-2000)
LETTEREN
Groningen - Op 26, 27 en 28 juli van 13.30 tot 16.30 uur een poëziefestival in de Tuin Prinsenhof aan de Kreupelstraat. Met onder anderen Dichters uit Epibreren, Max Niematz (winnaar Belcampo Stipendium 1999), Hannie Rouweler en Willem Jan van Wijk.
(De Volkskrant, 20-7-2000)
LEUKE LINKS
Poëzie en verhalen
De Dichters uit Epibreren - http://www.epibreren.com
De Dichters uit Epibreren bestaan uit de muzikant Jan klug een de dichters Tjitse Hofman en Bart FM Droog. Ze hebben hun basis op het waddenei landje Epibreren. Zij zijn tevens uitgevers van de Rottend Staal Nieuws brief, orgaan voor Eenentwintigste Eeuwse Poëzie.
(Mens & Gevoelens #71, zomer 2000 (eind juli 2000)
DICHTERS UIT EPIBREREN VOOR OPTREDEN NAAR KROATIË
Groningen - Het nieuwe literaire seizoen begint voor de Groninger dichters groep Dichters uit Epibreren in Kroatië. Het drietal (Jan Klug, Tjitse Hof man en Bart FM Droog) treedt op tijdens het Pontes International Literature Festival op het Kroatische eiland Krk in de Adriatische Zee. De reis is mede mogelijk gemaakt door het Nederlands Literair Productie en Vertalingen fonds te Amsterdam.
De drie mannen staan op 26 augustus ook geboekt op het muziekfestival A Campingflight to Lowlands Paradise in Biddinghuizen. Verder zijn optredens gepland in Groningen tijdens de KEI-week en op het theaterfestival Noorderzon in het Noorderplantsoen.
(Nieuwsblad van het Noorden, 5-8-2000)
SEIZOENSOPENING DE DICHTERS
De Dichters uit Epibreren beginnen het nieuwe seizoen met een twaalfdaagse
tour door Nederland en Kroatië. Jan Klug, Tjitse Hofman en Bart FM Droog
verzorgen tijdens het 'Pontes International Literature Festival' op het eiland
Krk in de Adriatische Zee op 23 augustus een tweetalig poëzie & soundscape
optreden. Engelse vertalingen van John Irons worden tijdens de voorstelling
op een achterwand geprojecteerd.
Overigens treedt Tjitse toch op met Jan en Bart tijdens het 'Campingflight
to the Lowlands Paradise Festival' op zaterdag 26 augustus, waardoor het geplande
duo-optreden is geëvolueerd tot een optreden van Dichters uit Epibreren.
Jan Klug vertrekt vervolgens naar Japan, voor een tweetal voor stellingen
met de groep Arling & Cameron te Tokio. Eerder dit jaar was er al een
gezamenlijke toer door Denemarken, de Verenigde Staten en Canada. De Dichters
uit Epibreren zijn zaterdag 18 augustus te zien in Huis de Beurs, tijdens
de Keiweek. Tjitse Hofman treedt op 27 augustus solo op, op het Noorderzongfestival
en Bart FM Droog is op 29 augustus op de Faculteit Nederlands van de RuG te
aanschouwen.
(De Gezinsbode, 9-8-2000)
naar boven
UTRECHT MAFFIA
Manon Uphoff, Hagar Peeters, Ingmar Heytze overbruggen de nacht van 30 op
31 augustus met een Poëziecircus in het kader van het vijftigjarig bestaan
van de Hogeschool Utrecht. Aan deze Nacht van Cultuur doen tevens Dichters
Uit Epibreren, Adriaan Bontebal en Simon Vinkenoog mee.
(Mark Roos, Utrechts Nieuwsblad, 23-8-2000)
POËZIE ONLINE
Sinds half augustus is het poëzietijdschrift Rottend Staal online: www.epibreren.com/pages/rotframes.html.
Rottend Staal noemt zich een podium voor 'dichters die ertoe doen, deden of zouden kunnen doen, en die wij OK vinden vanwege artistieke, vriendschappelijke of commerciële overwegingen.' Het laatste nummer brengt
poëzie van Serge van Duijnhoven, Ruben van Gogh, Tjitse Hofman, Jan Klug en Bart FM Droog, per dichter slechts één gedicht. Iets meer moet toch mogelijk zijn als het geen papier kost. Zeer informatief is het overzicht van literaire festivals wereldwijd en de bespreking van websites van uitgeverijen. Positief is Rottend Staal over De Geus, Bornmeer, Bzztôh, Kluitman, Passage en Frysk en Frij. Deze websites zijn verzorgd en bieden betrouwbare informatie. Over de site van Vassallucci: 'De site is als de uitgeverij zelf: veel geschreeuw en weinig inhoud. de aankondiging dat ze binnenkort een internettijdschrift gaan uitbrengen, wordt ontkracht door het statement dat er hoofdzakelijk werk van de eigen auteurs aan te treffen zal zijn.'
(LTHV, Boekblad #34, 25-8-2000)
DRUKKE TIJDEN VOOR DICHTERS
Het zijn nog steeds drukke tijden voor het Groninger dichterscollectief Dichters uit Epibreren. De groep werd aan het begin van de jaren negentig opgericht en was daarna in verschillende bezettingen te zien. De laatste jaren bestaat de groep uit een hecht trio: de dichters Tjitse Hofman en Bart FM Droog brengen het gesproken woord naar voren onder begeleiding van muzikant Jan Klug, die middels saxofoon, fluiten, pathafoon en
geluidseffecten de poëzie een bijzondere sfeer geeft.
Daarnaast zijn de leden los van elkaar actief. Van Droog verscheen vorig jaar de bundel Deze Dagen, van Hofman de bundel TV 2000. En Klug gaat regelmatig naar de Verenigde Staten, samen met muzikanten als Fay Lovski, Richard Cameron en Gerry Arling. Ze hebben de afgelopen jaren een enorme hoeveelheid podia in Nederland en het buitenland bezocht, en voor de leden van de Dichters uit Epibreren lijkt de tijd nog steeds niet rijp om het rustiger aan te doen. Sterker nog, de dichters hebben het drukker dan ooit.
Ze staan de komende maanden, individueel of als groep, op de planken in onder meer Haarlem, Emmen, Eelde, Antwerpen en Arnhem. En van Droog verschijnt volgende maand een tweede bundel bij de Groninger uitgeverij
Passage, onder de titel Benzine. Dat De Dichters inmiddels het underground-circuit ver achter zich hebben gelaten, mag blijken uit het gegeven dat ze meewerken aan de presentatie van de twaalfde bundel van de in
Groningen woonachtige dichteres Hannie Rouweler. Die vindt namelijk plaats in Wassenaar.
(Jacob Moerman, Groninger Dagblad, 7-9-2000)
"http://www.epibreren.com/
Het dichtersgenootschap heet je welkom op het gelijknamige Waddeneiland Epibreren. Performances van geruchtmakende jonge dichters, aandacht voor het literaire tijdschrift Rottend Staal, voorpublicaties van
podiumgedichten, recensies van lezingen en aankondigen van optredens in binnen- en buitenland. De site linkt naar andere vernieuwende poëten.
(Diana Ozon, Internet Hotspots #9, rubriek Cyberart, Ozon's Bookmarks, september 2000)
Amsterdam - In het programma 'De Reis' ontmoeten de dichters Bart FM Droog, Eddie Kagie en Dorpsoudste de Jong muzikanten uit Ethiopië, Eritrea en Soedan. Vanavond in de Brakke Grond.
(Volkskrant, 14-9-2000)
BART FM DROOG IS GEEN HERMAN BROOD
Omdat hij geen zin heeft in een imago als dat van Herman Brood ('komt ie wel of komt ie niet') wil dichter Bart FM Droog mededelen dat hij niet samen met Kees van der Hoef maar Kees van der Hoef alleen de Dag van de Straat presenteert.
De programmering zoals de organisatoren van deze dag liet uitgaan klopt volgens de dichter niet.. Bart FM Droog: 'Een maand of drie geleden werd ik hiervoor benaderd maar daar ik al verplichtingen op die dag had moest ik voor de eer bedanken. Het verbaast me dan ook zeer dat gemeld wordt dat ik bij dit publiek festijn ter verbetering van het imago van daklozen acte de presence zal geven.'
(Groninger Gezinsbode, 29-9-2000)
DE DICHTERS UIT EPIBREREN NAAR DUITSLAND
Na op donderdag 28 september 2000 een optreden gegeven te hebben bij het Colloquium Nederlandistiek, Carl van Ossietzky Universität Oldenburg, waar de Epizeeërs worden ingeleid en voorgesteld door niemand minder dan Jaap Goedegebuure, scheuren ze - met een korte tussenstop in Eelde, door naar Düsseldorf, voor een gastoptreden bij de Duitse National Poetry Slam 2000, dat in het Zakk in deze rustieke plats in het Ruhrgebied gehouden wordt van 30 september tot en met 2 oktober 2000. De Dichters uit Epibreren treden er de eerste oktober op, na de voorrondes en groepsfinale, met MC's Rayl & Kobylanski, Pamela Granderath en Wehwalt Koslovsky
(Epibreren-site, oktober 2000)naar boven
Het werd weer hoog tijd voor een vast literair podium. De Schrijversschool Groningen springt in het gat met elke maandagavond om half negen Literair Lokaal aan de Oliemuldersstraat 51. De start is op 16 oktober met Café Droog, waarin onder andere Ronald Ohlsen te gast is. Entree 10 gulden.
(Petra Else Jekel, UK #8, 12-10-2000)
Een klik op de muis en je zit in het Letterkundig Museum. Of op Boeknet. Of bij de sponsor, een digitaal museum voor erotische kunst. Negeer je deze verwijzingen dan laat het literaire internettijdschrift 'De Opkamer' de keuze tussen een impressie van de Amsterdamse Canal Parade, een interview met een e-book redacteur en het afscheidsbericht van Gabriel Garcia Marquez. of ga naar het 'stemmenkabinet' en beluister historische opnamen van Willem Elsschot en recente van dichter Peter van Lier.
(...) Pak hem beet één op de vijftien Nederlanders is literator. Schrijft gedichten, proza of is op andere wijze al dan niet professioneel met literatuur bezig. Een klein rekensommetje leert dat alleen in de stad Groningen dus zo'n tienduizend mensen ongeveer weten wat een acrostichon is, ergens een klepel hebben horen hangen over alliteraties en rijmschema's, of zelfs al een werk of meer hebben gepubliceerd.
Voor die mensen moet er eigenlijk een podium zijn en daarom is de Schrijversschool van het Kunstencentrum Groningen nieuw leven ingeblazen. De cursussen waren er nog wel, maar voor de rest hing het er een beetje bij, sozusagen. Daar moest verandering in en coördinatoren Rense Sinkgraven en Anton Scheepstra wilden bovendien een ontmoetingspunt. Dat werd Literair Lokaal, vorige week van start gegaan met Café Droog: een literair variété geleid door Bart FM Droog.
Het wekelijks terugkerend initiatief stond aanvankelijk gepland op de maandag, maar verkast wegens praktische bezwaren ergens anders in het gebouw per november naar de zondagavond. Tot dan is er op 30 oktober nog: 'Woudklanken'. Literatuur, muziek & beeldende kunst zoals onder meer Daniël Dee, Meindert talma (eens in de veertien dagen de huispianist van Literair Lokaal), eerdergenoemde Droog, Tjitse Hofman en Tsead Bruinja dat kortgeleden uitvoerden in Kunsthuis Syb te Beetsterzwaag. Overigens is er nu ook 'Word Slam'. Elke eerste zondag van de maand een wedstrijd in woorden. Waarbij het publiek bepaalt welke schrijver/dichter/rapper met 'een goede fles wijn' naar huis gaat. 'Swingend en spannend', aldus Scheepstra.
(Herman Sandman, Groninger Gezinsbode, 25-10-2000)
De tweede Epibaby, Mees Hofman, zoon van Hilde Mellema en Tjitse Hofman, broertje van Sterre, is op zondag 5 november 2000 in het Academisch Ziekenhuis Groningen ter wereld gekomen. Zowel moeder als zoon maken het goed. (Epibode, 8-11-2000).
Op maandag 13 november lazen de nieuwsgierige Dichters uit Epibreren het veelgeprezen Groninger Dagblad en werden danig overvallen door deze mededeling in een recensie over de 11de TaalTheaterNacht te Emmen: (...) 'De columns van Koos van Zomeren en de bonkende poëzie van Daniël Dee - van de roemruchte Groningse groep Dichters uit Epibreren maar ook de light verse van een Hoogeveense deelneemster zijn een verademing. (...)'
Het is natuurlijk altijd leuk je naam in een krant vermeld te zien staan maar Jan Klug, Tjitse Hofman en Bart FM Droog wisten niet dat Daniël Dee (en misschien ook Koos van Zomeren) lid is van De Dichters uit Epibreren. Gevraagd om commentaar zong Klug een oud Engels punkliedje: 'Don't believe everything that you read in the press', Hofman nam hoofdschuddend zijn verse zoon ter borst ter voeding en Droog stak zijn hoofd in het kunstaquarium van Mirjam Peters dat hij in bruikleen heeft en bubbelde: 'Hoewel Peter van Strien, de desbetreffende journalist, het ongetwijfeld goed bedoelde had hij klaarblijkelijk niet in de gaten dat de heer Dee nooit in Drenthe gewoond heeft en derhalve geen Epizeeër is.'
(Epibode, 13-11-2000).
Hetzelfde probleem [de vraag of een gedicht net zo onbegrijpelijk als een
cryptogram mag zijn -bfmd] komt uitvoerig aan bod in een uitdagend artikel
van dichter en classicus Ilja Leonard Pfeijffer, eerder dit jaar de winnaar
van de C. Buddingh'-prijs voor nieuwe poëzie. In zijn De mythe van
de verstaanbaarheid wijst hij de gehele huidige generatie van 'gebeurende'
dichters terecht. Het werk van Ruben van Gogh, Ingmar Heytze, Serge van
Duijnhoven, Hagar Peeters, Bart FM Droog, van al deze voorstanders van maximale
verstaanbaarheid, wordt door Pfeijffer genadeloos als 'ouderwets' en 'vals
en leugenachtig' afgedaan: 'De opvatting dat verstaanbare poëzie beter
is dan moeilijke poëzie is en misvatting. Sterker nog, het is precies
tegenovergesteld aan de waarheid. Onbegrijpelijke poëzie is altijd
beter dan makkelijke poëzie.'
Vervolgens houdt Pfeijffer een glashelder betoog waarin hij het belang aantoont
van 'verschillende soorten van begrijpen'. Als voorbeeld haalt hij het gedicht
'Aan Lesbia' van Lucebert aan: 'de oude Meepse barg ligt / nimmermeer in
drab'. Twee regels die Pfeijffer vroeger konden troosten want 'ze verbeelden
tegelijk de ondergang van het avondland en het gevoel dat je hebt als je
uit bad komt'. Totdat Pfeijffer op een kwade dag het woordenboek pakte en
de woorden 'meeps' en 'barg' opzocht: ''Daar heb ik spijt van. Nu ik weet
wat deze woorden betekenen, hebben de verzen aan betekenis ingeboet. De
toverspreuk doet het niet meer.'
Het is jammer dat in deze Bzzlletin de 'gebeurende' dichters zelf niet aan
het woord komen, want het zou interessant zijn om te vernemen wat zij vinden
van 'poëzie' als 'toverspreuk'. De kans bestaat dat zij een soortgelijke
betovering zoeken, alleen niet in papieren woorden maar in het ritme van
de voordracht. Ze noemen zich niet voor niets 'gebeurende' dichters. Op
hun wijze van voordragen gaat Pfeijffer echter geheel niet in. Een gemiste
kans, want anders had hij geweten dat de door hen zo hoog in het vaandel
gedragen verstaanbaarheid tijdens hun voordrachten grotendeels wordt opgeofferd
aan de roes van het moment.
Bzzlletin., Uitgeverij BZZTOH, jaargang 30, nummer
274, 135 pagina, fl 17,50.
(Peter Swanborn, De Volkskrant, 21-11-2000)
NOOT: Via deze recensie vernamen de dichters dat ze zich gebeurend zouden
noemen en tevens dat Ilja Pfeijffer
de aanval op hen had ingezet. Alles wat verder geschiedde valt te lezen
op www.epibreren.com/reacties.
Arnhem/Nijmegen: Het literatuurfestival Wintertuin loopt nog t/m zondag. In Nijmegen (Lux) vanavond 'Dwarslezen' met Kees 't Hart, Arjen Duinker, Gumbahh en Stefan Verwey; vrijdag 'Stem en Stijl' met Elsbeth Etty, Peter Verhelst en Oscar van den Boogaard e.a., en zaterdag een 'Performing Poetry'-avond met o.a. De Dichters uit Epibreren. In Arnhem (Schouwburg) vanavond een gesprek met Karel Glastra van Loon en Thomas Verbogt; zaterdag Lydia Rood over spanning in de literatuur en Ramsey Nasr en de toneelschrijvers Paul Pourveur en Peer Wittenbols spreken met Annette Embrechts (de Volkskrant) over hun werk. Zondag in Musis Sacrum een debat over het Wintertuinessay 1999 met Piet Gerbrandy, K. Michel, Arjen Duinker, Jos Joosten, Jan de Roder, Marjolijne de Vos en Piet Meeuse.
(De Volkskrant, 23-11-2000)
FIRMA SCHEET EN DONDERSLAG PIEPT MOORD EN BRAND
In het jongste nummer van het literaire tijdschrift Bzzlletin kraakt de dichter Ilja Leonard Pfeijffer een paar kritische noten over dichters rond het Groninger internetmagazine 'Rottend Staal Online'. Geestelijk vader Bart FM Droog: 'Kijk, die Pfeijffer is gewoon een hypocriete zak.'
'Groningen - Grimmig. Zo kun je de reacties van een aantal schrijvers en dichters op een essay van de dichter Ilja Leonard Pfeijffer gerust omschrijven. Pfeijffer is een 'zeiksnor' vindt Tommy Wieringa. De Groninger schrijver Ronald Ohlsen voelt medelijden met Pfeijffer als hij halverwege het essay in de gaten krijgt dat 'de Bzzlletin-redactie hem in het geheel niet tegen zichzelf in bescherming heeft willen nemen'. Arjan Witte vindt dat Pfeijffer beter de verpleging in kan en Olaf Zwetsloot beticht de dichter van een gebrek aan cultureel bewustzijn. Deze reacties zijn te lezen op 'Rottend Staal Online', een literair internetmagazine dat vrijwel dagelijks wordt ververst door de Groninger dichter Bart FM Droog.
Welke doodzonde Pfeijffer heeft begaan?
Hij heeft de droeve moed gehad om een polemiek te starten tegen dichters die hun werk 'maximaal toesnijden' op een luisterend publiek. Het vertrekpunt van die polemiek is 'een nieuwe generatie dichters die elkaar vinden rond de podia van Utrecht en Groningen, in tijdschriften als 'Rottend Staal', op groepsportretten in 'Avantgarde' en ''HP/De Tijd' en in de bloemlezing Sprong naar de sterren die Ruben van Gogh heeft samengesteld', aldus Pfeijffer in Bzzlletin. Pfeijffer signaleert een kloof in de Nederlandse poëzie: aan de ene kant 'de dinosaurussen van het doorwrochte, ondoorgrondelijke elitarisme', aan de andere kant de 'hippe, nieuwe dichters die midden in het leven staan', of zoals Ingmar Heytze het noemt in een gedicht: 'Links ligt een Jurassic Park / van diep mystieke symboliek / en doorgeroeste hermetiek / (...) Rechts zie je de slangenkuil / van ruige shit op wrede beats: de firma Scheet en Donderslag / papaver in de longen, preekt / van rap & poetry van niets.'
Pfeijffer heeft fundamentele bezwaren tegen de vaak inderdaad zeer verstaanbare poëzie van de dichters rond de Groninger en Utrechter podia. Hij vindt: 'een gedichtje dat je in één keer helemaal snapt, waarna je het volgende gedichtje kunt lezen, dat je ook weer in één keer kunt begrijpen, doet je niets omdat je doet wat je altijd al doet. zulke hapklare poëzie is gewoon hetzelfde als zappen.'
De klare taal die de verstaanbare dichters bezigen, vindt Pfeijffer, is oninteressante taal, omdat het de taal is die we 'de hele dag al om ons heen horen leuteren. de verstaanbare dichters hopen wel dat ze hip, verguisd en experimenteel zijn, maar in feite mijden ze elk risico door gewoontjes en alledaags te kwebbelen. (...) Gewone spreektaal is er al genoeg'.
Au!
Pfeijffer eindigt zijn essay aldus: 'Dit brengt ons op misschien wel het allerbelangrijkste bezwaar tegen de roep om verstaanbaarheid. Dit programma wil poëzie ontdoen van spel, experiment, risico en gevaar, kortom van alles wat poëzie eigen is.'
Is Pfeijffer een hypocriete zak zonder cultureel bewustzijn die beter de verpleging in kan? Of bevestigen de dichters rond de Groninger en Utrechter podia het beeld dat het dichtersgilde uit overgevoelige, tere zielen bestaat?
(Bram Hulzebos, Nieuwsblad van het Noorden, 25-11-2000)
Nawoord Droog: 'Of bevestigt Bram Hulzebos met dit stuk het beeld van de standaard Nederlandse journalist die voorbijgaat aan simpele feiten zoals Pfeijffers aanwezigheid in gemelde tijdschriften, groepsportretten en bloemlezing?'
HET NIEUWE STRIJDBIJLTJE
Makkelijke of moeilijke poëzie
De meest opmerkelijke poëzietitel van de afgelopen tijd is beslist Sprong naar de sterren, de bloemlezing waarin Ruben van Gogh zijn generatiegenoten opstapelde. 'Ik staarde teveel naar de sterren en zag te weinig de grond,' wist een vooroorlogse dichter al, maar voor de huidige jongeren geldt dat kennelijk niet. Weliswaar wordt, zo legt Van Gogh in zijn inleiding uit, met zijn 'sterren' bedoeld de kosmos, een modern soort fel hemels licht en heet het, onder verwijzing naar Jules Deelder: 'In Sprong naar de sterren laat de Neon-Romantiek niet alleen haar licht schijnen over de duistere stad, maar ook over de donkere kosmos en alles daartussen. Zo er al licht is in deze bundel, is dit het felgekleurde neonlicht.' Misschien wat meer cyberspace dan Mondschein dus. Maar zo'n titel kies je natuurlijk niet zomaar. Sterren zijn als dichterlijke iconen ouderwets en romantisch en dat is dus ook hun uitstraling. Niet de aarde maar het verre rijk lokt. Hoe dan ook, een heel ander soort titel dan die gespierde noemers van de vorige generatiebundelaars: Maximaal, De Nieuwe wilden, Aan iedere spijker een regel.
Literaire generaties duren niet erg lang, zo'n tien jaar of er staan weer nieuwe te trappelen. Daar waar Komrij stopt, begint Van Gogh, beweert de samensteller zelf, en dat is niet toevallig zo want in de laatste editie van Komrijs Duizend en enige gedichten bleken de voormalige tegenstemmen, die der Maximalen, opeens gecanoniseerd. Sprong naar de sterren is dus alweer de volgende, dit keer nogal romantische reactie op die aardse, wijsgerige, agnostische vorige generatie die voor je gevoel juist op stoom begon te komen: K. Michel, Arjen Duinker, Elma van Haren, Erik Menkveld, Peter van Lier, Tonnus Oosterhoff. (...)
Maar zoals uit Maximaal zich indertijd al vlot dichters afscheidden die, weliswaar opgenomen, zich er toch niet thuisvoelden (K. Michel, Duinker, Van Haren bijvoorbeeld), zo vergaat het nu ook Sprong naar de sterren. Daarin staan dichters als Menno Wigman, Erik Menkveld, Ilja Leonard Pfeijffer, Ilse Starkenburg, die zich in het geheel niet laten rijmen met Van Goghs springerige peptalk.
En dat blijkt ook. In het jongste nummer van Bzzlletin, een poëziespecial, trekt Pfeijffer zich schielijk terug uit het juist gevormde Neon-romantisch-realistische kamp. Hij doet dat in een artikel 'De mythe der verstaanbaarheid', waarin hij samen met de door hem gemobiliseerde Erik Menkveld, René Puthaar, Victor Schiferli, Mustafa Stitou, André Verbart en Menno Wigman, gedag zegt tegen de hem al te verstaanbare Van Gogh en diens geestverwanten Bart FM Droog, Serge van Duijnhoven, Ingmar Heytze, Tjitse Hofman, Hagar Peeters, Tommy Wieringa, Arjan Witte en Olaf Zwetsloot.
Om het kort samen te vatten: Pfeijffer keert zich tegen het adagium van gemakkelijke, hapklare poëzie die het zo goed op het podium doet en pleit voor ongewone, moeilijke, zelfs ontoegankelijke poëzie want, dat is niet de taak van de poëzie, om dingen gewoon te zeggen. als je dat wil, kun je net zo goed proza schrijven. Je moet de dingen concreet maken door ze te laten zien, voelen, ruiken en proeven' en verder: 'Complexe gedichten worden geschreven omdat de werkelijkheid complex is. Verstaanbare poëzie is eenduidig, eendimensionaal, recht-toe-recht-aan en plat.'
Onmiskenbaar wordt hier een traditioneel poëtisch geschil opnieuw uitgevent, dat ook ten tijde van de Vijftigers al leefde en jaren daarna: dat tussen verstaanbare, vertellende gedichten en ingewikkelde, organische poëzie. Er is klaarblijkelijk wel erg weinig nieuws onder de zon als het om dichterlijke conflicten gaat. Voor inzichten in dezelfde kwestie kun je dan ook nog steeds rustig terecht bij Rodenko's oude exercities over de experimentele poëzie, in de inleiding op Nieuwe Griffels, schone leien bijvoorbeeld. (...)
'Bename'en ord'nen geeft menschen vrede!', wist Henriëtte Roland Holst al. En dus verzet Van Gogh zich nadrukkelijk tegen ingewikkelde gedichten en diskwalificeert Pfeijffer de cabareteske eenvoud bij zijn leeftijdgenoten. En dan weet je: her en der wordt weer naar de strijdbijltjes geloerd.
(Rob Schouten, Vrij Nederland, 9-12-2000)
De Dichters uit Epibreren zijn nu nog beter te volgen in hun poging om alle Poetry Slams ter wereld te winnen. Op www.epibreren.com is te lezen hoe dichters als Jan Klug en Bart FM Droog Amerika, Duitsland, Rotterdam en Groningen onveilig maken. 'Benzine heeft voor mij te maken met vrijheid.' Cooral interessant voor degenen die eens kennis willen maken met het fenomeen 'Poetry Slam' en alles wat daar achter zit.
(Tijdschrift Schrijven, december 2000/januari 2001)
Optredens van De Dichters uit Epibreren in 2000 (opgenomen enkel de optredens in volledige bezetting):
15-1-2000 | Dichter bij de Dijk, CC de Molenberg, Delfzijl | Simon Vinkenoog, De Dichters uit Epibreren, Ronald Ohlsen, Driek van Wissen, Wia Buze |
22-1-2000 | ORKZ, Groningen | De Dichters uit Epibreren en Plan Kruutntoone |
26-1-2000 | TV-Noord | De Dichters uit Epibreren |
26-1-2000 | De Avond van het Gedicht, NPS-TV, Nederland 3 | J.C. Bloem, De Dichters uit Epibreren, Ingmar Heytze, Esther Jansma, Gerrit Komrij, Huub van der Lubbe, Neeltje Maria Min, Hagar Peeters, Henk Spaan, Elly de Waard, Tommy Wieringa, Driek van Wissen. Presentatie: Joost Prinsen. |
27-1-2000 | Landelijke Gedichtendag, Scholtens-Wristers, Groningen (19.30-20.30 uur) | De Dichters uit Epibreren |
29-1-2000 | De Nachten, DeSingel, Antwerpen | Gonzo Circus Side Show, met Didi de Paris, De Dichters uit Epibreren, Janek Schaeffer; Tom Lanoye en Paul Mennes; Jan Mulder, Soulwax e.v.a. |
14-2-2000 | J.C. De Kwinne, Stadskanaal | De Dichters uit Epibreren |
19-2-2000 | Junges Theater, Bremen | De Dichters uit Epibreren |
24-2-2000 | Bibliotheek Hoogeveen | De Dichters uit Epibreren |
25-2-2000 | Bibliotheek Hoogeveen | De Dichters uit Epibreren |
11-03-2000 | 't Beest Dicht-Festival, Podium 't Beest, Goes | De Kift en De Dichters uit Epibreren |
26-3-2000 | Eetcafé Het pakhuis, Groningen | Schransen met De Dichters uit Epibreren vanwege hun 6 jarig bestaan, m.m.v. o.a. Max Niematz, Kasper Peters en Rense Sinkgraven |
31-3-2000 | Ultimate Meeting/MPD Day, Groninger Museum, Groningen | Tjitse Hofman, Jan Klug, Bart FM Droog e.v.a. |
11-4-2000 | Rottend Staal Radio, De Avonden, VPRO Radio 5 | De Dichters uit Epibreren, Max Niematz en Menno Wigman |
14-4-2000 | R17, Grootebroek | De Dichters uit Epibreren |
19-4-2000 | Werkman-College, Groningen | De Dichters uit Epibreren |
26-5-2000 | Provinciehuis, Groningen | Uitreiking Belcampo-Stipendium aan Max Niematz, met voordrachten van Max Niematz en de Dichters uit Epibreren |
31-5-2000 | Entrepotdok, Amsterdam | "Kraakgeluiden in de binnenstad" met "Doppler" (Wim Sebo, Ivo Bol en Jan Klug); Entrepotdok 98, 21.00 |
04-06-2000 | Musikhall 2000, Muziekcafé Koekkoek, Groningen | Anne Feddema, Rob Gee, Jurrie Bosker, Liesbeth Cavé, Daniël Dee, Bart FM Droog, Karel ten Haaf, Tjitse Hofman, Paul Janssen, Ronald Ohlsen, Guillaume Pool, Kasper Peters, Bert Schudde, Rense Sinkgraven en Albertina Soepboer. |
4-6-2000 | Grand Theatre, Groningen, | "Safe House" (o.a. Jan Klug, Gerry Arling, Jeroen v.Olphen - FreeHouseJazzFunk) |
8-6-2000 | Universiteitstheater, Groningen | Boekpresentatie Tjeerd Bruinja & Albertina Soepboer, met o.a. Tjitse Hofman |
16-6-2000 | Simplon, Groningen | Ygdrassil met Jan Klug |
19/23-6-00 | Oerol, Terschelling | Theatergroep Tuig speelt "Kippendrift" met daarin verwerkt het gedicht Machine van Tjitse Hofman |
21-6-2000 | Poetry Slam, Poetry International, Stadsschouwburg, Rotterdam |
Bastian Böttcher (D), Bart FM Droog & Jan Klug (NL), Wehwalt Koslovsky (PL), Alix Olson (USA) en Didi de Paris (B). |
30-6-2000 | Paradiso, Amsterdam | Arling & Cameron met Jan Klug: CD-presentatie "Music for imaginary Films" |
1-7-2000 | Festival 'Het Woord in Ruigoord' | Hans Plomp, De Dichters uit Epibreren, Louis Th. Lehmann, Simon Vinkenoog, Hans Verhagen, Diana Ozon, Ira Cohen, Luc Sala, Armand, De Kift, DJ Frankie D en Bas Springer |
2-7-2000 | Festival, Roskilde (DK) | Arling & Cameron met Jan Klug |
12-7-2000 | Upstage, Philadelphia | Arling & Cameron met Jan Klug, Thunderball |
13-7-2000 | Black Cat, Washington DC | Arling & Cameron met Jan Klug, Thunderball |
14-7-2000 | Bowery Ballroom, New York | Arling & Cameron met Jan Klug, Thunderball |
15-7-2000 | Lillis, Boston | Arling & Cameron met Jan Klug, Brother Cleve |
17-7-2000 | Lees Palace, Toronto | Arling & Cameron met Jan Klug, DJ Aki |
18-7-2000 | The Shelter, Detroit | Arling & Cameron met Jan Klug |
19-7-2000 | Double Door, Chicago | Arling & Cameron met Jan Klug, Family of God |
21-7-2000 | 7th Street Entry, Minneapolis | Arling & Cameron met Jan Klug, Mark Mallman |
22-7-2000 | I-Spy, Seattle | Arling & Cameron met Jan Klug, Dj me Dj you |
24-7-2000 | Sonar, Vancouver | Arling & Cameron met Jan Klug |
25-7-2000 | Ohm, Portland | Arling & Cameron met Jan Klug, Dj me Dj you |
27-7-2000 | Great American Music Hall, San Francisco | Arling & Cameron met Jan Klug, Dj me Dj you |
28-07-2000 | Dichter in de Prinsentuin, Prinsenhof Groningen info |
Bart FM Droog, Tjitse Hofman, Jan Bervoets, Wouter Boonstra, Pier Boorsma, Diann van Faassen, Peter de Groot, Louis Th. Lehmann, Jan Atze Nicolai, Kasper Peters, Hanny Rouweler, Fred Schyweck, Jasper Smit, Albertina Soepboer, Volken B. de Vlas, Cornelis van der Wal, Harry Zevenbergen, Jaap Sietse Zuierveld e.a. |
29-7-2000 | Fais Do Do, Los Angeles | Arling & Cameron met Jan Klug, Dj me Dj you |
18-8-2000 | Flanor/Keiweek, Huis de Beurs, Groningen | De Dichters uit Epibreren |
19-8-2000 | 10 jaar café Knarie, Oosterstraat, Groningen (buitenpodium) | 'Safe House' (met o.a. Jan Klug, Gerry Arling, Jeroen v.Olphen - FreeHouseJazzFunk) |
20-8-2000 | Noorderzon Festival, Groningen | Doppler met Wim Sebo, Ivo Bol en Jan Klug |
23-8-2000 | Pontes International Literature Festival, Krk, Kroatië | De Dichters uit Epibreren, Wehwalt Koslovsky e.a. |
25-8-2000 | Dichter bij de Molen, Nieuw-Beijerland | Tjitse Hofman, Remco Campert, Danil Dee, Eva Gerlach, Hans Plomp, Cathy Pemberton e.a. |
26-8-2000 | Lowlands Festival, Biddinghuizen | De Dichters uit Epibreren, Ruben van Gogh, Ronald Ohlsen, Arjan Witte en Olaf Zwetsloot (12.20-13.00 uur) |
26-8-2000 | Lowlands Festival, Biddinghuizen | Arling & Cameron met Jan Klug |
26-8-2000 | Fort de Hel, Willemstad | De Dichters uit Epibreren, Sven Arriaans, Harold de Boer, Joz Knoop, Frank van Lier, Cathy Pemberton en Rijn Vogelaar |
27-8-2000 | Noorderzon Festival, Groningen | Tjitse Hofman en Albertina Soepboer |
29-8-2000 | Academiegebouw, Rijksuniversiteit Groningen, Groningen | Introductieweek Nederlandse Letteren en Cultuur: met o.a. Gillis Dorleijn en Bart FM Droog |
30-8-2000 | Nacht van Cultuur, Utrecht | De Dichters uit Epibreren, Skik, Ruben van Gogh, Ingmar Heytze, Didi de Paris, Dichters dansen niet, Manon Uphoff en Simon Vinkenoog |
1-9-2000 | Liquid Room, Tokyo (J) | Arling & Cameron met Jan Klug, verder: Junkie XL en De Nits |
2-9-2000 | Ebisu Garden Hall, Tokyo (J) | Arling & Cameron met Jan Klug, verder: Junkie XL en De Nits |
3-9-2000 | Festival, Duiven | Stichting Tuig speelt de voorstelling 'Kippedrift', m.m.v. Tjitse Hofman |
7-9-2000 | Melkweg, Amsterdam | Arling & Cameron met Jan Klug |
9-9-2000 | O13, Tilburg | Arling & Cameron met Jan Klug |
10-9-2000 | Patronaat openingsfestival 'De Stad als Podium', Grote Markt, Haarlem | De Dichters uit Epibreren, Thé Lau e.a. |
14-9-2000 | Theater De Brakke Grond, Amsterdam | Aida Nederland presenteert 'De Reis tussen mensen' m.m.v.: Dorpsoudste de Jong, Bart FM Droog, Eddie Kagie, Michel Schöpping, Minyeshu Kifle Tedla & Cherwata |
16-9-2000 | Bibliotheek Emmen | Workshop podiumpresentatie door Tjitse Hofman, des ochtends |
16-9-2000 | Noordelijke Schrijfdag, Schrijversschool Groningen, 10.30-17.30 uur, Oliemulderstraat 51, Groningen | Wies Bouma, Bart FM Droog (des ochtends), Sieger Geertsma, Wouter Godijn, Ton Meijer, Ronald Ohlsen, Selma Parmentier, Guillaume Pool, Henk Scholte en Bert Ridderbos, Jaap Scholten, Fiebo Scholtens en Robert de Keyser (van Benjamin B), Albertina Soepboer, Meindert Talma, Driek van Wissen |
16-9-2000 | Wassenaar | Presentatie Hannie Rouwelers 12de bundel 'Skyline', met Hannie Rouweler, Menno Wigman en De Dichters uit Epibreren |
23-9-2000 | Spieghel, Groningen | 'Safe House', met o.a. Jan Klug, Radboud Withaar, Jeroen v.Olphen - FreeHouseJazzFunk |
28-9-2000 | Colloquium Nederlandistiek, Carl van Ossietzky Universität Oldenburg (Duitsland) | De Dichters uit Epibreren en Jaap Goedegebuure |
30-9-2000 | Bibliotheek Eelde | Workshop podiumpresentatie door Bart FM Droog, des middags |
1-10-2000 | National Poetry Slam 2000, Zakk, Düsseldorf (D) | voorrondes en groepsfinale, met MC's Rayl & Kobylanski, Pamela Granderath en Wehwalt Koslovsky en een gastoptreden van De Dichters uit Epibreren |
3-10-2000 | Music Hall, De Avonden, VPRO-Radio 5, 22.00-24.00 uur. | Bart FM Droog, Thomas Verbogt, A.L. Snijders, live vanuit Studio Amstel te Amsterdam. |
3-10-2000 | Tricatel party, Parijs (Frankrijk) | Arling & Cameron met Jan Klug |
7-10-2000 | Simplon, Groningen - Voorronde Grote Prijs van Nederland | Johanz met Jan Klug |
8-10-2000 | Kunsthuis Syb, Beetsterzwaag | Bart FM Droog, Cornelis van der Wal, Volken B. de Vlas en Anja Swint |
14-10-2000 | Marathon, C.C. de Oosterpoort, Groningen | Arling & Cameron met Jan Klug |
15-10-2000 | Kunsthuis Syb, Beetsterzwaag | Tjitse Hofman, Nyk de Vries, Volken B. de Vlas en Anja Swint |
16-10-2000 | Literair lokaal, Schrijversschool, Oliemuldersstraat 51, Groningen | Café Droog, met Bart FM Droog , Ronald Ohlsen, Jan Klug, Jacob Moerman en Meindert Talma. Aanvang 20.30 uur. |
18-10-2000 | Universiteitstheater, Groningen | De Dichters uit Epibreren |
20-10-2000 | Jeugdhuis 't Kretske, Nieuwerkerke (B); | De Dichters uit Epibreren en Didi de Paris |
21-10-2000 | De Groene Waterman, Wolstraat 7, Antwerpen | De Dichters uit Epibreren en Eva Cox. Aanvang 20.30 uur, entree 300 Bef. Informatie en reserveringen: tel: 03-232.93.94, e-mail: Thierry.gyssels@groenewaterman.be |
29-10-2000 | Kunsthuis Syb, Beetsterzwaag | Woudklanken, met Agnes Hadderingh, Jan Klug, Albertina Soepboer, Volken B. de Vlas en Anja Swint |
30-10-2000 | Literair Lokaal, schrijversschool, Groningen | Slotavond Woudklanken, het kunstproject te Beetsterzwaag, m.m.v. Volken B. de Vlas, Bart FM Droog, Tjitse Hofman, Meindert Talma, Tsead Bruinja, Cornelis van der Wal, Sieger M. Geertsma, Albertina Soepboer, Nyk de Vries, Daniël Dee, Anja Swint. |
5-11-2000 | Word Slam, Literair Lokaal, schrijversschool, Groningen | Open podium in Slam-stijl. Onder de chaotische leiding van Bart FM Droog |
11-11-2000 | Dichters voor Bibliotheek, Openbare bibliotheek, Groningen | Ronald Ohlsen, De Dichters uit Epibreren, Remco Ekkers, Ruben van Gogh, Rutger Kopland, J.J.A. Mooij, Kasper Peters, Hannie Rouweler, Driek van Wissen, Leendert Witvliet e.a. |
11-11-2000 | Grand Theatre Groningen | Presentatie Wereldplaatje (uitgeverij Passage), m.m.v. Jan Klug. Voordrachtern van Ali Albazzaz, Rodhan Al-Khalidi, Ahmend Almalik, Mowaffk Al-Sawad, Makki Mohammedali El Moslim, Ahmed El-Rahel, Akbar Ilbegi, Suleiman Khalaf, Joanna Paskiewicz en Nahed Selim |
16-11-2000 | Spieghel, Peperstraat 11, Groningen. Tel: 050-312.63.00 | 'Safe House', met o.a. Jan Klug, Radboud Withaar, Jeroen v.Olphen - FreeHouseJazzFunk |
17-11-2000 | Literair Matinee, C.C. De Kolk, Assen | Tjitse Hofman en Martijn Woldring, Kasper Peters e.a.. Tussen 17.00 en 19.30 uur. |
21-11-2000 | Literair lokaal, Schrijversschool, Oliemuldersstraat 51, Groningen | Presentatie Benzine, de nieuwe bundel van Bart FM Droog. M.m.v. Daniël Dee, Sieger M. Geertsma, Menno Wigman, Arjan Witte, De Dichters uit Epibreren e.a. |
22-11-2000 | BürgerInitiatieve, Leer (Duitsland) | Tolerantiebevorderingsproject, met medewerking van De Dichters uit Epibreren |
23-11-2000 | Radio Uit, NPS-Radio 5, 17.02-17.50 uur. 1008 AM of in stereo via de kabel | Machteld Kooij interviewt Bart FM Droog i.v.m. zijn bundel Benzine. |
24-11-2000 | Grote Prijs van Nederland, Paradiso, Amsterdam | Johanz en Jan Klug |
25-11-2000 | Literatuurfestival Wintertuin, Lux Theater, Nijmegen | Andy Fierens & Het Behang, De Dichters uit Epibreren, Menno Wigman, Albertina Soepboer, Ruben van Gogh, Daniël Dee, Petra Else Jekel, Didi de Paris, Kasper Peters en Volken B. de Vlas (in het collectief S.R.T.), Nick J. Swarth e.a. |
26-11-2000 | Literair Lokaal, Schrijversschool, Groningen | Tjitse Hofman presenteert: Andy Fierens & Het Behang en Volken B. de Vlas. Oliemuldersstraat 51. Aanvang 20.30 uur. |
2-12-2000 | Tivoli, Utrecht | Arling & Cameron, m.m.v. Jan Klug |
3-12-2000 | Azijnfabriek, Roermond | De Dichters uit Epibreren |
6-12-2000 | Vera, Groningen | Cousin X met als gasten op derbouka Mohammed, op rap Arend en Lolou, scratch Pepijn en op gedichten Bart FM Droog |
7-12-2000 | De Blauwe Aanslag, Buitenom 214, Den Haag. Aanvang; 19.00 uur. Informatie: 070-380.38.62. |
Nico van Apeldoorn, Adriaan Bontebal, Boozy, Daniël Dee, De Dichters uit Epibreren, D.O.M., Serge van Duijnhoven, Rob Gee, Jos Jägers & Gijs van Dijk, Dorpsoudste de Jong, Erik Lindner, Diana Ozon, Didi de Paris, Trespassers W, Aja Waalwijk e.a. |
8-12-2000 | Sophie's Winterpalace, Van Asch van Wijckskade 20, Utrecht. Aanvang 20.30 uur. | Sophie's Slam is een eenmalige, unieke ontmoeting tussen enkele van de meest bevlogen podiumdichters van Nederland. Met: Arjan Witte, Bart FM Droog & Jan Klug, Ruben van Gogh, Kees Wennekendonk, Tim van der Veer, Bram Zaliger, Petra Jekel en Tsead Bruinja, Tommy Wieringa, Hagar Peeters. Speciale gast is Wehwalt Koslovsky, German National Slam Poet 1998. Toegang gratis, drank zelf meenemen. Aanvang 20.30 uur. Zie ook 'nieuws' op 'Rottend Staal Online'. |
18-12-2000 | Paradiso, Amsterdam | CD-presentatie Plan Kruutntoone, m.m.v. Jan Klug |
21-12-2000 | M.S. De Witte Zwaan, hoek Van Starkenborg- en Eemskanaal, Groningen | CD-presentatie Plan Kruutntoone, m.m.v. Jan Klug |
22-12-2000 | Paradox, Tilburg | CD-presentatie Plan Kruutntoone, m.m.v. Jan Klug |
27-12-2000 | Café de Twijfelaar, Mauritsstraat 173, Rotterdam | Tsead Bruinja, Daniël Dee, Bart FM Droog, Petra Else Jekel, Rijn Vogelaar e.a. |
...en voor meer actuële data: de optredens-pagina!
naar boven