naar boven
DICHTERS UIT EPIBREREN OP EUROSLAG
Wat? Poëzie is iets voor gevoelige watjes, die eenzaam thuis op de half inzakkende bank in hun lekkende zolderkamertjes bezig zijn met het moeizaam in elkaar wrochten van hun hermetische taalbrokken?
Dan ken je De Dichters uit Epibreren nog niet! Dat is een gezelschap Groninger
poëten die jongerencentrum, kroeg en gevangenis niet schuwen als plekken
om hun woest kolkende gedichten onder de mensen te brengen. Want voor Bart FM
Droog en de zijnen hebben poëzie en performance alles met elkaar te maken,
sterker nog: tijdens een Dichters uit Epibreren-set vloeien beide fenomenen
samen tot een wild om zich heen trappend media-evenement. Al komt dat misschien
ook omdat hun voordrachten vaak worden opgeluisterd door een saxofonist annex
didgeridoo-speler en twee gogo-danseressen. Je hoort het: als het aan Dichters
uit Epibreren ligt, is poëzie gewoon rock 'n' roll!
(Euroslag (European Showcase Festival) - programmakrant, Groningen, 10-1-97,
met foto van DuE door Andy Fox)
naar boven
POËZIEFESTIVALS
Zo staat er in geen velden of wegen een dichter op de planken en zo struikel
je erover. Wie zaterdag 25 januari dichters aan het werk wil zien, moet kiezen
tussen Utrecht of Amsterdam. Op het Amsterdamse rappoetry-festival in Paradiso
kun je de Dichters uit Epibreren aan het werk zien, naast Moustafa Stitou, Jacek
Nichs en vele anderen. In Frascati rapt Def P. met Serge van Duijnhoven en Olaf
Zwetsloot, treedt Baby Kain van Last Poets op en laat Didi de Paris een mijnwerkerslamp
over zijn krasse woorden schijnen (...)
(Ravage, 24-1-1997)
naar boven
RAP IS GEEN POËZIE
Double Talk-Festival. Gehoord: 25-1 Paradiso, Amsterdam
(...) Het optreden maakte deel uit van het Double Talk-festival, dat zaterdag
in Frascati en Paradiso in Amsterdam werd gehouden. Het festival presenteerde
enkele rap-acts (The Roots en Da Puta Madre) en een aantal acts die rap in een
bredere context plaatsten. Die bredere context betekende in de meeste gevallen
'poëzie' van dichters als Ruben van Gogh, Bart FM Droog en Paul Jainandun
Singh. Bovendien was er een choreografie door dove acteurs met een rap zonder
geluid en een forumdiscussie over de verhouding tussen rap en poëzie.
Toch kwam de opzet niet tot zijn recht. In Paradiso was het grootste deel van
het publiek gekomen voor de Amerikaanse rapgroep The Roots die met live gespeelde
drums, gitaar en bas een daverend concert gaven. Maar het optreden van Baby
Kain, ooit lid van The Last Poets, ontsteeg niet het middelmatige muziekoptreden.
Bart FM Droog en Paul Jainandun Singh declameerden quasi-provocerende gedichten
over verval en de paus, en Maria Barnas las gedichten voor met ondersteuning
van een dj, al waren tekst en muziek niet meteen synchroon.
Dit festival heeft zich ten doel gesteld de traditie van 'Spoken Words' en rappoetry,
die in landen als Amerika en Engeland al schijnt te bestaan, ook in Nederland
te stimuleren. Maar de verhouding is voorlopig nog erg ongemakkelijk, rap en
poëzie hebben zo hun eigen wetten. Toen tijdens de forumdiscussie raps
werden vergeleken met sinterklaasrijmpjes, zei Def P. dan ook dat rapteksten
zich wellicht niet laten lezen als gedichten, maar dat de meeste gedichten zich
ook bepaald niet als rap laten voordragen.
(Hester Carvalho, NRC Handelsblad, 27-1-1997)
'GRONINGERS HEBBEN MEER TALENT DAN FRIEZEN'
Hij is niet bang voor de Friezen. "Voor zover ik weet gebeurt er vrijwel
nooit wat in Leeuwarden.", zegt Bart FM Droog, dichter in Groningen. "Ze
kunnen nu wel tegen staatssecretaris Nuis roepen dat het nieuw op te richten
dansgezelschap voor het noorden van Nederland in Leeuwarden moet komen, en niet
in Groningen. Maar kijk: alle moeilijke operaties in het noorden moeten worden
uitgevoerd in Groningse ziekenhuizen. Datzelfde geldt voor cultuur. Het echte
talent zit in Groningen."
Droog treedt deze week op tijdens Winterschrift, het grootste literaire festival
van Nederland, dat vandaag begint en zondag eindigt. Schrijver J. Bernlef schetst
vanavond aan de hand van film- en muziekfragmenten een beeld van de jaren vijftig.
Judith Herzberg filosofeert morgen over het 3000-jarig bestaan van Jeruzalem.
Schrijfster Nelleke Noordervliet spreekt zaterdag met auteur Marcel Möring.
De Amerikaan Jay McInerney, auteur van onder meer Bright lights, big city, is
een van de belangrijkste publiekstrekkers. Zijn nieuwste roman De laatste der
Savages verscheen onlangs in Nederlandse vertaling.
Dichter Droog zelf leidt morgenavond een literatuurshow met popdichter Bart
Chabot, dichteres Diana Ozon en de Groningse debutant Ronald Ohlsen (en Didi
de Paris en Henk Blanken - BD). "Talent zat er altijd al in Groningen.
"Schrijvers als Nanne Tepper, dichters als Ruben van Gogh en muzikanten
als die van de rapformatie Zombi Squad hebben we altijd al gehad. Nu weten ze
alleen beter hoe ze de weg naar de buitenwereld, de publiciteit, moeten vinden."
Droog was dertien jaar toen hij zijn eerste gedicht op papier zette. "Toen
dacht ik dat dichters hun dagen sleten in stoffige achterkamers, in lange regenjassen,
achter roestige type-machines. Totdat ik Jules Deelder zag. Een dichter die
volle zalen trok. Hij zag er helemaal niet stoffig uit. En hij had humor."
Nu treedt Droog zelf op. In café's, jongerencentra, scholen en gevangenissen.
"Deze week sta ik ook weer in de gevangenis. Daar schrijven ze veel. Ze
lezen veel. Dan dragen we, ik en drie andere dichters (en een muzikant: de Dichters
uit Epibreren - BD), onze gedichten voor en proberen we de gedetineerden het
podium op te praten. Die kunnen dan hun eigen gedichten voordragen. Wij blijven
erbij staan, om in te grijpen als het misgaat. Als ze worden weggehoond door
hun medegevangenen." Bij optredens voor kinderen van twaalf jaar of jonger
past Droog zijn gedichten aan. "Dan verander ik de woorden bier en whisky
in cola en ranja." Op Winterschrift blijft whisky gewoon whisky.
Droog toog veertien jaar geleden naar Groningen. "Dat doen alle Nederlanders
die naar het noorden willen gaan." Het is de enige grote stad in dat eindeloze
laagland. Dat trekt talent. Er is niets anders - Friesland is geen optie.
Groningen en Friesland, zegt Droog, maken al een kleine 700 jaar ruzie. In 1300
ging het om de ambities van Groningen om dè stapelmarkt van het noorden
te worden. Nu gaat het om de culturele ambities van de Friezen die illusies
koesteren over een nationaal dansgezelschap. "Maar laat ik eerlijk zijn:
ik heb ook één keer in Friesland moeten werken. Uit geldnood.
Een maand lang Leeuwarden." Dat doet Droog nooit meer. Liever verhongeren
in Groningen dan elke avond naar een landelijk dansgezelschap in Leeuwarden.
Literatuurfestival Winterschrift. Stadsschouwburg Groningen,
30 januari t/m 2 februari.
(Tjalling van Dijk, Algemeen Dagblad, 30-1-1997)
naar boven
ZIJN DE GRONINGER LITERATUURLIEFHEBBERS DOOR DE GRIEP BEVANGEN?
Het was stil op de tweede avond van het literatuurfestival Winterschrift. Alleen tijdens de talkshow van Bart FM Droog ontstond eventjes iets dat op het 'festivalgevoel' leek.
Gek genoeg zorgt de zeventiende editie van Winterschrift tot nu toe maar zelden
voor blosjes op de wangen. aan de uitspraken die werden gedaan tijdens de tweede
avond van het literatuurfestival Winterschrift in de Groninger Stadsschouwburg
kan het niet gelegen hebben. Ook op de gasten (onder wie Andreas Burnier, Nanne
Tepper, Judith Herzberg, Bart Chabot, Diana ozon en Dirk van Weelden was weinig
aan te merken.
Helaas waren er maar weinig mensen op komen draven. En dat blijkt een beetje
de dood in de pot op zo'n festival. Zo hield Dirk van Weelden een rede in het
Kruithuis over Literatuur en de Nieuwe Media voor een handjevol mensen dat waarschijnlijk
heel veel van literatuur hield: muisstil hoorden ze het razend ingewikkelde
betoog aan. Wel ging er op een gegeven moment een rolletje pepermunt rond. Alsof
we in de kerk zaten en een breed uitgesmeerde preek beluisterden en we straks
de zegen zouden krijgen en gesterkt weer huiswaarts mochten keren. (...)
Maar toen gebeurde er iets wonderlijks: Van Weelden was klaar en maakte plaats
voor Bart FM Droog (een 'marginale' performing poet) die in het tot café
omgetoverde Kruithuis naast Diana Ozon, Didi de Paris en Bart Chabot een aantal
'marginale' en relatief onbekende schrijvers onder wie de Groninger debutant
Ronald Ohlsen en Henk Blanken ontving. En dat gordijn moest weg! Het Kruithuis
was ineens te klein! En terecht: Droog voerde volstrekt stuurloze gesprekken
met zijn gasten, werd op de gekste momenten onderbroken door de muzikant Jan
Klug, die de ene keer op een saxofoon, dan weer op een dwarsfluit Aboriginal-achtige
klanken te berde bracht, waarna een van de gasten opsprong om iets uit eigen
werk te debiteren en het publiek liep naar de tap en bestelde bier en verdomd,
er ontstond, zeg maar, een soort 'festivalgevoel'.(...)
(Bram Hulzebos, Nieuwsblad van het Noorden, 1-2-1997)
'IK ZIT ALLEEN EN VOEL ME KUT'
Het was een onwennig gezelschap dat zich enkele weken geleden in Amsterdam verzamelde
voor het rap-poetry-festival Double Talk. Het contrast tussen de twee werelden
werd zichtbaar tijdens de forumdiscussie over de 'verhouding tussen rap &
poëzie', die volgens de jubelerende organisatoren en de hen ruggesteunende
uitgever een liaison waren aangegaan. Toen de dichter Paul Jainandun Singh,
van de Groningense Epibrerengroep, aan de gesprekstafel het woord kreeg, gaf
hij ten overstaan van een horde journalisten de diepste roerselen van zijn getourmenteerde
schrijversziel bloot. Een dichter, poeh, een dichter die gaat diep, man. Singh
wist precies waarom hij dichtte, verklaarde hij. Dat deed hij namelijk 'om mijn
toch al zo kleine ego ook nog eens een keer op papier te zetten en aan iedereen
prijs te geven'.
Achter het hoopje dichter stonden drie reuzen van kerels opgesteld, het strakke
bodybuilderslichaam gehuld in hiphopuniform, de armen over elkaar en het hoofd
iets schuin, geringschattend. Dus dat is nou een echte dichter, zag je ze denken,
iemand die echt diep gaat, man. Daar zit iemand die beweert veel te hebben nagedacht
en op papier zet wat wij rappend op het podium doen. Toen Singhs Epibreren-collega
Bart FM Droog vervolgens ook nog eens publiekelijk verklaarde dat hij schreef
'voor de eeuwigheid' werd het de argeloze hiphoppers te veel. Een hardvochtig,
maar gemeend 'Ouwe lul!' klonk op1.
Er is een kleine hype ontstaan rond, laten we het noemen, de literaire cross-over:
de vermenging van kunstvormen, het pact tussen poëzie en popmuziek, tussen
literatuur en rap. De grenzen tussen poëzie en popmuziek zijn aan het vervloeien,
beweert men. (...)
De dag van het festival was er een voor de geschiedenisboeken, een unieke dag
voor de vaderlandse letteren, zei Gert-Jan de Vries van de Arbeiderspers bij
de presentatie van de bundel Double Talk. Het verbazingwekkende is dat
iedereen daar dan nog intrapt ook. Nu grote uitgeverijen zich opwerpen als voortrekkers
van een nieuwe poëzie, is het waarschijnlijk definitief afgelopen met die
underground-cultuur, die een symbiose tussen literatuur en andere kunsten voorstaat.
De experimenten die zijn gedaan door dichters en performers die tegen de stroom
oproeiden, beginnen nu commerciële vruchten af te werpen, die gretig worden
geplukt door mensen met gevoel voor de markt.
Het rendement van de investeringen die jarenlang werden gedaan door marginale
uitgevers en organisatoren van kleinschalige evenementen, verdwijnt nu in de
verkeerde zakken. Het is het oude liedje: elke avantgarde sterft wanneer ze
wordt geconfisqueerd door de mainstream, de gevestigde orde, de commercie.
Wat het afgelopen decennium als avant-garde streed voor een nieuwe poëzie,
of in ieder geval voor een nieuwe blik op literatuur en poëzie, is links
ingehaald door commercieel handige sujetten die profiteren van andermans werk.
(...)
(Sander Pleij en Rob van Erkelens, De Groene Amsterdammer, 19-2-1997)
noot:
1. De enige die daar 'Ouwe lul'
riep was de auteur Arjan Witte, een geregeld Epibreren-bezoeker.
Het Groningse Winterschrift is nog maar nauwelijks achter de rug of het volgende
literaire festival dient zich aan: De Wintertuin, dat zich om de twee jaar afspeelt
in Arnhem en Nijmegen. Na de scholierenmiddag in Arnhem vrijdag, zet zich in
Arnhem zaterdag om 15 uur een trein in beweging richting Nijmegen, waarin zich
naast lokale helden (Leon Gommers / Marcel Maassen / Frans Kusters) ook landelijk
bekende schrijvers bevinden, onder wie Carla Boogaards, Arjen Duinker, Marc
Reugebrink en dichters van het Epibreren-collectief. Het treinkaartje is tevens
toegangsbewijs. De officiële opening van de vierde Wintertuin is de wereldpremière
van Francesco's liederen naar gedichten van Stefan Hertmans en muziek van de
Vlaamse componist Walter Hus en de aanbieding van de festivalpublicatie Pisstof
van Rob van de Graaf. Verder onder meer de beurs van het bijzondere boek, 'poëzie
met een mokerslag', 'het literair bedrijf', een optreden van De Kift en een
aantal grote namen uit de Nederlandse literatuur: Hella Haasse, Remco Campert
en Cees Nooteboom.
Arnhem/Nijmegen, op diverse locaties, van 21 februari t/m 1 maart.
(De Volkskrant, 20-2-1997)
naar boven
ONTSPORENDE WOORDENSTROOM
DE GRONINGSE DICHTERS UIT EPIBREREN DOEN ALLES WAT DE CONDUCTEUR VERBIEDT IN DE TREIN VAN ARNHEM NAAR NIJMEGEN
Onthutst schrikken de reizigers wakker uit hun schemerige reismijmeringen.
Een groep schreeuwende jongemannen met een lange staart van fotograferende,
schrijvende en filmende pers bestormt de coupé. Met hun luidruchtige
voordrachten in de treinen tussen Arnhem en Nijmegen openen zij op hun manier
het tweejaarlijkse literatuurfestival De Wintertuin.
De schreeuwende jongemannen, vier Groningse Dichters uit Epibreren, weten de
aandacht direct en aanhoudend naar zich toe te trekken. Als jonge honden springen
ze in het bagagerek, klauteren ze over banken en reizigers, terwijl ze wellustig
een onophoudelijke stroom van ritmisch kolkende gedichten over de coupé
heenkotsen.
Niet te volgen, maar prachtig overweldigend. Al was het maar omdat ze alles
doen waarvoor de conducteur je normaal gesproken bij station Elst resoluut de
trein uitzet ('Doet u dat thuis ook?'). Ook de teksten zijn sterk; zowel ritmisch
als inhoudelijk. Die inhoud wordt ondersteund maar tegelijkertijd bespot doordat
terwijl de een voordraagt, de andere drie kermend en kakelend over de grond
krioelen. In Nijmegen verlaten ze hevig zwetend en kwijlend de trein. Deelder
in viervoud. (...)
(Angelique Doodkorte, De Gelderlander, 24-2-97)
naar boven
DICHTERS VERANDEREN WINTERTREIN IN APENKOOI
(voorpagina Gelders Dagblad/ Arnhemse Courant, met kleurenfoto van De Dichters uit Epibreren, 24-2-97)
DE WINTERTREIN (2)
Arnhem - van onze kunstredactie. Mocht het literatuurfestival De Wintertuin een wat slechte start hebben gemaakt met het niet doorgaan van de scholierendag vrijdag, de zaterdag tussen Arnhem en Nijmegen rijdende Wintertrein zorgde voor een knallende herstart. Tussen 15 en 17 uur was iedere trein tussen de beide steden een rijdend podium voor dichters en schrijvers als Lucas Hüsgen, Didi de Paris en Leon Gommers. Het Gronings kwartet De Dichters uit Epibreren zorgde om 15.05 uur voor een vliegende start. De trein stond nog wachtend op het Arnhemse perron, maar de dichters hadden bagagerekken, middenpad en een aantal banken al bezet, en het treincompartiment leek wel een apenkooi.
(Gelders Dagblad/ Arnhemse Courant, 24-2-97).
naar boven
DICHTERS IN DE TREIN
Nieuwslezer: "Niet alle passagiers in de trein van Arnhem naar Nijmegen hebben zaterdagmiddag veel plezier beleefd aan hun reis.
Een aantal werd overduidelijk verrast door vier dichters die de coupé binnenvielen, met in hun kielzog een flinke schare belangstellenden. Dat gebeurde in het kader van het literatuurfestival 'De Wintertuin'."
volgt reportage over het trein-optreden, met gedichtfragmenten van Jainandun Singh, Peters, Hofman, en Droog.
(TV-Gelderland-Nieuws, 24-2-97, geluid: Jan Wammes, beeld: Dannie Siebers)
naar boven
GROOTMEESTER VAN SCHONE EENVOUD
(over de Johnny van Doornprijs-uitreiking aan Willem Wilmink, in de Arnhemmer Schouwburg).
De Groningse Dichters uit Epibreren, die vorige week de treinreizigers tussen Arnhem en Nijmegen al wakker schudden, warmen de boel wat op met hun ruige ritmische dichtgeweld. Ruben van Gogh, van de zelfde generatie, toont zich iets zachtmoediger, hoewel hij soms met een poeslief gezicht het publiek op de hak neemt. Toch lijkt er een zucht van verlichting op te gaan onder de toeschouwers, na het gekanker van de Groningse dichters. Van Goghs gedichten zijn prachtige bouwsels, met een uitgekiend metrum en prachtige rijmvormen. Steeds verrassend eindigend in een humoristische omslag. Dan betreedt het jonge talent Bloem het podium. (...)
(Angelique Doodkorte, De Gelderlander, 1-3-97)
naar boven
WINTERTUIN OP CRUCIAAL PUNT
Hoogtepunten tijdens de festivalweek waren onder ondere De Wintertrein tussen Arnhem en Nijmegen, waar dichters optraden in de trein.
De Groningse Dichters uit Epibreren, die een week geleden in de trein tussen Arnhem en Nijmegen De Wintertuin openden waren vrijdag opnieuw te gast tijdens de uitreiking van de Johnny van Doornprijs aan Willem Wilmink.
(Henk Meutgeert, 3-3-97, Gelders Dagblad/Arnhemse Courant, met foto door Henk van Holland)
naar boven
VPRO'S RUMBLE, RADIO 3, 13 MAART 1997
Fons Dellen: "Met een beetje fantasie mag je dit toch charmante heipaalklanken noemen, met een lekkere galm en echo. Want dit is live-radio. Kim Gordon en Sonic Youth zwaaiden met hemelse pracht de deur van deze donderdag-de-dertiende editie van Rumble open. Goedenavond, op je radio en in de Studio Amstel te Amsterdam luidt het motto tot middernacht punk en poëzie. De punk komt van de Brabantse brigade Jabberwocky, en de poëzie van de Groningse poëtionele actiegroep De Dichters uit Epibreren. Mijn god, nee, het heeft allemaal geen donder met de boekenweek te maken, al zal ik het er straks natuurlijk wel even over hebben, over die boekenweek, want ik voel gewoon dat mijn 'Moordgasten' De Dichters uit Epibreren Bart FM Droog en Tjitse Hofman 'n een en ander over de meest gehypete week van het jaar te melden zullen hebben. Verder in dit programma 'Val Dood' met Herman Brusselmans, aflevering 103 om precies te zijn, plus een bak fijne oude en nieuwe onder- en bovengrondse muziek van bijvoorbeeld Blonde Redhead, Beck, Tröckener Kecks, You am I, Charlie Parker, Peter Pan, Morphine, John Lee Hooker en Los Lobos. (...)"
Eén man, twee kogels, drie songs waarvan er maar één mag overleven. Hun lot ligt in handen van Rumble's Moordgast.
Fons Dellen: "Niet in het kader van de boekenweek, maar wel omdat poëzie af en toe gewoon moet, vanavond in dit programma een aantal poëtionele acties van De Dichters uit Epibreren. Een hoofdman hebben deze stand-up poëten niet, dus zit hier vanavond een duo in de Elektrische Stoel, en dat is uniek in de geschiedenis van de Moordgasten. Zo dadelijk een gesprek over Rottend Staal en zap-poëzie, over het vrije vers contra het klassieke dichtmodel en over Epibreren natuurlijk, met twee Groningers: Bart FM Droog en Tjitse Hofman. Eén van hun ultieme popsongs is een lied van The Pogues, waarbij Bart FM Droog een bijna simultane vertaling ten beste zal geven. Hier gaan we dus, hier zijn The Pogues met Bart FM Droog én Shane MacGowan. (volgt Hell's Ditch van The Pogues, met in het intro de vertaling gesproken:
HELLEGOOT (vertaald uit het Engels naar 'Hell's Ditch' van
Shane MacGowan)
Het leven is een hoer
en dan ga je dood
zwarte kanker
hellegoot
naakte, snerpende vrijheid
de moordenaar's handen zijn gebonden
om zessen begint het te regenen
hij zal de dageraad nooit meer zien
Onze Lieve Vrouwe van de Bloemen
Genet rukt aan Ramon's lul
de gast in de brits erboven wordt ziek
en in de naastgelegen cel
krijst een gek om zijn moeder
Zwarte dildo, zwarte hel
toen de Spaanse smeris mij bespotte
herinnerde ik mij de kruimeldief
kleine man, wat heb jij geleden
Ik hoorde ze schreeuwen daarboven
Als het geen vuist is, is het geen liefde
en Onze Lieve Vrouwe knielt
haar nek gebogen, de bijl valt neer
KLENG! gaat de ontbijtbel
terug uit de hemel naar de hel
naakte snerpende vrijheid - Hellegoot.
Fons Dellen: "Hell's Ditch' van Shane MacGowan en The
Pogues, van een inspirerende prachtvertaling voorzien door Bart FM Droog, een
van mijn twee Moordgasten van vanavond.
Dit duo dat hier tegenover me zit, Bart FM Droog en Tjitse Hofman, de helft
van het kwartet, quintet Dichters uit Epibreren. Quintet, met de muzikant erbij."
Droog: "Hij is wel essentieel."
Dellen: "Niemand is onmisbaar."
Droog: "Net als god."
Dellen: "Epibreren, laten we het daar eens over hebben..."
Droog: "Jezus."
Dellen: "Waarom die naam?"
Hofman: "Dat is het plaatsje waar we vandaan komen, in
de provincie Groningen. Daar heb je op het wad een soort eilandje dat af en
toe wandelend te bereiken is, en daar staat de villa van mijn ouders, waar we
onze bacchanalen houden."
Dellen: "Wat toevallig hè, dat het ook een wooord
is dat in 1954 door Simon Carmiggelt werd uitgevonden."
Hofman: "In de Dikke van Dale staat erover dat het zogenaamd
druk bezig zijn is, terwijl je eigenlijk niks doet..."
Droog: "Leugens! Laster!"
Hofman: "Ja, zo hebben wij een plaatsje wat heel veel
lijkt maar eigenlijk niet ..."
Dellen: "Dus wat De Dichters uit Epibreren doen is absoluut
niet wat Simon Carmiggelt met zijn woord 'epibreren' bedoelt."
Droog: "Hemel. Misschien wel. Maar misschien ook niet.
De vraag stellen is deze beantwoorden."
Dellen: "Waarom zijn jullie een groep, laat ik het zo
eens vragen dan?"
Droog: "We houden heel erg veel van elkaar, en..."
Dellen: "Maar dat is niet genoeg."
Droog: "Doorgaans is één dichter heel erg
saai om te zien. Juist door de afwisseling krijg je variatie en respect uit
de breedte, zoals Sherlock Telgt van Da Zombi Squad meent. Het slaat wel nergens
op wat ik zeg."
Dellen: "Geeft niet. Ik heb eens even wat documentatiemateriaal
over jullie doorgenomen, en wat mij telkens weer opvalt is dat er zo'n kloof,
misschien wel een zelfgeschapen kloof bestaat tussen podiumdichters als jullie
en de 'gevestigde dichterij', het literaire establishment, of heb ik dat helemaal
mis?"
Hofman: "Wie is dat?"
Dellen: "Qua dichters kun je die zelf wel verzinnen toch?"
Droog: "Kan je wat namen noemen?"
Dellen: "Van Jean Pierre Rawie tot en met..."
Droog: "Jean Pierre Rawie is okay, hoor."
Dellen: "Ja? Wie zijn niet okay?"
Droog: "Die noem ik niet, dat zou reclame maken voor die
mensen zijn. En dát ben ik absoluut niet van plan."
Dellen: "Maar zijn jullie een reactie op de 'gevestigde
orde' in het poëzielandschap?"
Droog: "Nee, totaal niet."
Hofman: "Ik denk eerder een aanvulling. Ik denk dat er
meer mogelijk is met poëzie dan de 'gevestigde orde' probeert uit te dragen."
Dellen: "Is dichten moeilijk, Tjitse? Kan iedereen het?"
Hofman: "Ik denk dat dat per persoon heel verschillend
is. In principe wel. Ik denk dat iedereen alles wel kan, het is alleen het verschil
of iedereen het ook aantrekkelijk kan maken, of kan iedereen dusdanige dingen
op papier zetten dat er meer is dan wat iedereen doet. Ik denk dat dát
het bijzonder maakt."
Droog: "En dat het ook andere mensen raakt, los van wat
je er zelf mee bedoelt. Wat op scholen vaak gevraagd wordt over gedichten: "Wat
bedoelt de schrijver hier nu mee", onzin!"
Dellen: "Dat moet in een klap duidelijk zijn?"
Droog: "Dat moet de lezer zelf bepalen, daarvoor werk
je niet als schrijver."
Dellen: "Is het toeval dat jullie uit Groningen komen
of heeft wat jullie doen onmiskenbaar met die voedingsbodem van het Groningse
platteland te maken?"
Droog: "Ja, ik denk het wel."
Dellen: "Op welke manier dan?"
Droog: "Meer door de speciale culturele sfeer die in Groningen
hangt. Je hebt daar een sfeer waarin niet alleen dichters, maar ook dichters
én beeldend kunstenaars én muzikanten en filmmakers heel makkelijk
met elkaar samenwerken."
Dellen: "Die (sfeer) heb je toch ook in Amsterdam of in
Nijmegen?"
Droog: "Ik kom hier bijna nooit. Ik heb geen idee."
Dellen: "Denk je niet dat hier ook zo'n soort van interactie
is, tussen die groepen die jij nu net noemt."
Droog: "Wellicht."
Dellen: "Terug naar de vraag. Tjitse dan, wat is er zo
specifiek Gronings aan jullie werk?"
Hofman: "Ik denk niet dat het op zich het werk is, ik
denk dat wat Bart zegt wel voor een deel waar is. De wereld is daar veel kleiner,
in Groningen ontmoet je elkaar veel eerder. Het is een kleinere stad dan Amsterdam,
maar het gevecht om je nek boven de rest uit te steken is ook makkelijker te
winnen. Zeg ik dat een beetje..., nou ja."
Dellen: "Zijn jullie zo onzeker, of lijkt dat maar zo?"
Hofman: "Vind je mij onzeker?"
Dellen: "Ja!"
Droog: "Het komt omdat ik me zo vlak voor de Paasdagen
altijd een beetje ongemakkelijk voel. Dan ga ik weer denken aan zo'n gekruisigd
persoon,...
Hofman: "En god-god-god, moet je de hele tijd aan denken,
tegenwoordig."
Dellen: "Hoe komt dat dan?"
Hofman: "Door de boekenweek natuurlijk.
Dellen: "De boekenweek! Ja, daar gaan we het nog even
over hebben. Wat vinden jullie daarvan?"
Droog: "Bagger."
Hofman: "Hahaha"
Dellen: "Waarom? Het is zo makkelijk, hè, 'bagger'."
Droog: "Tja, bagger! Elke dag worden er boeken geschreven
en gelezen. Als je juist alles in één week gaat concentreren dan
krijg je overconcentratie, dan denkt iedereen 'yek, daar komen ze weer met die
idiote boekenweek aan'. Ik vind het alleen maar contraproductief werken."
Dellen: "Vind jij dat ook?"
Hofman: "Ik vind het wel leuk dat ze gratis een boek weggeven."
Droog: "Doen ze dat dan?"
Hofman: "Ja toch, het is toch een geschenk? Of moet je
dat kopen?"
Droog: "Ik dacht dat het een week was."
Hofman: "Tja, ik koop nooit boeken. Ik ben lid van de
bibliotheek."
Dellen: "Jullie gaan zo met zijn vijven een aantal optredens
hier verzorgen, dan wordt veel meer duidelijk. Nu zitten jullie hier als 'Moordgasten'.
Ik ga jullie drie songs laten horen. Telkens na een nummer wil ik een korte
mening daarover. Dit is het eerste lied, dat is blijven staan dankzij mijn gast
van de vorige week: Pavement.
(lied: 'Transport is arranged - Pavement)
Dellen: "Een lied dat alweer behoorlijk lang meegaat
in deze rubriek. 'Transport is arranged', van Pavement, van hun vierde plaat
'Brighton, the corners'. Hier bij mij aan tafel twee dichters van de dichtersgroep
Dichters uit Epibreren: Tjitse Hofman en Bart FM Droog. Bart, wat vond je van
dit nummer van Pavement?
Droog: "Ik krijg hier geen stijve van."
Dellen: "Moet dat bij muziek?"
Droog: "Ja, dat is wel zo prettig. Ik vind dit meer zwijmelende
tienermeisjesmuziek, beetje in de sfeer van Ruben van Gogh."
Dellen: "Waar krijg je wel een stijve van, Bart?"
Droog: "Van Tjitse natuurlijk. Maar dat is weer een heel
ander verhaal."
Dellen: "Tjitse, wat vond jij hiervan?"
Hofman: "Ik wil me niet zo cru uitdrukken als hij dat
doet, maar ik vind dit ook niet echt... Ik hou van wat meer actie. Toen ik net
het begin hoorde dat ik een beetje aan Lou Reed, met The Velvet Underground
- schreef ik ook meteen op, anders vergeet ik die naam -, maar wat Lou Reed
deed vind ik heel mooi, maar dit is niet echt dat ik zeg 'goh, wat een leuk,
vernieuwend geheel, nee."
Dellen: "Heeft wat jullie doen met rock 'n' roll te maken?"
Droog: "Meer dan deze muziek, ja. Als je dit een uur moet
aanhoren, dan ga je spontaan wenen en daarna gaan er nog ergere dingen geschieden
met je lichaam."
Dellen: "Maar je krijgt er geen...? Juist. Ik ga het tweede
nummer voor jullie draaien, een nummer van de Osdorp Posse. Wel eens van gehoord,
neem ik aan?"
Droog: "Ja, het zijn collega's van ons."
Dellen: "Dat wilde ik net vragen. Vind je dat het collega's
zijn?"
Droog: "Nou, ze staan in dezelfde bundel die juist is
uitgekomen: Double Talk, bij de Arbeiderspers onlangs."
Dellen: "Daarmee zijn jullie tot collega's gebombardeerd."
Droog: "Ja, dus ik benader het vanuit een positieve grondhouding."
Dellen: "Spreekt hier weer een klein negatief ondergeschoven
houdinkje uit?"
Droog: "Ik wil eerst even dat nummer horen - want ik heb
het nog nooit gehoord - voordat ik daarover kan oordelen."
Dellen: "Osdorp Posse, met Henny Vrienten trouwens op
achtergrondvocalen."
Droog: "Die speelde toch in Doemaar?"
(lied: 'Onkwetsbaarheid is eenzaamheid' - Osdorp Posse)
Dellen: Def P én Henny Vrienten samen met de Osdorp
Posse van de nieuwe plaat 'Geendagsvlieg': 'Onkwetsbaarheid is eenzaamheid',
en dat leg ik voor aan Bart FM Droog en Tjitse Hofman van De Dichters uit Epibreren.
Zijn het nog steeds collega's volgens jou, nu, Bart? Dit gehoord hebbende?"
Droog: "Jààà,..., ik vond vooral
het laatste stukje, het extro, heel mooi, verfrissend, verrassend. Ik moet even
van het hart dat ik niet zo op het Amsterdamse dialect gesteld ben."
Dellen: "Waarom niet? Nu wordt het interessant."
Droog: "Ik hoor liever het dialect zoals we dat in Epibreren
en in Muziekcafé Koekkoek spreken."
Dellen: "Wat is het grootste verschil tussen het Amsterdamse
dialect en het Epibrerense?"
Droog: "Het Gronings is veel korter, veel bondiger. Ik
houd van bondige taal. De titel is eigenlijk het enige wat ik goed heb kunnen
verstaan: 'Onkwetsbaarheid is eenzaamheid', dat vind ik TE LANG! Het kan korter!
Waarom drie minuten lang doorzingen? Even pauzes erin, even condenseren, sublimeren
en weet ik veel wat, dan... raakt het mij veel meer, denk ik."
Hofman: "Ik heb er ook niet veel van kunnen verstaan.
Wat ik wel leuk vond van 'ik heb niemand nodig om me er door te slaan', dat
vind ik wel anarchistisch op zich. Ik vind het niet zo gek dat je daarvan eenzaam
wordt, als je iedereen afwijst. Er zou wel wat in kunnen zitten. Ik vind ze
ritmisch heel sterk."
Dellen: "Maar wat vind je van de raps van Def P?"
Hofman: "Die ken ik gewoon niet goed genoeg. Ik kan wel
even refereren aan dat boekje..."
Dellen: "Is rap poëzie?"
Hofman: "Precies. Rap is geen poëzie, poëzie
is geen rap. Dat wil niet zeggen dat je niet een beat onder een gedicht kan
zetten, en ik wil ook niet zeggen dat je een rap niet op papier mag zetten."
Droog: "Ik vind het Nederlands geen goede taal om te rappen."
Dellen: "Waarom niet?"
Droog: "De woorden, de klanken vloeien niet, zoals in
het Engels of in het Frans. Daar gaat het veel 'smoother'. Juist dat ik een
Engels woord daarvoor gebruik, geeft al aan..."
Dellen: "Dat is wel grappig. Jij beweert precies het tegenovergestelde
van wat Def P van de Osdorp Posse beweert."
Droog: "Dat is ook het stompzinnige aan dat boekje 'Double
Talk'. Ik vind de rapteksten die erin staan, die ik de moeite waard vind om
te lezen zonder muziek, dat zijn uitgerekend de teksten die niet in het Nederlands
zijn. De tekst van Da Zombi Squad, te gek! Mooi! Je hoort de woorden gewoon
in de lucht uiteenspatten, danwel smelten als zachte snoepjes in je mond. De
tekst van De Puta Madre, een hele rare mengelmoes van Spaans, Frans, Engels,
Nederlands ook een klein beetje, dat rockt gewoon, zonder muziek ook."
Dellen: "Maar die Nederlandse raps zijn niks, volgens
jou. Laatste nummer voor jullie is van een New Yorkse groep, die heet Firewater
en het heet 'When I burn this place down'."
Droog: "Klinkt goed, hmmm."
(lied 'When I burn this place down - Firewater)
Dellen: "Firewater, een band waar ondermeer zitting in
heeft de zanger van Cop Shoot Cop..."
Droog: "Hmmm."
Dellen: "De New Yorkse connectie is daarmee gelegd. 'When
I burn this place down' heet dit lied. De Dichters uit Epibreren zitten hier.
Tjitse, wat vond je hiervan?"
Hofman: "Ik vond het geweldig. Ik vind het heel leuk om
zo'n tango er in te gooien, dat gebeurt er niet zoveel. Het heeft heel veel
weg van het stemgebruik van Shane MacGowan, daar houd ik ook wel van, ook een
beetje besmet door Bart, die houdt daar erg van."
Dellen: " Ja Bart, vind je dit ook heel erg goed?"
Droog: "Ik vind dit geweldig mooi nummer. Niet alleen
'Firewater' spreekt mij erg aan, doch ook 'burn this place down'. Wat een drive,
wat een tekst. Geweldig."
Hofman: "Ik houd ook erg van vuur, dat zul je zo nog horen."
Droog: "Alles platbranden, niet alleen boeken, maar ook
complete steden."
Dellen: "Ik ben ontzettend blij dat jullie zo eensgezind
zijn over de plaat die naar de gast van volgende week doormoet. Dat concludeer
ik hieruit, dat het Firewater wordt, hè? Niet de Osdorp Posse, niet Pavement."
Droog: "Laat hem of haar deze plaat met een speciaal beetje
liefde behandelen, want dat is 'ie wel waard."
Dellen: "Ik zal het doorgeven. Jullie treden zo dadelijk
op, op het piepkleine poëziepodiumpje, want het is weer een kleiner podium
dan het rock 'n' roll-podium, zul je altijd zien. Tweevijfde van De Dichters
uit Epibreren: als ik me niet heel erg vergis: Afsluitdijk door Kasper Peters.
Kasper, de microfoon is voor jou."
Kasper Peters (met Jan Klug op saxofoon, backing vocals door de andere dichters): "Het alom oude bekende monument, de muur van Nederland":
AFSLUITDIJK
Tjitse Hofman: "Gaan we verder met een gedicht dat eigenlijk op een ongeluk gebaseerd is, met mijn baksteenrode Skoda, nadat ik slechts twee weken mijn rijbewijs had":
KREUKELZONE
(met Jan Klug op dwarsfluit, Bart FM Droog op scanner, Kasper Peters: gesnik)
Droog: "Dat heb je altijd met knaapjes. Het volgende gedicht gaat over mijn zoon, Fynn Marlyn en is opgedragen aan Johnny van Doorn. De laatste regel heb ik van een van zijn boeken gejat":
JOHNNY O, MY DARLING
(met Jan Klug op sax met effecten)
Jainandun Singh: "Die Bart, die zit weer in zijn ziel te roeren. Ik had je misschien beter mee kunnen nemen in plaats van de vrouw - gisteren - die ik naar huis bracht:
IN DE NATUUR VAN DE STAD
Dellen: "Dat was de eerste set van De Dichters uit Epibreren
(...) Tussen elf en twaalf nog twee sets van De Dichters uit Epibreren. Dan
is nu de overgang van poëzie uit Groningen naar punk uit Brabant. Hier
op het podium in Studio Amstel, Rembrandtplein 17, Amsterdam. Je kan hier nog
langskomen. Hier op het podium staat gereed Jabberwocky (...)
Dichters uit Epibreren, nu opnieuw. Ze doen nog twee keer een set vanavond -
heet dat zo, trouwens, een set, in de poëziewereld, jongens?"
De Dichters uit Epibreren: "Ja."
Dellen: "Dit is de eerste ervan, die begint met een gedicht
van Paul Jainandun Singh."
Jainandun Singh: "Goedenavond luisteraars, dit is weer
de EO, met De Dichters uit Epibreren, wat een idyllisch dorpje is in het wad.
Daar treft de dichter Jainandun Singh op een plaat wel eens het meisje Elsa
aan":
ELSA
(met Jan Klug op dwarsfluit en effecten)
Peters: "Dank je Paul. Nog meer romantiek, dan":
VROUW FATAAL
Droog: "Dan zal nu Jan Klug de Tuva-zang gaan bedrijven, luisteraars. Dit ter introductie van het volgende gedicht. Jan Klug is afkomstig uit een krijgsgevangenenkamp voor Duitse oorlogsmisdadigers. Ik heb hem daar eigenhandig uit weggesmokkeld toen ik laatst in Zuid-Siberië was, bij de stad Kyzyl, en daar gaat het volgende gedicht dus ook over, het heet":
NOT THE END
(met Jan Klug op meeresonerende boventoonzang, en de overige Epibranten als achtergrondkoor)
Hofman: "Net als de bunker, die onderweg langs de weg naar België danig staat te rotten, oftewel:
BUNKER
Droog: "En dat waren dan Tjitse Hofman en Jan Klug op
de saxofoon."
Dellen: "Kijk toch uit met die microfoon, jongens! De
Dichters uit Epibreren, over een minuut of vijfentwintig nog een optreden van
hen, dan gevolgd door de laatste set van Jabberwocky."
(...) Voor de laatste keer volgaarne uw aandacht voor De Dichters uit Epibreren!"
Hofman: "Wat begonnen wordt met alles in de fik te steken":
VUUR
(met Jan Klug op tenorsaxofoon met effecten en Droog op backing vocals)
Droog: "En dan trekt de nevel op en zie je een dikke, vette Belg, gelijk een pinguin, dronken in het hoekje van je plee staan te waggelen, en je weet dat je samen met Didi de Paris verkeert. Voor hem het volgende gedicht, dat tevens de reden is waarom mijn eerste vrouw mij verlaten heeft":
SCHAT, KAN JE ME DE ONTSTOPPER EVEN AANGEVEN?
(met Jan Klug op vocale effecten)
Peters: "En voor hen, die er mogen zinken, zinken, zinken":
EGO-KNIKKERS
(met Jan Klug op effecten)
Jainandun Singh: "Hopelijk wordt er vanavond in de huizen flink wat afgevoosd en gebeestfeest, dat zoeken ze maar uit. En dat alles in die onrustige binnenstad":
STEDELIJKE HOBBYWERKPLAATS
(met Jan Klug op sax, overige dichters backing vocals)
Droog: "En dat alles uit de Groninger School."
Dellen:"Tjitse Hofman, Bart FM Droog, Kasper Peters, Paul
Jainandun Singh en saxofonist/didgeridoo-speler Jan Klug, oftewel De Dichters
uit Epibreren, en dat was het einde van hun laatste set vanavond in Rumble.
Wil je of wilt U informatie over De Dichters uit Epibreren, schrijf dan een
briefkaartje of een brief aan de VPRO-radio, Rumble, Postbus 6, 1200 AA in Hilversum
en dan sturen wij die door naar De Dichters uit Epibreren in Groningen, en dan
krijgt u vast antwoord in de vorm van een bundel, een Nieuwsbrief, een cassette
of wat dan ook. (...)
Dit was een programma van Gert de Bruin, Marijn Filipona, Frank Matthijsen, Rosanne Blommers, Herman Brusselmans en Fons Dellen."
(Rumble, VPRO-Radio 3, 13-3-97)
naar boven
DE PRAAT VAN DE STRAAT
Rappers vernieuwen de taal met hun anarchistische woordenspel, en steeds meer dichters kijken hun kant op voor inspiratie. Kan hiphop de poëzie redden?
"Een historische dag voor de Nederlandse literatuur", zo werd het aangekondigd. Op het Double Talk-festival, eind januari in Amsterdam, werd een selectie gepresenteerd van jonge woordkunstenaars uit Nederland en België, aangevuld met geestesgenoten uit enkele andere Europese landen en de Verenigde Staten, onder de gemeenschappelijke noemer rap.
De gevestigde poëzie kreunt volgens sommige waarnemers in toenemende mate onder het gewicht van haar eigen elitarisme. Dichtbundels verkopen voor geen meter, oplagecijfers gaan steeds maar omlaag, en de kloof met de populaire cultuur is groter dan ooit. Er is dringend nieuw bloed nodig en dat wordt gezocht bij rappers. Rap krijgt in ons taalgebied onvoldoende literaire erkenning, stellen Double Talk-organisatoren Emerald Beryl en Fred Bomber in de bloemlezing die werd uitgegeven ter gelegenheid van het festival. In het buitenland is die erkenning er wel, daar wordt ingezien "dat rap, meer dan songteksten, de grens tussen muziek en poëzie overschrijdt."
Die grens opheffen was het ambitieuze doel dat Double Talk zichzelf stelde. Rappers en dichters werden op hetzelfde podium gezet, met de bedoeling om een artistieke kruisbestuiving op gang te brengen. Niet al wat er tijdens het evenement te zien was, was van hoge kwaliteit. De zelfverzekerde rappers overstemden meer dan eens de immer introverte dichters, en de fans van de beide clans bekeken elkaar nogal onwennig. Maar de sfeer was broeierig en bij momenten sloegen de gensters van het podium. The Roots uit Philadelphia, één van de rapgroepen van de nieuwe generatie, zetten een daverend concert neer. De Amsterdamse Spookrijders lieten een sterk staaltje van Nederlandstalige rap zien. De Groningse Dichters uit Epibreren gaven een nijdige performance, die aantoonde dat poëzie ook op de bühne voor beklijvende ogenblikken kan zorgen. En Gerrit Komrij, de éminence grise van de Nederlandse dichtkunst, hij stond er op de eerste rij geboeid naar te kijken, in de rug geduwd door hiphoppers met baseball-petjes, baggy jeans en futuristische sportschoenen.
Rap als ultieme redding van de poëzie, dus? Het mag raar klinken. Zijn rappers immers niet die vuilbekkende, krompratende negers die zich nergens vertonen zonder vuurwapens en zich verder vooral onledig houden met het roken van joints en het beledigen van vrouwen? (...)
Maar is rap poëzie? "Natuurlijk wel, dat is toch evident", zegt Black Thought, de rapper van The Roots. "Poetry is the formation of words that fit. En dat is precies wat rapteksten zijn: woorden die passen, op de beat, in de maat. Ik ben dus een dichter. Je kan mijn teksten lezen op papier, net zoals een gedicht. Maar ik ga nog een stap verder. Ik ga op het podium staan en voeg theater toe aan mijn poëzie. Ik ben dus een dichter in de vijfde graad, een superpoëet."
Def-P van de Osdorp Posse is het daar niet mee eens: "Rap is rap en poëzie is poëzie. Dat zijn twee verschillende dingen. Als je rap op papier zet, blijft er weinig van over. Maar omgekeerd is er ook weinig poëzie die overeind blijft als je er een beat onder zet."
Daarmee is de vraag natuurlijk nog niet beantwoord. Is rap nu wel of niet poëzie? Veel reguliere poëten vinden van niet. Raps zijn dikwijls simplistische sinterklaasgedichtjes, zeggen ze, te veel gebonden aan rijm en ontdaan van diepere betekenis. Paul Jainandun Singh van De Dichters uit Epibreren: "Dichters denken langer na over wat ze schrijven. Soms zit ik twaalf uur te peinzen en dan heb ik nog maar een paar regeltjes. Op die tijd hebben rappers al een paar kantjes volgeschreven." "Dat is onzin", vindt een licht verontwaardigde Def-P. "ook ik denk serieus na over wat ik schrijf. Maar veel dichters kunnen nog een puntje zuigen aan het klankenspel en de rijmschema's van sommige rappers."
We halen er een academicus bij. Geert Buelens, assistent Nederlandse literatuur aan de Universitaire Instelling Antwerpen en zelf ook dichter: "Veel rappers zijn technisch inderdaad uitzonderlijk sterk. Hun woordenvloed is, zeker in combinatie met de beat, indrukwekkend. Op internet vond ik onlangs teksten van Public Enemy. Die hoor je echt in je hoofd terwijl je ze leest, omdat ze zo strak, ritmisch geschreven zijn. Betekent dat dat ze thuishoren in een bloemlezing van Amerikaanse poëzie? Misschien wel, misschien niet. Ik heb daar alleszins geen problemen mee. Het punt is dit: op een bepaald moment in de geschiedenis van de Europese poëzie is rijm echt dreun geworden. Veel dichters gingen toen vrije verzen schrijven. In heel wat gevallen was dat niet meer dan proza waarin men zinnen hier en daar afhakte en waarvan men dan dacht dat het poëzie was. Eigenlijk is er niks zo moeilijk als het schrijven van goeie vrije verzen omdat je de interne ritmiek en klankverhoudingen daarvan zelf moet bepalen. Dat is dikwijls nog indrukwekkender dan de virtuositeit van de rappers binnen hun geijkte schema's. Maar het is begrijpelijk dat rappers zich ergeren aan het dédain tegenover populaire cultuur, dat nog steeds bestaat in bepaalde literaire kringen."
Poëzie of niet, rap is in ieder geval een krachtige manier om een boodschap over te brengen, en meerdere dichters zijn zich daar goed van bewust. De Dichters uit Epibreren bijvoorbeeld, laten zich door rap inspireren en geven dat ook openlijk te kennen. "we moeten de poëzie redden," zegt Bart FM Droog, "en dat doe je door ze (de gedichten) in een vorm te gieten die mensen die nog nooit een gedicht hebben gehoord toch tot luisteren aanzet. Je moet zoveel mogelijk contact proberen te zoeken met het publiek. Alle elementen die daarbij kunnen helpen, zijn welkom: theater, muziek en ook rap." Ondertussen heeft Epibreren zijn affiniteiten met hiphop echter zo breed geafficheerd dat ze bekend zijn gaan staan als een collectief van rapdichters. Bart Droog: "Ik ben geen rapdichter, net zo min als een rock- of een punkdichter. Ik ben een dichter tout court. Al wat ik van rap overneem, is de klank en het ritme." (...)
(Tom Vandyck, Knack-Weekend (België), 19-3-97, met foto van Droog door Guy Kokken)
POET KEITH IS WELL VERSED IN STAMINA
Ask Keith Armstrong what qualities are needed by a poet in the 1990s and he
will number stamina among them. This will surprise you if poetry conjures up
images of men in frock coats strolling among daffodils.
But the chances are that you have never been to the Cuckoo Club in Groningen
which opens at 1am and dispenses fine words with fine ales until five in the
morning.
Keith, who has been tireless in his campaign to strengthen cultural links between
the North-East and it's various European twin towns and cities, is still reeling
from his latest visit to this Dutch Metropolis.
He and fellow poet Ian Horn, who specialises in soccer as a subject, were invited
over for a six-date tour of Holland by one Bart F.M. Droog, performance poet,
publisher and the Dutch mastermind behind the Cuckoo Club.
"I met him last year when the Dutch organised something called the Poetry
North Festival in Holland and recognised a kindred spirit," says Keith,
now safely back in Whitley Bay.
He describes Droog as subversive and says he looks like a skinhead - "almost
bald and with a rather menacing twinkle in his eye. I approached the February
tour with some trepidation because he was putting us up in his squat. After
being up all night in the Cuckoo Club, we attempted to sleep on his floor with
three budgies mating in a cage in the corner.
Groningen is a big university town and the audiences were full of students whose
average age was about 20. I'll be 51 this year so was feeling the pace a bit."
(...)
It will surprise no-one to learn that there is virtually no language barrier
in Holland. "They speak English so well that it is hardly asecond language,"
says Keith. He is hoping to bring the charismatic Bart F.M. Droog and other
Dutch poets on a reciprocal visit to the North-East in October. Like his most
recent trip to Holland, the plan is that it should be financed by box office
takings.
(David Whetstone, The Journal (Newcastle Daily Newspaper), 19-3-1997)
naar boven
TOMMY WIERINGA MAAKT AMOK
In 1995 debuteerde hij overtuigend met 'Dormantique's manco'. Deze maand geeft In de Knipscheer zijn 2e roman AMOK uit. Tommy Wieringa werd geboren in Goor, één maand voor de Summer of Love van '67 uitbrak.
Of de flower power-koorts ook tot Overijssel is doorgedrongen wagen wij te betwijfelen. Vast staat wel dat het uiteindelijk toch De Liefde was die hem na een lange omweg in 1993 in Utrecht deed belanden. Voor die tijd was de bijna 30 jaar jonge auteur/dichter/journalist o.a. woonachtig in Drenthe, Groningen en op de Nederlandse Antillen. Tussendoor reisde hij de halve aardkloot af. Het zwerven zit Wieringa nog altijd in het bloed, al heeft hij anno 1997 in de Domstad 'een prima alternatief om thuis te komen' gevonden. Zondag 13 april a.s. (aanvang 21.00 uur) vindt de informele presentatie van AMOK plaats bij Van Sinkel aan de Oudegracht. Inmiddels is Tommy samen met vriend en collega Arjan Witte al druk aan het repeteren om die avond te bewijzen dat zij ook muzikaal hun mannetje staan. Tevens zal er worden opgetreden door De Dichters uit Epibreren en Adriaan Bontebal. Om te voorkomen dat deze avond uitdraait op het doorsnee gezapige literaire incrowd-gebeuren nodigt Wieringa bij deze iedereen die hem een warm hart toedraagt Domweg Uit om de doop van AMOK bij te wonen. (...)
(DomWeg Uit in Utrecht-krant, 2e jaargang #4, 1-4-97)
naar boven
"ZET EEN BEAT ONDER EEN GEDICHT EN HET IS GEEN GEDICHT MEER"
Kan een dichter rappen en vallen rapteksten onder poëzie? Daarover zijn de meningen verdeeld. Toch lijkt de relatie tussen rap en poëzie vanzelfsprekend, als je bedenkt dat het Amerikaanse woord rhyme zowel staat voor een gedicht als voor een raptekst. Er wordt zelfs gesproken over rappoetry, een soort kruisbestuiving van beide kunstvormen. Maar ondanks die dwarsverbanden vragen de makers zelf zich af: "bestaat rappoetry wel?" Minou Op den Velde legde die vraag voor aan twee rappers en twee dichters.
Pascal (Def P.) Griffioen, rapper van de Osdorp Posse: "Rappoetry, wat zou dat moeten zijn? De verschillen tussen rap en poëzie zijn groter dan de overeenkomsten. Een dichter is iemand die zo mooi mogelijk probeert op te schrijven dat de maan in het water glinstert, hij gaat lyrisch te werk. Voor een rapper is de klank belangrijker dan de woordkeus, simpelweg omdat het tempo van een rap zo hoog ligt dat de tekst meestal onverstaanbaar is. Het gaat een rapper dus meer om de flow, en dat is wel logisch ook, omdat hij altijd met muziek bezig is.. En een dichter, die wil dat zijn werk goed overkomt op papier. Voor hem is het de ultieme eer om een bundel uit te geven bij een grote uitgeverij.
De meeste gedichten zijn trouwens zo vaag als de pest, vaak begrijp ik ze niet. Misschien lees ik te oppervlakkig of denk ik juist te diep door? Maar dan hoor je weer dat het gaat om je interpretatie!
Wat ik ervan vind dat sommige dichters zich met rap bezighouden? Dat zal ze nog tegenvallen! Een goede rapper beheerst zijn rijmschema's als geen ander, daar kunnen die dichters nog een puntje aan zuigen. Poëzie is iets dat je langzaam en aandachtig moet lezen. zet een beat onder een gedicht en het is geen gedicht meer."
Bart FM Droog van het collectief De Dichters uit Epibreren: "Rappoetry bestaat volgens mij niet. Je kunt wel een gedicht pakken en er muziek onder zetten. Maar dan moet je er wel voor zorgen dat je gedicht een ritme heeft. En refreintjes, die maken het ook makkelijker. Wij dragen voor met een muzikant op het podium. Die speelt saxofoon, maar ook didgeridoo en fluit. Muziek maakt het toegankelijker: de tekst glijdt vanzelf naar binnen.
Dat een gedicht met muziek geen gedicht meer is, vind ik totale onzin. Bij ons beginnen de mensen zelfs af en toe te dansen. En ook met woorden alleen kunnen wij een beat in onze gedichten leggen."
De Dichters uit Epibreren zijn elke woensdagnacht te zien in Muziekcafé Koekkoek, Peperstraat 4-6 te Groningen, op 11 april op het Viva Velinx Festival in Tongeren (België) en op 12 april in het Papenstraattheater in Zwolle.
Dichter Hagar Peeters: "Een dichter kan doorgaans alleen experimenteren binnen de grenzen van het gedicht. Zodra je verder wilt gaan is een combinatie met muziek een logische stap. Poëzie wordt interessanter als je de stem hoort van een dichter, die dan ook nog eens helemaal alleen op het podium voor je staat.
Vanaf het moment dat ik mijn werk ging voordragen begon ik anders te schrijven, ritmischer, en meer gericht op klank. Voor mijn optreden heeft een muzikant een band gemaakt met Afrikaanse ritmes en samples. Die muziek ondersteunt dan de sfeer die ik met mijn woorden probeer op te roepen. Met rap en hiphop ben ik eigenlijk pas in aanraking gekomen tijdens het Double Talk Festival dat onlangs in het Amsterdamse Paradiso werd gehouden. Daarvoor kon hiphop me niet ontroeren. Ik denk dat veel hiphop wordt geschreven met de bedoeling de maatschappij te bekritiseren. Veel dichters kijken juist meer naar dagelijkse dingen uit het persoonlijke leven en proberen daar iets van te maken dat eeuwigheidswaarde heeft. Tijdens het Double Talk Festival bleef een begrip als 'rappoetry' voor mij erg vaag. (...)"
Hagar Peeters treedt op 5 april op tijdens de Nacht van de Poëzie in Vredenburg, Utrecht.
De rappers en dichters dire op deze pagina staan waren te zien en te horen tijdens het Double Talk Festival dat onlangs in het Amsterdamse Paradiso werd gehouden. Naar aanleiding van dit festival is een bundel verschenen (uitgeverij de Arbeiderspers) waarin je ook werk vindt van Hagar Peeters, Def P, Marlies van den Bemt en Bart FM Droog. Op pagina 39 lees je meer over het boek Eindhalte Fantoomstad, waarin ook de rap- en dichtkunst centraal staan.
(Minou Op den Velde, CJP-Magazine, 4-4-97, met foto's door Rick Arnold)
naar boven
POËZIE ALS ROCK & ROLL
Ze zien zichzelf graag als 'heel erg aparte mannetjes'. De enige keer dat Tjitse Hofman en Paul Jainandun Singh tijdens het gesprek echt aarzelen is wanneer hen wordt gevraagd wat de Dichters uit Epibreren bindt. 'We zijn toch wel een soort vrienden geworden', besluit Jainandun Singh na een poosje.
Vier dichters en één muzikant. Samen de Dichters uit Epibreren geheten. Ze komen uit Groningen. Podiumkunstenaars die hun poëzie recht voor de raap presenteren. In cafés, op festivals, op straat, in theaters en gevangenissen. Binnenkort in het Papenstraattheater in Zwolle.
Epibreren is niks en kan dus alles zijn. Voor een kwartet jonge Groningse dichters is het een dorpje in het wijdse land van Groningen, met zicht op het wad, de suikerbieten onder handbereik. Simon Carmiggelt bedacht het. Voor hem stond het voor werkzaamheden waarvan de indruk wordt gewekt dat ze belangrijk zijn, ook al stellen ze helemaal niets voor. Het is de Dichters uit Epibreren om het even. 'Je moet een naam hebben. Hier kun je een heleboel kanten mee uit', is het nuchtere antwoord van Tjitse Hofman.
De stad Groningen blijkt de dichtkunst goed gezind. Het tweetal somt zo een rijtje podia op waar dichters geregeld optreden. Zoals muziekcafé Koekkoek, café Roezemoes en de Minnaar. Maar uit hun speellijst is op te maken dat deze podiumdichters veel reizen. Duitsland, Eindhoven, Den Haag, Terschelling, België - overal wordt geëpibreerd.
Toch is lang niet voor iedereen duidelijk waar deze heren geplaatst moeten worden. Want of ze willen of niet: een stempel krijgen ze! Vergelijkingen met rappers zijn al gemaakt, met Deelder, Johnny van Doorn en andere woordvreters. Als het dan toch een naam moet hebben, dan voelen ze zichzelf het meeste thuis bij zappoëzie. 'Eigenlijk zit het overal tussenin', legt Paul Jainandun Singh uit. Met zijn 33 jaar is hij de oudste van het stel. 'Is het literatuur, theater of muziek?'
Voor Tjitse Hofman heeft het in ieder geval te maken met rock & roll. Hij is de jongste (23) en is zijn hanekam nog maar een jaar kwijt. 'Wij stralen anarchisme uit', zegt hij genietend. een rustige, verlegen jongen, achter wie je niet zo snel een onstuimige podiumpoëet vermoedt. Jainandun Singh heeft dat wel. Adrem en snel lijkt hij de onrustige romanticus die niet wacht tot iemand zijn gedichten komt lezen, maar ze er het liefst direct in hamert. 'We drukken het publiek poëzie door de strot', belooft hij. 'We lopen mekaar tijdens een optreden ook behoorlijk op te fokken.'
Ze hadden een naam als de schreeuwende Groningers. Maar die fase is geweest. 'Af en toe pakken we het publiek fijn bij de kladden. Iedereen heeft zijn knallers. Maar poëzie gaat natuurlijk in eerste instantie om de ontroering', weet Jainandun Singh.
Het schijnt desondanks een spektakel te zijn. Er is afgesproken wie er begint, maar daarna is de volgorde behoorlijk vrij. En als een van de vier voordraagt uit eigen werk, hoeft dat helemaal niet te betekenen dat de rest zijn mond houdt. Aanwezig zijn, het woord en de dichter, daar gaat het om. Verrassen, pakken en vasthouden. 'Het moet trippen', vindt Jainandun Singh.
'Wat wij doen is een verrijking', legt Hofman uit. 'Er is al niet zoveel aandacht voor poëzie en als dat er wel is, is het hartstikke saai. Een dichter alleen op een podium die zijn gedichten voordraagt is oersaai. Wij laten zien dat poëzie ook leuk kan zijn. Alleen voordragen lijkt zo emotieloos. wij proberen het met hart en ziel te brengen.'
Een belangrijk aspect in de performance van de Dichters uit Epibreren is de muziek. Daar is Jan Klug voor verantwoordelijk. Op saxofoon, dwarsfluit en didgeridoo geeft hij de poëzie een geheel eigen dimensie, om nog maar te zwijgen van zijn zang met boventonen.
Bij zo'n zooitje ongeregeld' verwacht je dat er lekker geschopt wordt tegen eerdere generaties dichters. Dat er een Groningse stroming in de Nederlandse dichtkunst op gang wordt gebracht, dat een viertal jonge honden de oude garde letterlijk overschreeuwt. Maar het blijkt te gaan om 'echte' dichters, die wel degelijk wikken en wegen, denken, schrappen en vooral voelen. Poëten die in eerste instantie schrijven en daarnaast de podia bestormen.
'Op het podium doen we alle teksten uit het hoofd. Maar dat ze op papier staan is natuurlijk veel belangrijker', verklaart Jainandun Singh. 'Ik wil gewoon mooie teksten schrijven. Daar is het om te doen. Ik schrijf niet speciaal voor een optreden. Ik hunker er naar om weer alleen te zijn en te schrijven. Eerst moeten ze op papier staan. Op het podium zien we het wel. Sommige gedichten zou ik ook nooit op het podium brengen. en waarom zouden wij tegen oudere dichters moeten schoppen? Wat Adriaan Morriën doet vind ik te gek.'
De vier dichters maken hun eigen keuze. Er wordt wel een rode draad door de voorstelling afgesproken, maar niets staat vast. 'Bij de één gaat het over de oorlog. Ik schrijf vaak over verrotting en vuur. Alle simpele facetten van het leven komen voorbij', stelt Hofman vast.
Hij vergelijkt de poëzieperformance met een jazzband: 'Het is een kwestie van improviseren en reageren op elkaar.'
Dichters uit Epibreren is een initiatief van Bart FM Droog. Paul Jainandun Singh is er als laatste bijgekomen. Tjitse Hofman is van het eerste uur. 'Iedereen schreef. We hebben mekaar toevallig ontmoet. Eerst droegen we om en om poëzie voor. Dat hebben we uitgebouwd. Het is steeds strakker geworden. Maar het werk dat we maken is heel verschillend. Voor een deel zijn de onderwerpen misschien dezelfde, maar een echte dichtersgroep zijn we zeker niet. Mensen hebben nog wel eens de neiging te denken dat het alleen om de show gaat en de poëzie dus wel niets waard zal zijn. Het is een show, het is rock & roll, maar als dichters willen we wel heel serieus genomen worden.'
Dichters uit Epibreren zijn: Bart FM Droog, Kasper Peters, Paul Jainandun Singh, Tjitse Hofman (en Jan Klug). Papenstraattheater Zwolle, zaterdag 12 april, 20.30 uur)
(Dick Laning, Zwolse Courant, 5-4-97, met foto van De Dichters uit Epibreren door Andy Fox)
naar boven
VANAVOND VIVA VELINX
Tongeren - Vanavond vindt in De Velinx in Tongeren de tweede editie van Viva Velinx plaats. Op de affiche staan acht namen. We overlopen ze even.
Benjamin B. is een groep uit Groningen. Naar eigen zeggen componeren ze hun poppy songs niet zelf, maar plukken ze de deunen gewoon uit de lucht.
Behoorlijk weird wordt het optreden van het Westvlaamse Hardscore. Dit is een verzameling van zeven rasmuzikanten met filharmonische diploma's die een soort van Zappa goes classic op de planken brengen.
Lowpass dan. Prima debuut-cd 'Fear Of The Flood' en soms magische live-performances, dit kan moeilijk fout lopen qua sfeer.
Iets heel anders zijn De Dichters uit Epibreren, de vaakst optredende poëten uit de lage Landen. Ongegeneerde cross-over, rock, taal en theater op hun best: het beste bewijs dat de jeugd deugt.
Sloy - je kent deze groep van de single 'Pop'- is Frans en okee. Kan van Céline Dion niet gezegd worden. Zij is namelijk ban Canada.
Er komt een nieuwe cd uit van Zita Swoon (vroeger Moondog Jr.), Rudy Trouvé heeft hier gisteren een nieuwe schijf van zijn Gore Slut binnengezwierd, maar de sympathiekste spin-off van dEUS blijft Flowers For Breakfast. ook zij komen vanavond naar Tongeren.
Net als Clutch Assembly, die voor een danspas hier en daar zouden moeten zorgen. En van DJ Saskia verwachten we tenslotte niets minder.
Wie de decibels even wil ontvluchten, trekt een spurtje naar de kelder waar doorlopend twee video's staan te flikkeren: 'Hardcore' van Bernadette Dexters en 'Graffiti & Hiphop' van Jungle Tactics. Verder kun je in de foyer ook nog altijd de foto's van Marco Mertens bewonderen. De presentatie van Viva Velinx is in handen van Werner Schunk uit Eupen die enkel communiceert via Alpenhoorn.
Tickets kosten 500 frank aan de kassa. De deuren zwaaien open om 19.00 uur. Wie om 3.00 uur nog in De Velinx is, krijgt een keerborstel in zijn pollen geduwd.
(D.B., Het Belang van Limburg (België), 11-4-97)
naar boven
VIVA VELINX IN BEELD
Tongeren - Vrijdagavond vond in de Tongerse Velinx het Viva Velinx-festival plaats. Vanaf 19.00 uur zorgden rockers en technocraten ervoor dat de 350 bezoekers het naar hun zin hadden. (...)
Marco Mertens, fotograaf bij deze krant, gaf tijdens de week voor Viva Velinx in diezelfde Velinx een workshop fotografie. (...) Op vrijdag werd het hoofdstuk concertfotografie in de praktijk gebracht.
Gisterennamiddag werden op het fotolab van deze krant de resultaten onder de loep gelegd. De beste foto's ziet u hieronder in een beeldverslag van Viva Velinx. Ons gezever hoeft u er voor een keer niet bij te nemen.
(onderschrift bij foto Peters en Hofman genomen door Eric Verjans: Dichters uit Epibreren zorgden voor artistieke sferen maar door veelvuldig taalkundig masturberen viel het moeilijk te verteren.)
(JuB, Het Belang van Limburg (België), 14-4-97)
naar boven
RUMOERIGE DICHTERS MET WEINIG ONTROERING
Poëzie-Theater
Zoekend, aftastend, verwonderd, dolend als zijn ze verdwaald, de blik op eindeloos, hun gedachten elders, verdwaasd en verbaasd dwarrelen ze het smalle podium van het Papenstraattheater op.
Vier jonge dichters uit het imaginaire dorpje Epibreren, gelegen nabij de kwelders van Groningen. Een van hen neemt het woord. Een beetje aarzelend nog. Bart FM Droog: stropdas op een groezelig overhemd, zegelring, colbert en ongepoetste schoenen. Mislukte burgerman. Droog kondigt hij de poëet aan die als eerste de geachte aanwezigen met woorden mag slaan: Paul Jainandun Singh.
Hij neemt de houding aan van een gekwelde popzanger, vreet de microfoon bijkans op en laat op heldere toon zijn dichtregels zingen.
Opgevolgd door Tjitse Hofman: lang en kaalgeschoren, ook al zo'n rockhouding waarbij je iets door je knieën hoort te zakken, je hoofd scheef achter de te lage microfoon houdt en met wijd open mond dat stukje techniek de huid vol scheldt. Kasper peters lijkt het vriendje dat eigenlijk nog te jong is voor dit werk, maar woorden gromt en schreeuwt die door zijn veel oudere broer geschreven moeten zijn. Ceremoniemeester Droog doet verschrikkelijk z'n best op deelder te lijken, maar is een stuk minder gevat. Naast de romantici staat Jan Klug. De man van geluidjes, achtergrondgeweld, muziek en zelfs overtuigende keelzang.
Dit stel dicht in Groningen en presenteert de vruchten origineel. Op podia dragen ze met hart en ziel en met veel ge- en misbaar hun zieleroerselen uit. Soms gaat het gesprokene verloren in het geweld van de presentatie. Even vaak is het theater echter een welkome versterking. Dan vraag je je af wat er van zo'n gedicht op papier overblijft. Hoewel ze dat willen doen voorkomen, is van improvisatie amper sprake. alles is bedacht, waardoor de maffe bewegingen en quasi-provocerende acts lang niet altijd geloofwaardig overkomen.
Geregeld meen je gedichten te horen die de moeite waard zijn. Er is zelfs plaats voor vertedering, humor en mooie gedachten.
Maar het rumoer er omheen leidt zo af dat er voor ontroering meestal geen plaats is. En als poëzie niet kan ontroeren, blijft er weinig van hangen. Dit dichters-spektakel is vernieuwend, maar daarom nog niet boeiend. Maar de belangstelling was zo gering, dat iedereen gratis naar binnen mocht. En een gegeven paard...
(Dick Laning, Zwolse Courant, 14-4-97)
naar boven
VPRO'S NACHTZUSTERS
(VPRO'S Nachtzusters Anna en Kaat Schalkens zijn hevig verliefd geworden op de nieuwe kapper in het dorp: Eddy. Ze hebben al alles ondernomen om hem te 'beheersen', doch alle pogingen zijn op niets uitgelopen. Derhalve hebben ze de hulp van deskundige dichters ingeroepen. Wegens ziekte was Paul Jainandun Singh afwezig)
Kaat Schalkens: 'k Wou net beginnen. Vanavond kunt u van ons natuurlijk weer van alles verwachten: binnenlandse gasten, buitenlandse gasten. Een gevarieerd programma met zang, dans, circus, entertainment, jongleren, enfin, wat al niet meer.'
Anna Schalkens: 'Nee, we gaan niet stoppen, want we hebben hartstikke leuke jonge mensen.'
Kaat: 'We hebben namelijk, en dat komt vanavond wel heel goed gelegen, we hebben dichters, dichterrrssspff. En ik roep ze nu ter podia. Dichters uit Epibreren, wilt u komen, inclusief uw muzikant?'
Anna: 'Normaal introduceren wij dit met een gedicht, maar we waren met onze gedachten bij iemand anders...'
Kaat: 'Eén dichter valt al om. Zo, dat ga' goed!'
Anna: 'De eerste die hier bij ons aan tafel zit is Tjitse Hofman, een van de Dichters uit Epibreren, en bij wijze van kennismaking even een algemene vraag, zodat de mensen u ook beter leren kennen. Kan dat? Wij willen dan graag dat u niet meteen antwoord geeft, maar even rustig de tijd om te denken neemt, want jonge mensen zijn vaak zo impulsief, hè. Even rustig denken, dan speelt Matti een mopje. En wij luisteren dus naar de eerste dichter van de groep...'
Kaat: 'Nee, eerst de vraag! Stop! Eerst de vraag. Nee zuster, maar wie zijn die mensen, de Dichters van Epibreren, dat moeten ze toch eerst even wat beter weten, die mensen.'
Anna: 'Zeg het dan maar.'
Kaat: 'Da's een groep jonge mensen uit Groningen, da zijn jonge dichters en die gaan we vanavond eens flink aan u voorstellen, en ze zijn al heel vaak op de radio en TV en alles geweest, misschien wel, maar in ieder geval, de eerste vraag ga ik u stellen.'
Anna: 'Komt ie, voor Tjitse Hofman. De eerste vraag is: wat is een gedicht? En de bedenktijd gaat nu in!' (pianoriedeltje) Ja, de bedenktijd is om!'
Hofman: 'Ik denk, het zijn een boel woorden, maar geen kattepis. Het kan ook minder woorden zijn. Vaak zelfs hoe minder hoe interessanter.'
Kaat: 'Dus dat is een kenmerk van een gedicht. Schraal in de woorden?'
Hofman: 'Da's heel persoonlijk.'
Anna: 'Het is een antwoord. Goed Tjitse, wegwezen en dan verwachten wij Kasper op de stoel, de tweede dichter, Kasper Peterrrs. Ook even een algemeenheidje, gewoon dat de mensen u leren kennen, uw gevoelige ziel enzo.
Kaat: 'Een leuke jongen ook, die vorige ook al. Ook al zo jong. Het is een sieraad aan tafel.'
Anna: 'Dat moeten de mensen thuis ook weten.'
Kaat: 'Maar we komen voor de dichterij en niet voor de uiterlijkheden, toch? Kasper, wat is een dichter? De bedenktijd gaat nu in, denk rustig na... (pianoriedeltje). Zeg het!'
Peters: 'Tja, in ieder geval een jongen of een meisje die waarschijnlijk houdt van het spelen met woorden. Ik bedoel, je mag niet meer met de playmobiel spelen, je mag niet meer met de LEGO spelen.'
Anna: 'En het moet een jongen of een meisje zijn, dus u bedoelt voor ons is het inderdaad nie meer weggelegd. Bedoelt U dat, even tussen de lakens door?'
Peters: 'Nee, een man of vrouw.'
Kaat: 'Man of vrouw.'
Anna: 'Maar in zijn belevingswereld is dat meisje of jongen waarschijnlijk, want U bent van welk jaar?
Peters: 'Van negentiendrieënzeventig.'
Kaat: 'Natuurlijk, dat komt net kijken, die is er net uit!'
Anna: 'Maar toch, ik voel het zelf als licht discriminerend.'
Kaat: 'Zijn belevingswereld gaat dus niet verder dan twintig, vijfentwintig jarigen.'
Peters: 'Nou, ik moet nu eigenlijk continu onthouden dat ik ook een man ben geworden, dus dat ik moet gaan praten in 'man en vrouw', in plaats van 'jongen en meisje', maar dat vergeet ik heel vaak.'
Anna: 'Dat vind ik wel zoetetjes.'
Kaat: 'Ach, wat een lief jongie...'
Anna: 'Goed, de volgende dan nu maar weer: Bart FM Droog, Kom maar naar voren, Bart Droog. Even tussendoor, wat is 'FM', waar staat dat voor?'
Droog: 'Frederik Maria.'
Kaat: 'Ah! Het heeft niets met radiozenders van doen?'
Droog: 'Het toeval wil dat mijn vader A.M. Droog heet. Adelbert Maria.'
Anna: 'Bart Droog, de volgende vraag is: is er iets dat u nog liever doet dan dichten? De bedenktijd gaat nu in. (pianoriedeltje) Voor Bart Droog, de Dichter uit Epibreren, is er iets dat u nog liever doet dan dichten?'
Kaat: 'Oh, hij denkt uit volle kracht! De tafel beeft, er komt een stem van gene zijde.'
Droog: 'Ik mag graag naar Eddy gaan om mijn haar te laten scheren. Hij doet het heerlijk. Als hij die tondeuze zo zacht over mijn schedel laat zoemen, dan denk ik altijd weer aan autorijden. Dat doe ik ook erg graag.'
Anna: 'Dus dat doet u nog liever dan dichten?'
Droog: 'Eigenlijk zit ik het liefst de hele dag bij Eddy, als ik niet in mijn auto zitten mag.'
Kaat: 'Maar autorijden ook. Wat hebt u dan voor een auto?'
Droog: 'Ik heb vandaag een Ford Mondeo-rood.'
Anna: 'Een Ford Mondeo-rood. Vandaag?'
Droog: 'Vandaag, ja. Dat wisselt zo om de dag.
(...)
Kaat: 'Dat moeten we ook even uitleggen, zuster. Jan Klùg, of Jan Kloech?'
Klug: 'Klúg!'
Anna: 'U mag dichter op de microfoon. U begeleidt de dichters met allerhande zaken?'
Klug: 'Ja precies. Instrumenten, zang, van alles een beetje.
Kaat: 'De vraag is nu: waarom doet u dat, want dat leidt toch af? (pianoriedeltje) Hij denkt rustig na, neem de tijd, en denk nog door!'
Klug: 'Ja, ik ben er uit. In principe doe ik achter de gedichten geluiden. Dus ik ben niet echt muzikant als ik achter een gedicht iets speel, maar meer 'geluidant', achtergrondsfeerschepper. Als ik nu de hele tijd continu solo's zou spelen dan zou het misschien afleiden, maar dat probeer ik te voorkomen.
Anna: 'U bent meer ondersteunend bezig?'
Klug: 'Bijvoorbeeld, ja.'
Kaat: 'Dan gaan we dat meteen eens even horen.'
(1e set: 'Reitemakersrijge' (Peters), 'Per ochtend' (Hofman), 'Back Home' (Droog)
Kaat & Anna: 'Toemaar! Sodeju!'
Anna: 'Ik begrijp het niet. Het is alsof je het voor je ziet!'
Kaat: 'Zelfs al rijmt het niet.'
(...)
Anonieme Amsterdamse straatdichter: 'De avond valt/ik wacht op jou/ik hou van jou.'
Droog: 'Die is puur. Heel mooi. Die ou-klank. Ou, hou, au. Pijn, liefde. Dat is wel apart.'
Anna: 'Ondertussen is de deskundige, een van de deskundigen, aangeschoven, het is Bart FM Droog. Dat laatste gedicht sprak U ook aan?'
Droog: 'Vooral die klank. Erg mooi.'
Kaat: 'Maar dat rijmde wel, hè?'
Droog: 'Ja, dat dat dan ook kan. Dat dat mogelijk is!'
Anna: 'Oh, dat wist U niet?'
Droog: 'Nee, zo leer je elke dag weer wat nieuws.'
Kaat: 'Maar uw gedicht rijmde niet?'
Droog: 'Niet. Alhoewel, ik heb daar nog niet eens... misschien per toeval, ja toch wel.'
Anna: 'Precies, dat wou ik u vragen. Stel dat dat nou eens gebeurt.'
Droog: 'Thuis en is, als je dat 'thu' wegstreept.'
Kaat: 'Nee, dat rijmt niet. Op het papier zie je twee keer 'is', maar thuis en is?'
Anna: 'Is het geen principekwestie, dat het niet rijmt, of?'
Droog: 'Soms rijmt het wel.'
Kaat: 'Maar dat is dan een ongelukje?'
Droog: 'Ik heb een paar gedichten waarin het bewust rijmt, omdat dat gedichten waren voor een groot publiek. Ik dacht, hoe spreek ik die mensen aan? Laat ik maar wat rijmwoorden ertussendoor flikkeren, dat schijnt populair te zijn.'
Anna: 'En u dacht hier vanavond zit pakweg drie man en een halve hondenkop, dan doe ik ze niet rijmend?'
Droog: 'Precies.'
Kaat: 'Mag ik eens vragen, waarom bent u dichter geworden, Bart FM Droog?'
Droog: 'Na jaren in een fabriek gestaan te hebben wilde ik wel weer eens wat anders doen. En ik zag bij de vacaturebank een vacature vrij.
Anna: 'Er stond 'dichter gevraagd'?'
Kaat: 'Dus u ging er op af, jong en energiek als u bent. En toen? U moest voor die commissie verschijnen, de sollicitatiecommissie. Hoe ging dat? Was dat spannend, stond u te transpireren?'
Droog: 'Het liep me dun door de broek heen.'
Anna: 'En toch aangenomen?'
Droog: 'Het was ergens midden op de Waddenzee, in een klein dorpje daar. Maar goed, het ging goed. Ik weet niet precies hoe, wat geschenkjes gegeven links en rechts.'
Kaat: 'En toen was u aangenomen. En u kon meteen beginnen. Maar hebt u toen bedacht, ik ga maar eens een groepje oprichten, want ik heb meer jongens nodig, want alleen is ook maar alleen op die waddenzee?'
Anna: 'En toen hebt u die jongens die hier achter u zitten erbij gesleept.'
Droog: 'Die stonden ook in de rij te wachten bij dat...'
Kaat: 'Oh, die waren ook op sollicitatie.'
Anna: 'Hoe hebt u ze uitgezocht? Op gezicht?'
Droog: 'We werden aangesteld. De mensen van die commissie leek het een beter idee om een groepje bij elkaar te brengen. Aangezien er ook een asielzoekerscentrum vlakbij was waar Jan - onze muzikant - in opgesloten zat.'
Kaat: 'Dat is een Duitse man, hè?'
Anna: 'Vandaar ook die vreemde klanken. Dat hebben ze daar, die traditie van jodelen en...'
Kaat: 'Ja, want hij speelt didgeridoo, hij kan heel gek boventoon zingen, dat doen ze ook in Duitsland.'
Droog: 'Het leuke is, hij is eigenlijk een Wolga-Duitser...'
Anna: 'Och! Die zijn zeldzaam.'
Droog: 'Die zijn heel zeldzaam. En hij is een Wolga-Duitser van een stam die helemaal in Siberië is terechtgekomen.'
Kaat: 'Hij heeft wel van die warme schoenen aan. Daaraan kan je zien dat hij een Wolga-Duitser is.'
Droog: 'Daar heeft hij dan ook dat boventoon zingen geleerd, in Wolga-Duitsland.'
Anna: 'En waar komt u nou oorspronkelijk vandaan?'
Droog: 'Ik kom uit Achter-Drenthe.'
Kaat: 'Uit Achter-Drenthe? En had u als kind nog geen enkel idee dat u later het dichtende pad op zou gaan?'
Droog: 'Ik wilde het liefst schoorsteenveger worden, maar dat was een uitstervend beroep, en mijn ouders hebben toen gezegd: "Je kan maar beter de steiger in".'
Anna: 'We weten een beetje de achtergrond, zuster. Wilt u nog een sessie horen?'
Kaat: 'Ik wil nog wel een sessie horen, als het de heren niet ongelegen is.'
Droog: 'Dat komt heel goed uit. Dan kan ik ook mijn sollicitatiegedicht wat ik toen heb moeten inleveren laten horen. Dat gaat over de Waddenzee.
Anna: 'Graag. Jan Klug, de muzikant, loopt weer naar zijn toeter. Hij neemt nu een enorme toeter.'
Droog: 'Dat is een baritonsaxofoon.'
Kaat: 'U mag het ook hier ter tafel te berde brengen.'
Droog: 'Ik sta er liever bij.'
Anna: 'Wat het lekkerste is. Dat zie je zo aan die jongens. Er komt er weer een!'
(2e set: De hoge dijk (Droog), Europoort (Peters), Dat was dat (Hofman))
(Nachtzusters, VPRO-radio 1 & 2, 18-4-97)
naar boven
ZONDER POËZIE GEEN LEVEN
De dichtende mens moet zich nog al eens verantwoorden voor de keuze van zijn beroep. In tegenstelling tot de advocaat, de glazenwasser of de salesmanager, is in het geval van de dichter de algemene veronderstelling dat zijn arbeid louter op roeping berust. want, een stabiele bron van inkomsten wordt met het schrijven van poëzie nauwelijks gegenereerd. De keuze wordt dus door iets anders ingegeven. Drie dichters, Kasper Peters, Didi de Paris en Arjan Witte over dichten als hun manier van leven.
Kasper Peters (Doetinchem, 1973) is (co)auteur van Vlammende Verzen en Randweg (Rottend Staal Publicaties): 'Ik durf niet te zeggen dat dichten mijn enige reden tot leven is, maar het is wél een heel bewuste levensinvulling. Samen met drie andere dichters en een muzikant vorm ik het Groninger dichterscollectief De Dichters uit Epibreren. Ik ben fulltime dichter, al werk ik ook vijf uur per week als straathoekwerker voor mannelijke straatprostitués in Groningen. Ook de andere leden van De Dichters uit Epibreren hebben er een baantje naast: de een is nachtportier in een hotel, de ander verkoopt advertenties voor een kunstmagazine. Alles bij elkaar is het net genoeg om onze huur te betalen, eten te kopen en af en toe een dichtbundeltje aan te schaffen. En dan te bedenken dat wij tot de meest optredende dichters van Nederland worden gerekend! De meeste mensen beschouwen dichter niet als een volwaardig beroep zoals bijvoorbeeld arts of advocaat. Ze denken dat dichters hun dagen slijten in stoffige achterkamers, in lange regenjassen, achter roestige typemachines. Maar niets is minder waar. Als ik kijk hoeveel tijd wij in ons werk steken, dan denk ik dat je niet anders kunt concluderen: dit is ons beroep, dit is onze manier van leven. Wij zijn er letterlijk dag en nacht mee bezig. Wij geven optredens - gemiddeld zo'n drie keer per week - regelen de publiciteit rondom die optredens, schrijven dichtbundeltjes en zitten veel in ons rammelende vrachtwagentje op weg naar de ene of andere opdrachtgever. Wat voor instanties dat zijn? Jongerencentra, cafés, scholen, bejaardentehuizen, kraakpanden, gevangenissen...niets is ons vreemd.
Onze aanpak is altijd hetzelfde: we lezen vrijwel nooit van papier en houden het kort; drie sessies van twintig minuten. De stijl wil alleen wel eens verschillen. In een kraakpand brengen we ons werk met wat meer power dan in een bejaardentehuis. En ik probeer altijd rekening te houden met het publiek: wat willen ze? Waar hebben ze het meest aan? Tijdens ons laatste optreden in de gevangenis las ik voor uit werk dat ik heb geschreven naar aanleiding van mijn ervaringen als straathoekwerker. Dat was een vrij emotionele gebeurtenis, ik had het gevoel dat ik mezelf helemaal bloot moest geven.
Ik ben altijd op zoek naar uitdagingen, nieuwe wegen. De grootste ligt nog
voor mij: een serie optredens in de Verenigde Staten. Wij zijn onlangs gevraagd
onze podiumkunsten te tonen op een poëziefestival in New Orleans. De Verenigde
Staten, dat is niet niks hoor. Laatst dacht ik bij mezelf: Kasper jongen, jij
hebt het helemaal nog niet zo slecht gedaan. Het komt wel goed met jou.'
(Daniëlle Pinedo, Tijdschrift Schrijven, n3, mei/juni 1997)
naar boven
WIJZIGING SAMENSTELLING DICHTERS UIT EPIBREREN
Wegens verschillen van mening in artistieke opvattingen scheiden de wegen van De Dichters uit Epibreren en Kasper Peters.
Na drie jaar samenwerking binnen De Dichters uit Epibreren zal Kasper Peters zijns weegs gaan. De Dichters uit Epibreren bestaan vanaf heden uit vier personen, te weten:
Jan Klug (muziek en sfeergeluiden)
Bart FM Droog (poëzie)
Tjitse Hofman (poëzie)
Paul Jainandun Singh (poëzie)
Vanaf het ontstaan van De Dichters uit Epibreren op 26 maart 1994 tot en met 23 april 1997 heeft Peters aan 189 poëzie-uitvoeringen deelgenomen.
Hij heeft meegewerkt aan drie verzamelbundels van De Dichters uit Epibreren (Vlammende Verzen (Rottend Staal Publicaties '94, ISBN: 90-74952-04-6); Randweg (Rottend Staal Publicaties '96, ISBN: 90-74952-07-0), en Rumble (Rottend Staal Publicaties i.s.m. VPRO-radio '97, ISBN: 90-74952-10-0)).
Daarnaast heeft hij gepubliceerd in de literaire bladen Roet (Drents Letterkundig Tijdschrift) en de Rottend Staal Nieuwsbrief. Binnenkort verschijnt poëzie van zijn hand in de verzamelbundel Het Hogere Noorden (Uitgeverij Passage, september '97) en in het literaire tijdschrift Nieuw Podium. Daarnaast is hij een van de drie dichters die in de televisie-documentaire YOY: Dichter op straat te zien en te horen waren (Humanistische Omroep Stichting, 7-3-96).
(Bart FM Droog, Persbericht Rottend Staal Publicaties, 12-5-97)
naar boven
LITERATUUR
Dichters uit Epibreren, Remco Campert, Serge van Duijnhoven met D.J. Dano & Gabriël Kousbroek, Lucebert Project.
Literatuur is inspiratie. Een bron van inspiratie voor andere kunsten. En omgekeerd haalt literatuur veel inspiratie uit andere kunsten. dit jaar op Virus '97 aandacht voor de relatie van literatuur met kunstvormen die haar omringen. Wat doen kunstenaars met literatuur? Waarom en hoe wordt in literatuur over andere kunstvormen geschreven? Hoe valt literatuur te combineren met andere kunsten? Beleef het antwoord op deze vragen op Virus '97.
(programma-folder Virus-Festival 1997, Eindhoven, 25-5-97)
naar boven
LEZENDARISCH
Rottend Staal Publicaties publiceerde onlangs (i.s.m. VPRO-radio, als wij dichter/uitgever Bart FM Droog mogen geloven) een transcriptie van het radioprogramma Rumble, dat werd uitgezonden op 13 maart 1997. In de betreffende uitzending werden de Dichters uit Epibreren geïnterviewd, en brachten de heren enkele van hun gedichten ten gehore. Leuk, zo'n programma - maar om de tekst van het interview uit te typen en in boekvorm op de markt te brengen? De zin ontgaat mij totaal. Is alles wat de heren van het dichtgezelschap uitkramen interessant? Is elk woord dat hun lippen passeert bedoeld voor de eeuwigheid? Ga toch gauw fietsen,mannen, enige bescheidenheid lijkt mij gepast. Bedenk dat ook de dagelijkse taaluitingen van Dante, Shakespeare en dichter bij huis Simon Vestdijk absoluut geen eeuwigheidswaarde bezitten. Een bundeling interviews, afgenomen in de loop van een aantal jaren; een bundel waaruit de ontwikkeling van het werk blijkt en waarin inzicht gegeven wordt in de creatieve ontwikkeling van de auteur(s) - dat kan interessant zijn. Kán; hoeft niet. Elke keer dat je langer dan vijf minuten voor radio of tv te beluisteren bent geweest de gesproken tekst uittypen en vermenigvuldigen is onzinnig. Als dat is wat jullie willen, ga dan vooral door met deze serie, waarvan het tweede deel al in productie is, naar ik vernam. Het lijkt me beter je tijd en energie te steken in projecten die iets van blijvende waarde kunnen opleveren. (Ja, jongens: neef Karel is niet altijd even vriendelijk. Maar hij heeft het beste met jullie voor. Misschien daarom wel, dat hij zo nu en dan wat knorrig lijkt.)
Tot slot nog even iets heel anders over De Dichters uit Epibreren. Wat bij rockbandjes regelmatig voorkomt, is nu ook gebeurd bij het gezelschap rock 'n' roll-dichters: één van de leden van het collectief - Kasper Peters - gaat sinds kort zijn eigen gang. De wegen van De Dichters uit Epibreren en Peters scheidden zich omdat ze artistieke onenigheid hadden. Verder even goede vrienden dus, gelukkig.
Klinken wij nu op vriendschap en collegialiteit. Proost.
(Karel ten Haaf, Vera Krant #11, 29-5-97)
naar boven
DE DICHTERS UIT EPIBREREN
Menno Bentveld: 'Vier performers staan voor ons klaar. Uit het noorden des lands. Luister en huiver, al was het alleen maar om deze signalementen. Tjitse Hofman, woekerend cannabistisch kunstenaar. Paul Jainandun Singh, woordenaar. Bart FM Droog, controverses creërend kunstenaar. Muziek en rare geluiden worden gemaakt door Jan Klug. Dames en heren, De Dichters uit Epibreren!'
(De Dichters uit Epibreren brengen drie gedichten ten gehore: Totaalgedicht (uit de bundel Het Hogere Noorden, Droog), Kreukelzone (uit de bundel Randweg, Hofman) en De Vlieg (uit de bundel Randweg, Jainandun Singh), ondersteund door Jan Klug op diverse instrumenten.
Bentveld: 'Bart, hallo.'
Droog: 'Hallo zeg.'
Bentveld: 'Wie weet wat Epibreren is?'
publiek: '(-)'
Bentveld: 'Epibreren is volgens het dikke woordenboek wat we
allemaal wel kennen 'werkzaamheden verrichten waarvan men de indruk wil geven
dat ze belangrijk zijn, ook al stellen ze niks voor'. Het is een woord in '54
bedacht door Simon Carmiggelt. Wat is het in jullie geval?'
Droog: 'Ik dacht dat het een dorpje was in de Waddenzee. Daar
wonen wij. Vandaar ook het decor. Worden we niet zo heimweeïg.'
Bentveld: 'Het is jullie kunstenaarskolonie?'
Droog: 'Ja. Vanochtend vroeg zijn we vertrokken om de laatste
eb te pakken. Anders kom je er niet weg.'
Bentveld: 'Jullie treden vaak op deze manier op. Poëzie
wordt natuurlijk normaal geschreven. Waarom moet dat hardop voorgedragen worden,
op deze manier?'
Droog: 'Wij schrijven ook. Dat komt eerst.'
Bentveld: 'Maar dan is stap twee?'
Droog: 'Kijk, mensen kopen geen gedichten, nauwelijks. Gedichtenbundels
verkopen niet. Maar als je de mensen laat horen wat de gedichten zijn kunnen
ze naderhand denken van 'hé, dat wil ik even nalezen...''
Bentveld: 'Hoe noem je deze stijl, wat jullie maken, is het
voordragen?'
Droog: 'Het is gewoon voordragen van gedichten met muzikale
ondersteuning.'
Bentveld: 'Zap hoor ik hier; wat is dat?'
Droog: 'Dat komt een beetje doordat wat wij doen inspeelt op
de hedendaagse cultuur, dat informatie allemaal heel snel tsjak-tsjak-tsjak
op je afkomt, en we proberen met de gedichten daar een beetje op in te spelen.
Mensen kunnen zich nog maar kort concentreren, twee minuten hooguit en dan is
de concentratie weer weg. Dus als je de gedichten snel achter elkaar plaatst
en steeds weer een andere dichter aan het woord laat is het voor de mensen een
stuk leuker. (naar publiek) Maar volgens mij vonden jullie het helemaal
niet zo leuk.'
publiek: gelach
Droog: 'Oh, dank jullie wel. Maar hoe hadden jullie het gevonden
als we het per persoon tien minuten achter elkaar gedaan hadden?'
publiek: 'Nee, niks.'
Droog: 'Da's niks, hè?'
Bentveld: 'Dit mitrailleurvuur was beter.'
Droog: 'Jullie gaan zo ook die boekjes kopen, toch nog?'
publiek: gelach
Bentveld: 'Misschien na de uitzending. Bart, ik dank jullie
hartelijk. Wel thuis, goede reis terug naar Epibreren.'
Droog: 'En succes.'
(Try-out, Vara-tv, Nederland 3, 17.05u., 12-6-97)
naar boven
ZEEHELDENFESTIVAL
De Dichters uit Epibreren. Dit viertal uit Groningen doet een aanval op de literaire saaiheid. In een spektakel met muziek en andere ondersteunende geluiden worden verrassende, geestige en charmante verzen gebracht. Ze kennen de teksten uit het hoofd, maar dit hindert hen niet om op grote schaal te improviseren.
(Zeeheldenfestivalkrant, Den Haag, 20-6-97)
naar boven
LEZENDARISCH
In de vorige Lezendarisch (Vera Krant #11) heeft Karel ten Haaf enkele kritische kanttekeningen geplaatst bij de laatste Rottend Staal-bundel Rumble (een transcriptie van een radio-optreden van De Dichters uit Epibreren in het gelijknamige VPRO-programma). Rumble is het eerste deel van een nieuwe Rottend Staal-reeks (de Zap-Reeks), die zal bestaan uit transcripties van Dichters uit Epibreren/Rottend Staal-Dichters radio- en tv-optredens, steevast bestaande uit interviews en gedichten.
Waarom in godsnaam zo'n reeks uitbrengen?
Welnu, we leven in een tijdperk waarin we overspoeld worden met informatie. Mensen nemen al zappend deze informatie tot zich: kranten worden kopsgewijs gelezen, men surft over de informatiegolven van het internet, en men springt van tv-kanaal naar tv-kanaal. Wie zich buiten begeeft loopt in de steeds wisselende muzakgolven van steeds weer andere radio-stations.
Met de Zap-Reeks neemt Rottend Staal de remote-control zelf ter hand. We leggen het vluchtige van mega massa-media vast op schrift en schetsen zo een beeld van de alledag, waarin platitudes hand in hand gaan met Hogere Cultuur. In tegenstelling tot Ten Haaf ben ik erg geïnteresseerd in de dagelijkse taal. Het intrigeert me mateloos wat bijvoorbeeld Vondel uitriep als hij zijn beddenpan op straat leegde, of wat koningin Wilhelmina uitslaakte als zij door Prins Hendrik gepenetreerd werd (maar dat is weer een heel ander verhaal).
Ook is de Zap-Reeks een poging de manier van werken van De Dichters uit Epibreren op papier vast te leggen.
Inderdaad zal de Zap-Reeks pas over enkele jaren op haar juiste waarde geschat kunnen worden. Dat is niet erg: wij geloven in lange termijnwerk. Daarom leggen we ook alles vast. Zelfs radio- en tv-optredens van dertig seconden. Je hebt zo je verplichtingen aan het nageslacht als je levende legende bent.
In de naaste toekomst zullen in de Zap-Reeks verschijnen: Nachtzusters (in samenwerking met VPRO-radio en Tim Krabbé) en Dit is TV (een compilatie van tv-optredens in samenwerking met de Vara, Veronica, Omroep Gelderland, TV-Noord en de Humanistische Omroep Stichting).
Voor wie poëzie in minder controversiële uitgaven wil lezen, blijven we gewoon elke drie maanden de Rottend Staal Nieuwsbrief uitbrengen. En voor wie geen poëzie wil lezen: we zijn regelmatig op de podia der Lage Landen te aanschouwen. Kortom: we zijn niet te ontlopen.
(Bart FM Droog, Vera Krant #13, 26-6-97)
En van Groningen onderweg naar het optreden in de Azijnfabriek te Roermond (in een Opel Astra Stationcar en een Mazda 323) kwamen De Dichters uit Epibreren en Ygdrassil hierin terecht:
naar boven
VAKANTIE-UITTOCHT LEIDT TOT 470 KILOMETER FILE
Driebergen/Rijswijk - Vakantieverkeer, de avondspits en regenbuien hebben vrijdag tot grote opstoppingen op de snelwegen geleid. De politie telde over de hele dag 65 files met een totale lengte van 470 kilometer.
De grootste problemen deden zich voor op de A 2. Tussen Amsterdam en Zaltbommel
stond maar liefst 55 kilometer file. De files begonnen al rond het middaguur
door het begin van de zomervakanties in het noorden van het land. Daar kwam
later nog eens een wolkbreuk bij die over het hele land trok. Tenslotte diende
de avondspits zich aan. Pas rond negen uur 's avonds waren de ergste problemen
voorbij.
(De Volkskrant, 28-6-97)
naar boven
HEERLEN & DE DICHTERS UIT EPIBREREN
Overal waar dit waanzinnige dichtersgezelschap komt groeit en bloeit schoonheid.
Het uit de stallen van de Groningse dichterskring 'Rottend Staal' afkomstige
samenwerkingsproject draagt sinds 1993 haar prachtige poëzie voor. Deze
spraakmakende podiumdichters brengen een gevarieerd, wervelend schouw- en luisterspel,
op en over de grens van muziek, taal, toneel en vrije dans. Kunst in de breedste
zin des woords, dus. Uit het diepst van hun hart wordt er energiek, gedreven,
snel en emotioneel voorgedragen. De gevoelige teksten zijn midden uit het leven
gegrepen, hun leven 'on the road' naar god weet waar! In meerdere sets laten
zij horen, zien en voelen dat poëzie leeft. (...)
Zij zullen in Heerlen de bloemetjes buiten gaan zetten! Dus vergeet je rustige
zondagavond, kom achter je tv-toestel vandaan en onderga dit unieke spektakel
van deze speelse jonge honden. Luister en huiver!!
(De Nor-Festivalkrant, 5 en 6 juli 97, Heerlen)
naar boven
Na meer dan een jaar lang gezwegen te hebben in de sluimerende non-discussie
over rap, jong en poëzie, die bij gebrek aan echt nieuws met zekere regelmaat
de krantenpagina's haalt, meen ik dat de tijd rijp is voor een helder licht
op de zaak vanuit het hogere noorden.
Zover ik heb kunnen nagaan is deze onzindiscussie begonnen met het onverkwikkelijke
optreden van de heren Zwetsloot en Van Duijnhoven op de Nacht van de Poëzie
'96, alwaar zij het programma wisten te verstoren uit frustratie niet uitgenodigd
te zijn. Door zich uit te roepen tot 'jonge dichters' (pardon?) wisten de heren
kort daarop in de Groene Amsterdammer rap als poëzie aan te prijzen, en
zichzelf als vertegenwoordigers van de nieuwe generatie de hemel in te schrijven,
onder het uitslaken van baarlijke nonsens.
Zo verkondigt Van Duijnhoven dat bij jong publiek het woord 'poëzie' alleen
al afschuw opwekt. Excuse me?
Ik draag gemiddeld 150 keer per jaar gedichten voor. Voornamelijk in Nederland,
doch ook in België en Duitsland. Mijn publiek bestaat veelal uit 'jongeren'.
Gelukkig niet alleen maar: ik schrijf niet specifiek voor één
doelgroep. Sterker nog, in eerste instantie schrijf ik voor mezelf, en zal het
me aan m'n reet roesten hoe oud mijn toehoorders zijn. Mensen zijn mensen, niet
waar?
Van de afschuw waarover Van Duijnhoven spreekt sta ik verbaasd. Nooit iets van
gemerkt, op mijn vele tochten langs de podia.
Meer en meer krijg ik het idee dat Van Duijnhoven niet weet waarover hij spreekt.
In zijn geschriften noemt hij steevast dezelfde handvol locaties waar de 'nieuwe'
poëzie zou leven: ik kan er ettelijke honderden andere opratelen, maar
tegelijkertijd vermelden dat er nooit iets daadwerkelijks nieuws onder de zon
gebeurt. Keer op keer poogt hij 'rap' op een literair voetstuk te verheffen:
iets waar de makers van deze kunstvorm echt niet op zitten te wachten. De veel
geciteerde Def P, de zanger van de Osdorp Posse, vindt zelf ook dat zijn teksten
niet bedoeld zijn om in boekvorm te verschijnen, zegt over de pogingen rap en
poëzie te vergelijken dat dat net zo iets is als het vergelijken van appels
met peren .
Desalniettemin verschenen er in korte tijd twee bundels met daarin gedichten
en rapteksten (Double Talk, Arbeiderspers en Eindhalte Fantoomstad,
Djax Records). En wat bleek bij lezing? Inderdaad, rap en poëzie zijn twee
verschillende dingen. End of story, zou je verwachten. Maar nee, het geblaat
gaat door.
Ik, met mijn 31 jaren, heb niets anders te melden dan dit: poëzie bestaat
bij de gratie van de traditie. Gelijk elke kunstvorm enkel kan bestaan door
een voortdurend terugblikken naar wat vakgenoten in het verleden gedaan hebben.
Daarop bouw je verder, en daar van uit probeer je nieuwe dingen te ontwikkelen.
Poëzie is een ambacht, en kan niet bestaan bij de gratie van jeugd alleen.
PS: Willy Alfredo was een free-styler avant la lettre, wiens werk op langspeelplaat
nog te vinden moet zijn in stoffige tweedehandsplatenzaken. Onlangs nog vertoonde
de Vara-TV een staaltje van zijn kunnen.
(Bart FM Droog, NRC Handelsblad, 25-7-1997)
naar boven
MET HART EN KRUIS
(...) Maar Lydia Rood was toch die fiere strijdster van de actiegroep Het Literair Produkt? Een groep met literaire zwaargewichten als Albertina Soepboer en Bart FM Droog (wie zei u?), die zich enkele jaren geleden sterk maakte voor 'emotionele , fantasierijke, avontuurlijke en geile literatuur', voor verhalen die 'met hart en kruis' gelezen kunnen worden, voor 'boeken die het lichaam raken'? (...)
(Antoine Verbij, Groene Amsterdammer, 20-8-97)
naar boven
FORT DE HEL HOUDT DICHTKUNST IN LEVEN
Helwijk - Elf dichters, een dansgroep en een zangeres hebben zaterdagavond op Fort de Hel bij Helwijk (bij Willemstad - BfmD) een bijdrage geleverd aan de derde poëzienacht. Dichters uit Rotterdam, Groningen, Breda, Willemstad en Steenbergen lazen op vier verschillende plekken op het fort voor uit eigen werk. Dichter bij de hel was het thema.
De paar honderd belangstellenden werden langs verschillende idyllische plekjes van het fort geleid, waar dichters hun muze deelden met kleine groepjes mensen. De Stichting Vrienden van Fort de hel kan terugkijken op een geslaagde poëzieavond.
Voor verschillende deelnemers was het een uitdaging om op zo'n plaats uit eigen werk voor te dragen. Het lyrisch hellevuur op Fort de Hel laaide bij een mooie zonsondergang helemaal op. Frank Kastelein van Fort de Hel was tevreden over de publieke opkomst. "Het zijn toch hoofdzakelijk mensen die van poëzie houden die hierop af komen."
Het doel van zo'n avond is om de dichtkunst in leven te houden en een nieuwe manier van poëzie (te) presenteren op vier verschillende locaties op het fort. Een van deze plekken was de heksenkring achter in het fort. Ook de grote zaal in het fort was tot podium gebombardeerd. Rijn en Ton Vogelaar uit Steenbergen deden voor de derde keer mee. Dat gold ook voor de Willemstadse Maria Korst. Zij woont op een steenworp afstand van het fort en is helemaal weg van gedichten. "Het leuke van zo'n poëzieavond is de sfeer onder de dichters en het publiek en de toch wel bijzondere locatie. Het is prachtig om op die manier poëzie, nog een beetje een ondergeschoven kindje, onder de mensen te brengen. Elk jaar kom je toch op andere gedachten."
Drie jaar geleden maakte de Willemstadse haar debuut. "Bij het voorlezen merk al snel dat het publiek erg welwillend is en graag luistert. Je hebt rechtstreeks contact met de mensen."
De Dichters uit Epibreren, een groep van vier Groningers, namen voor de eerste keer deel. Op ludieke wijze brachten zij de letterkunst ten tonele. Het viertal, dat ook een aantal poëziebundels heeft uitgegeven, is in den lande alom bekend.
Joz Knoop uit Rotterdam boeide het publiek met zijn eigen 'jozzonetten', waarmee hij de lezer op en neer stuurt langs de slimme treden van een idee. De drie poëten Rijn Vogelaar, Dimitri Kruik en Ton Vogelaar, onder de naam Poetry & Prose, verrasten het publiek met hun voordrachten. Ook Harold de boer en de in Rotterdam woonachtige Cathy Pemberton oogsten succes. In de pauzes waren er optredens van de Willemstadse jeugdige zangeres Esther van der Linden en dansgroep Ballance uit Oud-Beijerland.
(Ton Buckens, Brabants Nieuwsblad, 25-8-97)
naar boven
DE GRONINGER SCHOOL
De Groninger School drinkt in Muziekcafé Koekkoek. Albertina
Soepboer, Ruben van Gogh, Ronald Ohlsen, Hans Hollestelle, De Dichters uit Epibreren:
Bart FM Droog, Tjitse Hofman, Paul Jainandun Singh. 'Literaire zwaargewichten'.
(15e World Wide Video Festivalkrant, Guggenheim Museum New York/Stedelijk Museum/Melkweg,
Amsterdam, 27-8-97).
naar boven
POËZIECIRCUS
In navolging van het succes van de Groningse Dichters uit Epibreren, is in
Utrecht het Poëziecircus opgericht. Zij omschrijven zichzelf als: 'Woordentemmers,
taalacrobaten, tekstdresseerders, liedheffers, literaire trapezewerkers.'
(Tijdschrift Schrijven n5, september/oktober, 1-9-97)
naar boven
LETTEREN: GOIDSCHALXOORD (ZH)
Op 5 september wordt in Galerie 1893 vanaf 20.15 uur een Nacht van de Poëzie gehouden. Gasten zijn onder anderen Neeltje Maria Min, Jean Pierre Rawie en De Dichters uit Epibreren.
(De Volkskrant, 4-9-97)
naar boven
HIER WORDT DE NIEUWE RUST GEBOREN
Sprooksprekers, Het Donskoi Ensemble en Dichters uit Epibreren zijn drie jonge groepen waarin dichters samenwerken met muzikanten. 'Dit is de meest intense manier om poëzie te brengen.'
'AMOK, AMOK, amok!', roepen Arjan Witte en Tommy Wieringa. De Utrechtse schrijvers ijsberen over het podium als volleerde rappers. Een drummer, bassist en gitarist sluiten zich bij de uitroep aan met een ruige groove. ze nemen geen gas terug als Wieringa een passage uit zijn roman Amok voorleest, hij maakt zich sterk en gaat er tegenin. Wittes gedicht Beatnik Glorie wordt aangevuld met een gitaarsolo en drumwerk op potten en pannen.
Deze heksenketel is nog eens wat anders dan de serene rust van de gemiddelde literaire avond. de luisteraar wordt niet in slaap gesust door een stem die monotoon voordraagt, de verrassingsvolle afwisseling houdt hem bij de les. Op de beste momenten wordt de tekst door de band voortgestuwd als een bal op de golven. Soms ontstaat er een onbegrijpelijke chaos: het optreden is een balansoefening tussen de drie muzikanten en de twee schrijvers.
Het Donskoi Ensemble, zoals het kwintet zichzelf noemt, speelt zijn set op het Poëziecircus, een driemaandelijks Utrechts podium voor talentvolle dichters, schrijvers, muzikanten en cabaretiers. In de stad Groningen vervult Nachtspraak, in Muziekcafé Koekkoek, die rol. Vaste gast is daar het collectief De Dichters uit Epibreren, bestaande uit drie schrijvers en een saxofonist. Muzikaal is de groep minder explosief dan het Donskoi Ensemble, hun voordracht is echter zeker zo theatraal. Bart FM Droog, Tjitse Hofman, Paul Jainandun Singh schuwen het grote gebaar niet en indien voorhanden maakt een passende belichting deel uit van hun optreden.
Apollo, god in het oude Griekenland, had poëzie en muziek als schone kunsten in zijn portefeuille. Het is een stokoud verbond dat beide bespelers van ritme en klank bijeenhoudt. De geslaagdste synthese is wellicht het negentiende-eeuwse lied - toen Schubert en zijns gelijken de verzen toonzetten van Goethe en zijns gelijken - maar in de loop der tijd zijn er talloze andere pogingen ondernomen dichtkunst en muziek tezamen voor het voetlicht te brengen.
Er is in de afgelopen jaren een circuit ontstaan van plekken waar geregeld dergelijke experimenten plaatsvinden. Het Haagse Crossing Border Festival is er groot mee geworden. Poëziecircus, Nachtspraak en hotel Winston in Amsterdam zijn kleinschaliger alternatieven. Daarnaast bestaat nog steeds het wat minder avontuurlijke literaire circuit dat zich uitstrekt van bibliotheken tot jongerencentra.
De laatste ontwikkeling in die scene is het formeren van groepen die schrijvers en muzikanten herbergen en zich als band profileren, en niet meer als dichter plus muzikant. Naast het Donskoi Ensemble en Dichters uit Epibreren zijn er ook De Sprooksprekers en het Belgische Circus Bulderdrang.
Tommy Wieringa neemt die ontwikkeling niet waar. 'Als je kijkt naar wie naast je loopt dan vergeet je je tekst.'
Het is een problematische combinatie, gesproken woord en klinkende noten. De kans is groot dat twee stemmen om aandacht schreeuwen en zo een onverstaanbare, betekenisloze brei voortbrengen. Succes lijkt alleen mogelijk als in de combinatie accenten gelegd worden. De uitersten: muziek die dient als achtergrond of voordracht die een ruis toevoegt aan muziek.
Bart FM Droog, woordvoerder van De Dichters uit Epibreren: 'De voordracht staat bij ons centraal, maar door er muziek aan toe te voegen krijgt de poëzie meer lading. Het werkt zo bijna hypnotiserend, en als je er dan mooie belichting op zet kun je de mensen echt meenemen naar de krochten van de ziel.'
Gerrit de Boer, gitarist van het Donskoi Ensemble: 'Wij zijn niet het begeleidingsbandje van twee dichters en zij zijn niet twee dichters die een bandje opleuken. er is sprake van gelijkwaardigheid.'
Voor schrijver Serge van Duijnhoven - hij vormt met rapper Def P., dichter Olaf Zwetsloot en dj Dano De Sprooksprekers - is het samenspel met muziek 'de meest intense manier om poëzie te brengen'. Daarbij gaat het er tijdens optredens niet altijd om het exacte begrip van de verzen, maar om de ervaring van beats, teksten en visuals tegelijk. Van Duijnhoven: 'Dat zorgt, om met Arthur Rimbaud te spreken, voor een ontregeling van de zintuigen.' Totaalpoëzie als antwoord op 'gestamel achter een katheder'.
'Als je met poëzie op een podium wil staan', zegt Bart Droog, 'moet je aandacht schenken aan de voordracht. Voor de spiegel oefenen, intonatie variëren - als je dat van tevoren niet doet, is het verschrikkelijk. Die mensen zouden een verbod moeten krijgen nog voor te lezen, want ze jagen het publiek weg. Als je een muzikant een partij voor zijn neus zet, ook al heeft hij het zelf geschreven, bakt hij er de eerste keer ook niks van. Je moet tijd besteden aan de interpretatie.'
De Dichters uit Epibreren gebruiken voornamelijk soundscapes achter hun gedichten. Saxofonist-fluitist Jan Klug maakt 'geluid' dat hij elektronisch vervormt, zo tekent hij de sfeer. Daarnaast fungeren de dichters die níet voordragen als achtergrondkoor met gehoest of gelach. In 'Kreukelzone' van Tjitse Hofman ('In de berm / ligt een bel / met Mickey Mouse / er op glimlachend / naast scherven koplamp') klinken angstige fluittonen met een lange echo en voert een sirene de luisteraar naar de plek des onheils. Verrassend is het wanneer de sax, zoals in 'Bunker' van Hofman, ineens de tempoloze klanken inwisselt voor een ritmische drive.
De stukken van de Dichters uit Epibreren zijn niet verschenen op cd, naast optredens het geschiktste medium voor deze crossover. Droog: 'Dat moet je anders aanpakken dan op een podium omdat er niks te zien is en zover zijn we nog niet.' Wie toch een indruk wil krijgen kan terecht op Internet.
De Sprooksprekers brachten eerder dit jaar het album Eindhalte Fantoomstad uit, waarvan de eerste oplage van vijftienhonderd stuks zo goed als uitverkocht is. Het album dook op tussen een stijgend aantal overwegend Engelstalige poëzie-cd's. De dichteres Dana Bryant , die op het afgelopen North Sea Jazz Festival haar kunnen mét band demonstreerde, staat onder contract bij platenmaatschappij Warner. Zij is afkomstig uit de scene rond het Nuyorican Poets Cafe in New York, alwaar poetry slams plaatsvinden: dichters strijden om de gunst van het publiek dat hen op De top-of-flop-wijze kan wegstemmen.
De Britse dichter-performer Murray Lachlan Young haalde een paar maanden geleden wereldwijd de voorpagina's toen hij een miljoenencontract bij EMI tekende. zijn eerste album, waarop hij door verschillende muzikanten wordt begeleid, verschijnt eerdaags. Serge van Duijnhoven denkt, zich bewust van de rijke traditie, dat dichters 'muziek herontdekken als middel om een jonger publiek voor poëzie te bereiken'.
Tommy Wieringa van het Donskoi Ensemble vindt poëzie beter tot haar recht komen in een muzikale setting dan wanneer je achter een lessenaar staat. Bovendien 'kun je binnen deze opzet van alles doen. Je kunt een preek houden of een stuk uit Genesis voorlezen. Je hebt de ruimte om te ademen.'
'Hier wordt de nieuwe rust geboren. In een orgie van geluid creëren we straks de stilte', aldus Arjan Witte, het orakel van Donskoi. De groep heeft voor de toekomst de muziektheatervoorstelling De paarse zon in petto. Het gezelschap lijkt zich eerder te willen aansluiten bij avant-gardebewegingen uit de eerste helft van deze eeuw als dada en surrealisme dan bij het werk van Nederlandse dichter-performers als Jules Deelder, Johnny van Doorn en Bart Chabot. Zij waren wél de inspiratiebron voor Bart FM Droog, toen hij als vijftienjarige optrad in het voorprogramma van punkbands.
Serge van Duijnhoven ontdekte poëzie via chansonzangers als Jacques Brel en Léo Ferré, waardoor hij het samengaan van de twee kunsten als 'natuurlijk' ervaarde. Techno vindt hij bij uitstek geschikt om zijn poëzie mee te combineren, omdat die elektronische dansmuziek 'de gelegenheid biedt gespreksamples toe te voegen en zo klankcollages te maken'. Een voorbeeld op het Sprooksprekers-album is Zombie-town. Ook kan voordracht techno 'nog opzwepender maken', vindt hij. Het werk van de Engelse technogroep Underworld, met voordracht van Karl Hyde, illustreert dat.
Maar Bart Droog is bang dat 'het publiek je ziet als liedjesschrijver wanneer je te veel de muziek ingaat. Als dichter nemen ze je dan niet serieus. Er bestaat al een vooroordeel tegen dichters die aandacht besteden aan de voordracht, laat staan als je er ook nog muziek bij maakt: dat kan helemaal niks zijn. Daar moet je voor oppassen.'
Arjan Witte staat vrijdag solo op het Crossing Border Festival in het Congresgebouw Den Haag. Van hem verschenen de romans Rode Zeep (In de Knipscheer) en Huurder (in de Knipscheer).
Tommy Wieringa publiceerde de romans Dormantique's Manco (Rainbow-pocket) en Amok (In de Knipscheer).
De cd Eindhalte Fantoomstad van de Sprooksprekers is verkrijgbaar op Djax Records. Poëzie van Serge van Duijnhoven verscheen bij uitgeverij Prometheus.
Bundels van de Dichters uit Epibreren verschenen bij Rottend Staal Publicaties in Groningen. Epibreren op internet: http://users.castel.nl/koekeo1/nachtspraak.html
(Alex Burghoorn, De Volkskrant, 12-9-97)
naar boven
ROTTEND STAAL CULTUUR-AWARD
De Dichters uit Epibreren steunen de in opspraak geraakt zijnde directeur van de Dienst Kunst & Cultuur Groningen Pim van Klink door hem de Rottend Staal Cultuur Award 1997 uit te reiken. Vanavond, om 22.30 uur in Muziekcafé Koekkoek, Peperstraat 4-6 te Groningen.
(Nieuws-TV Groningen, 2-10-97)
naar boven
'CULTUUR AWARD' PIM VAN KLINK
Groningen - Pim van Klink neemt vanavond om 22.30 uur de Rottend Staal Cultuur Award in ontvangst in Muziekcafé Koekkoek in Groningen. Rottend Staal Publicaties reikt jaarlijks deze Award uit aan degene die zich verdienstelijk heeft gemaakt in de nationale en internationale verspreiding van het Groninger cultuurgoed. De huidige directeur van de Dienst Kunst en Cultuur in Groningen verruilde twaalf jaar geleden een topfunctie bij het ministerie van WVC om orde op zaken te stellen bij deze cultuurafdeling. Momenteel ligt hij echter onder vuur, omdat er in een onlangs onthuld rapport forse kritiek op zijn manier van leidinggeven is geuit. De jury had in eerste instantie drie anderen voor de prijs genomineerd, namelijk Frans Haks (oud-directeur van het Groninger Museum), auteur Ronald van Ohlsen en dichteres Albertina Soepboer. Vorig jaar kreeg het personeel van Muziekcafé Koekkoek de onderscheiding; in 1995 werd de prijs uitgereikt aan Eddie Huizing, beter bekend als 'Speedy', de zanger van het Groninger ska-orkest Jammah Tammah.
(Nieuwsblad van het Noorden, 2-10-97)
naar boven
ROTTEND STAAL CULTUUR-AWARD UITREIKING
Verslag van de overhandiging van de Rottend Staal Cultuur Award 1997 aan Pim van Klink. Interviews met Pim van Klink, Bart FM Droog (woordvoerder van de jury) en Eddy Koekkoek.
(Radio Noord, 3-10-97)
naar boven
VAN KLINK VERGULD MET STIERENNEUSKLEM
Groningen - Pim van Klink, de door interne spanningen bij de zijn dienst geplaagde directeur Kunst & Cultuur, keerde gisteravond voor even terug naar de navel van de Groningse cultuur: de schaars verlichte bovenverdieping van Muziekcafé Koekkoek in de Peperstraat. In aanwezigheid van oudgedienden als Paul Penninkhof, Henk - Törf - Scholte en Eddy Koekkoek, allen zangers van het levenslied, en betrekkelijke nieuwkomers als schrijver/zanger Ronald Ohlsen en dichter, tapper en tevens juryvoorzitter Bart FM Droog, kreeg Van Klink aldaar de Rottend Staal Cultuur Award 1997.
De Award, twee jaar geleden in het leven geroepen om degenen te eren die zich verdienstelijk maken in de nationale en internationale verspreiding van het Groninger Cultuurgoed, werd voor de derde keer uitgereikt. Eddie - 'Speedy ' - Huizing, ex-zanger van de legendarische pretpunkband De Boegies en tegenwoordig actief bij Jammah Tammah, en het personeel van Muziekcafé Koekkoek gingen hem voor. Omdat ze, aldus het juryrapport, "het nodige hebben gedaan om Groningen in de geesten van het grote publiek te verheffen tot wat het eigenlijk is: navel der aarde, bakermat van Het Hogere, broei- en bloeiplaats van Het Nieuwere."
Van Klink bleek erg verguld met de prijs - "ik sta paf" -, al vroeg hij zich nog wel af 'wat je er zoal mee kunt", met de hardmetalen stierenneusklem (voorzien van label) waaruit de prijs dit jaar bestond. "Niets menselijks is mij vreemd, dus ik ben hier hartstikke blij mee." Gelukkig was Van Klink ook met het juryrapport, "dat ik", zei Van Klink, "de komende tijd zeker nog vaak zal doornemen".
Dat rapport, geschreven en met enig aplomb voorgedragen door Bart FM Droog, een van de Dichters uit Epibreren, steekt Van Klink een hart onder de riem. In de twaalf jaar dat hij leiding geeft aan zijn dienst Kunst & Cultuur "heeft hij veel weten te realiseren": "Zonder de heer Van Klink zouden naar aller waarschijnlijkheid het NNT, de boekhandel Scholtens Wristers, de poëet-laureaat Jean Pierre Rawie èn het Groninger Museum vertrokken zijn naar Leeuwarden - laagste aller steden!".
Directe aanleiding voor de toekenning aan Van Klink zijn de problemen bij zijn dienst: door Van Klinks 'macho-managementstijl' kan zijn ambtelijke top nauwelijks meer door één deur. Verhalen daarover in deze krant hebben de onderlinge tegenstellingen nog verder aangescherpt. In de woorden van Droog: "Er is een scherpe, onfrisse bries op de heer Van Klink losgelaten, ontstegen uit de diepste putten der riooljournalistiek."
Waarop Droog zijn betoog besloot met: "Wij wensen de heer Van Klink sterkte toe in de huidige crisis, en manen in eerste instantie het Nieuwsblad van het Noorden tot contemplatie. Bovendien waarschuwen we allen, die op de functies van de heer Van Klink azen: geen stier is ooit in de put verdronken."
(en als bijschrift foto: De bovenzaal van Muziekcafé Koekkoek in de Peperstraat, waar gisteravond laat de Rottend Staal Cultuur Award 1997 werd uitgereikt aan Pim van Klink, de geplaagde directeur Kunst & Cultuur. Op de foto (met de klok mee): Bart FM Droog (achter de microfoon), Pim van Klink, Henk - Törf - Scholte (met sjaal), dichter Karel ten Haaf en Paul Penninkhof (met kaal hoofd en sigaret).
(Eddy Schaafsma, foto Jaap Knigge, Nieuwsblad van het Noorden, 3-10-97)
FOOTBALL DIARY
Verse too: while most Newcastle fans will no doubt go drinking after Wednesdays's
Champions League tie at PSV Eindhoven, Keith Armstrong, will go to a poetry
reading.
The 51-year-old poet and Toon nut will be performing his own works in an allnight
cafe in Eindhoven, with topics ranging from Jackie Millburn to Hughie Gallacher.
Goodness knows how they will go down if Newcastle win.
Keith was invited to perform by the Dutch poet Bart FM Droog, whom he met while
visiting the Cuckoo Club in Groningen, Newcastle's twin town. So, when PSV play
in Newcastle on November 5, Keith has invited Bart and three other performers,
including a didgeridoo player, to do their stuff at a poetry reading in Newcastle.
Hopefully Bart will find a quiet place to stay. For when Keith and his fellow
poet Ian Horn slept on the floor of Bart's squat, the avid Magpie got in a flap
during the night. Recalls Keith: "We were woken up by three budgies mating
in a cage in a corner."
(Martin Thorpe, The Guardian, 18-10-1997)
naar boven
KAFFEE STORMDAG
Dichters uit Epibreren
Drie knotsgekke poëten en een muzikant uit het verre Groningen presenteren u literatuur aan het einde van deze eeuw. (...)
(Het Belang van Limburg (België), 25-10-97)
naar boven
COLLEGE-RADIO
Dit is tot 11 uur College Radio, het enige radioprogramma voor studerend Nijmegen.
Hans: 'En de andere humor is, met iets meer landelijke bekendheid: Freek de Jonge komt naar de universiteit voor een pittig gesprek over zijn leven en werken voor en na de dood. Morgenmiddag in het collegezalencomplex.
Fenna: 'Als je behoefte hebt aan wat minder humor en meer literatuur: Diogenes presenteert samen met het literair tijdschrift De Ruigte en genootschap V.O.F. het literair café met als thema 'Nachtschade on the road'. Verschillende dichters en schrijvers, waaronder de dichter Bart Droogs. Ze komen uit hun werk voordragen. Heb je zelf ook ervaringen met het schrijven van het bestaan op de A1 of wat meer tot de verbeelding sprekende snelwegen, dan staat niets je in de weg om op het open podium die ervaring op een literaire wijze ten gehore te brengen. Als je geen lid bent, ben je voor 2,50 vanaf half negen welkom.'
Hans: 'Ik vraag me af of ik dan ook misschien Lost Highway zou mogen uitzenden. Verloren snelwegen en zo. Dat lijkt me wel passen.'
Fenna: 'En na de volgende plaat van Ronnie Size krijgen wij een interview met de dichter - een van de dichters, moet ik zeggen - die morgen in Dio optreedt.'
Hans: 'Ja, Bart Droogs hebben we daar aan de lijn.' (...) De jungle van Ronnie Size en 'Represent': Brown Paper Bag, hun nieuwste single.
Droog: 'Dat lijkt me ook wel, ja.'
Hans: 'Inderdaad.'
Fenna: 'Morgenavond in Dio zoals je net in de agenda hebt kunnen horen het literair café met als thema 'Nachtschade on the road'. Aan de telefoon hebben we Bart Droogs. Hij is een van de optredende dichters van morgenavond. Welkom, Bart.'
Droog: 'Hallo zeg.'
Fenna: 'Ja, nou, laten we maar beginnen. Waar ben jij ongeveer met dichten begonnen?'
Droog: 'Waar? In de buitenwijken van Emmen in achter-Drenthe, ik geloof in het jaar 1981.'
Fenna: 'Dat is al een tijdje terug.'
Droog: 'Net als vroeger, ja.'
Fenna: 'Hoe oud was je toen?'
Droog: 'Toen was ik vijftien.'
Fenna: 'En daarna ben je altijd door blijven dichten?'
Droog: 'Ja.'
Fenna: 'Je hebt mij vooraf wat informatie verschaft. Daaruit heb ik begrepen dat jij ongeveer drie jaar geleden terechtgekomen bent bij?'
Droog: 'De Dichters uit Epibreren.'
Fenna: 'En dat is?'
Droog: 'Dat zijn momenteel drie dichters en één muzikant, die met elkaar en door elkaar heen optreden in binnen- en buitenland. De muzikant maakt soundscapes achter de gedichten, om ze meer draagkracht te geven. We hebben bijvoorbeeld op Lowlands opgetreden, een paar jaar geleden. Vorige week vijf optredens in Engeland. Binnenkort weer naar België. Eind deze maand Paradiso, radio, tv, de hele shit...'
Fenna: 'Dat klinkt te gek. Als jullie naar het buitenland gaan? Jullie zijn vorige week in Engeland geweest. Doe je het dan in het Engels?'
Droog: 'Van de show die we doen ongeveer éénderde in het Engels - we hebben werk dat vertaald is. Maar omdat de Engelsen het erg tof vinden om de Nederlandse harde klanken te horen, doen we het grootste gedeelte in het Nederlands. Maar bij elk gedicht wel even een korte Engelse inleiding, dat ze toch een beetje een idee krijgen waar het over gaat.'
Fenna: 'En dan de muzikant erbij?'
Droog: 'De muzikant erbij, en ook spreekkoren erbij. Dan komt het wel over.'
Fenna: 'Ik heb gehoord dat jullie uniek zijn in de wereld. Kun je dat uitleggen?'
Droog: 'Dat is heel raar, dat merkte ik in Engeland eigenlijk, want ik had gedacht dat we in Engeland waarschijnlijk wel een tegenhanger zouden aantreffen. Bleek niet zo te zijn. De meeste dichters hebben een voorkeur om erg langdradig op te treden, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze zelf heel goed zijn. Iets wat ik bij iedereen betwijfel. Ook bij mezelf. Zelf treden we nooit langer dan één gedicht op per dichter, en dan hop! volgende dichter, en hop! volgende dichter weer zodat je voortdurende afwisseling hebt.'
Fenna: 'Dat het niet te langdradig wordt, zeg maar.'
Droog: 'Je moet het kunnen. Je moet jezelf weten te beperken, denk ik.'
Fenna: 'Ja, dat gebeurt doorgaans niet in het buitenland, ben je achtergekomen?'
Droog: 'En in Nederland meestal ook niet. Er zijn maar een paar mensen die dat kunnen.'
Fenna: 'Dus jullie zijn inderdaad uniek?'
Droog: 'Ik ben bang van wel.'
Fenna: 'Dat is mooi.'
Droog: 'Nou, ik vind het zelf niet zo heel mooi. Ik denk dat elke kunstenaar gebaat is bij wisselwerking. Uitwisseling van ideeën en zo. En als je geen tegenhanger hebt dan ontbreekt dat.'
Fenna: 'Waarom wordt het morgen 'Nachtschade on the road' genoemd? Heb je daar enig idee van?'
Droog: 'Dat zou je aan de organisatoren moeten vragen.'
Fenna: 'Maar wat hebben jullie met 'the road'?'
Droog: 'We zitten veel op de weg. We maken jaarlijks zo'n dertigduizend kilometers in Nederland. Altijd in een automobiel. En dat is natuurlijk weer van invloed op het werk wat je schrijft.
Fenna: 'Dus jullie werk gaat ook vaak over de weg?'
Droog: 'Niet alleen, maar wel veel.'
Fenna: 'Zijn auto's daarbij ook belangrijk?'
Droog: 'Voor mij persoonlijk wel, ja.
Fenna: 'En waarom?'
Droog: 'Je rijdt er in, je moet erin zien te overleven. Het brengt je ergens naar toe. Gevoel van vrijheid zit erin. Je kan gaan en staan waar je wil.
Fenna: 'Jaja. En jullie komen uit Groningen, dus jullie reizen dan inderdaad ook wel veel als je naar de rest van Nederland moet.
Droog: 'Dan zit je al snel op vier-, vijfhonderd kilometer per optreden wat je moet afleggen.'
Fenna: 'Maar Groningen, komt dat ook terug in jullie werk?'
Droog: 'Af en toe. De weidsheid, de leegte, het nachtleven.'
Fenna: 'Ik begrijp dat je op dit moment in een kroeg werkzaam bent. Dus je doet ook nog veel ernaast?'
Droog: 'Ja, een mens moet zien te overleven, hè.
Fenna: 'Van dichten alleen werkt het niet helemaal?'
Droog: 'Nee, het is erg jammer, maar...'
Fenna: 'Het is geen vetpot?'
Droog: 'Af en toe schuift het wel lekker, maar zoals Engeland: daar hebben we geld op moeten toeleggen. Maar wil je het toch blijven doen, dan zal je toch ergens anders ook je geld vandaan moeten te zien krijgen.
Fenna: 'Ik heb begrepen dat jullie ook meegewerkt hebben aan boeken? Wat hebben jullie daarmee gedaan?'
Droog: 'Tja, ik geef ze zelf uit, schrijf ze, stel ze mede samen, sta in boeken die door anderen mensen worden uitgegeven. Doorgaans poëziebundels. Een van de bekendere bundels van het jaar was Double Talk, welke begin dit jaar in Amsterdam gepresenteerd werd, bij de Arbeiderspers, een bundeling rapteksten en gedichten. Onlangs verscheen ook Het Hogere Noorden bij uitgeverij Passage, een bloemlezing van dichters die in Groningen wonen en werken, waaronder Rutger Kopland, Kees Stip, Maria van Daalen, Fritzi Harmsen van Beek, Remco Ekkers, Ruben van Gogh, wij...'
Fenna: 'Tuurlijk'
Droog: 'Simone Kolk, Albertina Soepboer en nog een dertigtal andere dichters.'
Fenna: 'Klinkt leuk.'
Droog: 'Het is een mooi boek. Negenentwintigen gulden vijftig. Bij de betere boekhandel te verkrijgen.'
Fenna: 'En morgen zijn jullie met z'n tweeën in Dio.'
Droog: 'Ja. Tjitse Hofman en mijzelve.
Fenna: 'Maar dan is het dus wel anders dan normaal?'
Droog: 'Ja. Het wordt een stuk rustiger. Normaal gebruiken we ook aspecten uit de theater- en muziek erbij, en dat is morgen afwezig.'
Fenna: 'Maar wel dusdanig interessant dat we allemaal moeten komen, denk ik?'
Droog: 'Dat lijkt me ook wel. Dan kan je ook gratis handtekeningen krijgen in dure boeken.'
Fenna: 'En nog één vraagje. In welke auto rijden jullie morgen?'
Droog: 'Ik geloof morgen in een Ford Escort, nieuw model. De kleur kan ik nog niet zeggen, want dat bepaalt het verhuurbedrijf op de dag zelf pas.'
Fenna: 'We zullen morgen naar jullie kijken, en ik ben in ieder geval heel benieuwd. Bedankt voor het interview.'
Droog: 'Niets te danken, graag gedaan.'
Fenna: 'Dus morgen in Dio: 'Nachtspraak on the road', met onder andere Bart Droogs.
(Fenna Schellings, College Radio, Radio Nijmegen, 12-11-97)
naar boven
THE POETS FROM EPIBREREN
Fragmenten van het Dichters uit Epibreren-optreden in The Red Deer te Sheffield, uitgezonden via een lokale studentenradio.
Peter Boughton: 'Nobody understands them, but they don't care!'
(Forge FM Radio, Sheffield, 18-11-97)
naar boven
MET DE BOTTE BIJL #4
Het nieuwste model Opel Vectra doorstaat de elandproef weergaloos. Dat ondervond de dichter Tjitse Hofman bij het verlaten van de A7 ter hoogte van Zaandam. Ook is deze Opel voorzien van prima remmen, merkte ik op bij het maken van een noodstop voor een Britse bastaard die De Dichters uit Epibreren-wagen geen voorrang wilde verleende in de havengebieden van Newcastle upon Tyne. Daarnaast kan je met de Opel Vectra aanstormende vrachtwagens moeiteloos ontwijken (zeker handig in Engeland als je vergeet links te rijden) en stoepen met hoge snelheden nemen. Kortom: De Dichters uit Epibreren hebben een vijfdaagse poëzie-tour in Engeland veilig overleefd.
Na een wilde overtocht op de nachtboot, vol drank, cancan-danseressen en overig derderangsentertainment reed de rode Epibreren-wagen de King of Scandinavia af, ergens in de dock-lands van Newcastle. Aan de rand van een reusachtig parkeerterrein wachtte de dichter Keith Armstrong - cultureel ambassadeur van de stad Newcastle - ons op om het plan-de-campagne te briefen. Eerst naar de bibliotheek, vervolgens naar een pub, dan naar het stadhuis van Newcastle, voor een officieel ontvangst door Lord-Mayor Belle Nixon, welke een tachtigjarig omaatje in kiltachtig mantelpakje bleek te zijn. Even mee gebabbeld, geschenken uitgewisseld, statieportret genomen. Waanzin.
Het grote thema in Newcastle was de wedstrijd in de Championsleague tussen Newcastle United en PSV Eindhoven. Aangezien in Noord-Engeland voetbal meer leeft dan het koningshuis en de beursindex, dachten veel Britten dat we speciaal voor deze wedstrijd naar Newcastle gekomen waren. Niets was minder waar: van De Dichters uit Epibreren is er maar één die iets van voetbal weet: Paul Jainandun Singh. De BBC-TV ploeg was dan ook zwaar teleurgesteld dat wij geen voetbalpoëzie schreven, en besloten dan ook de opnamen van Singh die een Engels voetbalgedicht van onze vertaler Willem Groenewegen voordroeg niet op televisie uit te zenden, doch slechts op radio. Misschien was mijn geschreeuw dat ik een voetbalhater was daar mede de oorzaak van. Hoe dan ook: tijdens de match waarbij Newcastle verloor van Eindhoven droegen wij Nederlandstalige gedichten voor in de concertzaal van het Bridge-Hotel, bijgestaan door de Haagse Harry Zevenbergen, onze vertaler Willem Groenewegen uit Sheffield en een keur aan Newcastliaanse dichters. Tot onze grote opluchting bleek onze act ook bij het Angelsaksische publiek aan te slaan: de helft van het publiek kocht na afloop de bundel Beyond! (waarin in het Engels vertaalde gedichten van de Dichters uit Epibreren en Engelstalig werk van de dichters Horn, Armstrong en Groenewegen) en was super-enthousiast. Een Schot raadde ons aan direct naar Glasgow te gaan, omdat de Schotten ook vol woede zitten, en ons nog meer dan de - volgens hem - beschaafd bescheten Britten zouden waarderen.
Na een korte nachtrust traden we de volgende ochtend op in Cramlington, een voorstad van Newcastle, ditmaal voor honderdtwintig geüniformeerde schoolkinderen. Zevenbergen begon, verveelde de kinderen met politiek verantwoorde poëzie (gaap-gaap), de massieve Willem Groenewegen deed een licht gedicht over waarom Nederlanders zo lang zijn, en wij predikten op onze rock 'n roll-wijze het uiten van emotie aan de dertien- en veertienjarigen, weer grotendeels in het Nederlands. Na afloop kwam een roedel schoolkids op me af: 'Wha' drugs are you on?' wilden ze weten. 'Coffee, mates. Black coffee.' Ook waren ze zeer benieuwd naar de door mij in de voordracht weggecensureerde woorden. In het enige vertaalde gedicht dat ik bracht, 'Hotel Hell', had ik - gewaarschuwd door de organisatoren een beetje op mijn taalgebruik te passen - twee keer het woord 'whores' vervangen door 'beep'. Een Iers jochie dat jaarlijks in Groningen kwam wilde weten wat 'godverdomme' en 'hou toch op' betekenden, en was erg teleurgesteld toen ik hem de letterlijke vertalingen van de woorden gaf. Na enthousiaste reacties van de leerkrachten was het weer de auto in, en hup, weer de BBC. We werden de Julia Hankin-show binnengeleid. Weinig mensen beseffen hoe bloedmooi enkele van de radiomaaksters der BBC zijn, hetgeen mij verleidde haar enige obscene voorstellen te doen. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog en Radio Oranje schalde weer Nederlandstalige poëzie door de Britse ether. Later die nacht, bij een optreden in een grot aan de kust, zaten er enkele bejaarden die zich nog de Irenebrigade herinnerden, die in de oorlogsjaren in de omgeving gelegerd was. Daar ook flirtte ik met oude dametjes en wist me danig te verwonden door tegen een rotsblok op te lopen.
Dan, door naar Sheffield, voor een voordracht samen met dichteres Diana Syder, die juist het prachtige poëzie-boek Hubble had uitgebracht. Godver, wat kan die vrouw schrijven en voordragen! Kopen dat boek, vol space-gedichten. Ook in Sheffield weer een radio-team, Radio Forge FM ditmaal. Bij dit optreden ging de bariton-saxofoon van onze muzikant Jan Klug de vernieling in door gespring en gedans der mede-Epibranten. Godzijdank kan hij ook zonder sax soundscapes scheppen.
Enfin, de volgende dag weer in de Opel Vectra. Zelfs voor het zigzaggend ontwijken
van gekettingbotste wagens is dit automobiel uitermate geschikt, waardoor we
ons exact op tijd weer konden inschepen op de King of Scandinavia.
Terug naar Nederland, zeverland met wantrouwige marechaussees aan de kusten.
Maar dat is weer een heel ander verhaal.
(Bart FM Droog, Vera Krant #22, 20-11-1997)
naar boven
KUNST & CO
Live vanuit het Drenths Museum te Assen, De Dichters uit Epibreren met de gedichten
'Kerk' (Droog), 'Stenebult' (Hofman), 'Heimwee naar de Hel' (Jainandun Singh),
'Machine' (Hofman), 'Hale-Bopp 2' (Droog) en 'Elsa' (Jainandun Singh), net als
vroeger bijgestaan door Jan Klug.
(Kunst & Co op Locatie, Radio Drenthe, 14-12-1997)
naar boven
VRIJSTAAT AUSTERLITZ
(...) Op het beleid van de redactie van Vrijstaat Austerlitz lijkt dus nogal wat
aan te merken, ware het niet dat de rest van het nummer opmerkelijk aardig is.
Vrijstaat Austerlitz is in veel opzichten wat Zoetermeer had kunnen worden als
het wat meer lef had gehad. Van Zoetermeer verscheen deze maand het tiende en
laatste nummer, opnieuw met veel verhalen die sterk op elkaar lijken. Die val
heeft de redactie van Vrijstaat Austerlitz weten te vermijden: in het eerste nummer
staan fotoreportages, proza, gedichten, essays, beschouwingen en brieven - van
oud en jong, uit heden en verleden. Dat maakt het blad in ieder geval verrassend
en maakt nieuwsgierig naar wat er in de toekomst zal volgen. Het begint in veel
opzichten goed: Hermine Landvreugd komt met een nieuw verhaal, Arjan Witte schrijft
korte beschouwingen over Oswald Spengler en Ernst Jünger, columnist A.L.
Snijders publiceert, onder zijn werkelijke naam Peter Müller, een aantal
amusante brieven, en Adriaan Bontebal schreef een curieus 'docu-verhaal' over
een circusdwerg die een reptiel blijkt te zijn. Op het niveau van sommige bijdragen
valt nog wel wat aan te merken - de fotografen lijken bijvoorbeeld tevreden met
alles wat er voor hun lens komt en ook het stuk van een zelfverklaarde zonderling
als Bart FM Droog kan mij gestolen worden. Toch zou Vrijstaat Austerlitz het wel
eens langer kunnen volhouden dan tien nummers - maar dan zonder die dubieuze types
graag.
(Hans den Hartog Jager, NRC Handelsblad, 29-12-1997)
naar boven
OPTREDENS VAN DE DICHTERS UIT EPIBREREN
PERIODE 1 januari 1997 t/m 31 december 1997
10-1-1997 | Euroslag, Vera, Groningen | De Dichters uit Epibreren, Jabberwocky e.a. |
25-1-1997 | Patronaat, Haarlem | Ygdrassil + De Dichters uit Epibreren |
25-1-1997 | Paradiso, Amsterdam | Ruben van Gogh, Bart FM Droog, Jan Klug, Paul Jainandun Singh, Baby Kain, Zombi Squad, Def P, Henny Vrienten, e.v.a. |
28-1-1997 | Penitentiaire Inrichting, Groningen | De Dichters uit Epibreren + NN-rapper |
21-2-1997 | Prinsentheater Groningen | Smartlappenfestival, met o.a. Klug, Hofman en Droog |
22-2-1997 | Literatuurfestival de Wintertuin, in de 'Wintertrein' tussen Arnhem en Nijmegen | De Dichters uit Epibreren, Didi de Paris, Carla Bogaards, Arjen Duinker, Marc Reugebrink, Leon Gommers, Marcel Maassen, Frans Kusters en Lucas Hüsgen |
22-2-1997 | Literatuurfestival de Wintertuin, 042, Nijmegen | De Dichters uit Epibreren, 20.15 uur. |
24-2-1997 | TV Gelderland | treinoptredenuitzending van de Dichters uit Epibreren |
28-2-1997 | Literatuurfestival de Wintertuin, Schouwburg Arnhem | Johnny van Doornprijs 1997 uitreiking aan Willem Wilmink, verluchtigd door de Dichters uit Epibreren, Ruben van Gogh, Thomas Verbogt, de zangeres Bloem, Rik van Hulst en natuurlijk: Willem Wilmink. |
7-3-1997 | De Peppel, Zeist | Ygdrassil + De Dichters uit Epibreren |
13-3-1997 | VPRO's Villa 65, Radio 3, 22.00-24.00 uur | De Dichters uit Epibreren als 'Moordgasten', met Jabberwocky & Herman Brusselmans |
15-3-1997 | De Postbrug, Den Helder | De Dichters uit Epibreren |
18-3-1997 | Constatijn Huygens Academie, Kampen | Hofman, Klug, Droog en Jainandun Singh |
29-3-1997 | Bauernhof, Potshausen (D) | Paasfeest, met De Dichters uit Epibreren |
31-3-1997 | Gevangenis de Kruisberg, Doetinchem | De Dichters uit Epibreren en Ruben van Gogh |
11-4-1997 | CC. de Velinx, Tongeren (B) | Viva Velinx Festival, met De Dichters uit Epibreren, Benjamin B, Lowpass, Sloy, Clutch Assembly, DJ Saskia, Flowers for Breakfast, en expositie van Marco Mertens: 'rockfotografie'. |
12-4-1997 | Papenstraattheater, Zwolle | De Dichters uit Epibreren |
12-4-1997 | Schouwburg Odeon, Zwolle | Margreet Dolman en De Dichters uit Epibreren |
13-4-1997 | De Winkel van Sinkel, Utrecht | boekpresentatie 'AMOK', van Tommy Wieringa; met het Donskoi Ensemble, de Easy Aloha's, Adriaan Bontebal, De Dichters uit Epibreren, Tommy Wieringa en Arjan Witte. |
18-4-1997 | VPRO-Radio 2, live vanuit Studio Amstel, Amsterdam | De Nachtzusters en 4/5de van De Dichters uit Epibreren. 24.00-01.00 uur. |
23-4-1997 | Nachtspraak, Muziekcafé Koekkoek, Peperstraat 4/6, Groningen | 4/5e van De Dichters uit Epibreren |
25-4-1997 | Muziekcafé Koekkoek, Peperstraat 4/6, Groningen | CD-presentatie 'Oh mein Mamma', van Eddy Koekkoek, met Eddy Koekkoek-band (Eddy Koekkoek, Wil Schmal, Gert Veen, Joop Douma, Eric Poort en special guest Ronald Ohlsen, Quest for Fire, Hello Hello, Ronny Guy, Hubba Bubba Boys, De Dichters uit Epibreren en Bart FM Droog |
17/18-5-1997 | 26e New Jazz Festival, Moers, Duitsland | straatoptredens van De Dichters uit Epibreren |
25-5-1997 | Virus Festival, Eindhoven | De Dichters uit Epibreren, Remco Campert, Kamagurka, De Raggende Manne, Serge van Duijnhoven & DJ Dano, Osdorp Posse, Bloem, Soviet Sex e.v.a. |
5-6-1997 | Academie Minerva, Groningen | De Dichters uit Epibreren |
7-6-1997 | Cinevideo-groep TV-studio, Hilversum | De Dichters uit Epibreren en Menno Bentveld |
12-6-1997 | Vara TV, Nederland 3 | Try Out, met De Dichters uit Epibreren en Menno Bentveld |
20-6-1996 | Zeeheldenfestival, Den Haag | De Dichters uit Epibreren, Danse Macabre, De Goudrenetten, Chris Gurney Champion, Hugo & Thijs |
27-6-1997 | Azijnfabriek, Roermond | Ygdrassil & De Dichters uit Epibreren |
28-6-1997 | De Engel & De Duizend Doden, Groningen | Theaterproject, waarbij De Dichters uit Epibreren de wachtenden op verzen vergastten |
6-7-1997 | De Nor-Festival, Raadhuisplein, Heerlen | De Dichters uit Epibreren, Wicked Wonderland, Beaucoup de Cadavres, Triptych, Soylent Green, Noisy Stuff, Da Critix, Zoumounta, Nut Factory, Scetches, Poppentheater Hupsakee, Passage, Sax/sectie MSH, Hugo & Thijs |
10-8-1997 | Paulusfeesten, Oostende (B) | De Dichters uit Epibreren, Bloem, Hautekiet, Riguelle & Swinnen, Broadway Jazz Gang, Les Fils Platinés, Flup & Ju, Luc Hessens, The Mowglis |
17-8-1997 | Noorderzon-Festival, Groningen | De Dichters uit Epibreren |
18-8-1997 | Noorderzon-Festival, Groningen | De Dichters uit Epibreren |
19-8-1997 | Noorderzon-Festival, Groningen | De Dichters uit Epibreren |
23-8-1997 | Poëziefestival, Fort de Hel, Willemstad | De Dichters uit Epibreren, Poetry & Prose, Maria F.J. Korst, Cathy Pemberton, Joz Knoop, Harold de Boer, Rijn Vogelaar, Ballet Ballance, Poetry & Rock |
5-9-1997 | Nacht van de Poëzie, Bram Roza's Galerie 1893, Goidschalxoord (Z.H.) | Jana Beranová, Richard Dekker, De Dichters uit Epibreren, Jenny Fleur, Rikkie Keller, Neeltje Maria Min, Hans Plomp, Jean Pierre Rawie, Bert Schoonhoven, Rijn Vogelaar |
6-9-1997 | ORKZ, Groningen | o.a. Droog, Hofman, Klug, Peters; Immaculata; Vaginia, de vrouw met de sprekende poes |
25-9-1997 | Café de Bliksem, Den Helder | De Dichters uit Epibreren |
25-10-1997 | KTA 2, Jongerendag, Dienst Jeugdzaken Provincie Limburg, Hasselt (B) | De Dichters uit Epibreren |
4-11-1997 | Civic Centre, Newcastle upon Tyne (UK) | Officiële ontvangst door Lord-Mayor Belle Nixon van de Dichters uit Epibreren, + statieportret door de Newcastlese Stadsfotograaf. |
5-11-1997 | Bridge Hotel, Newcastle (UK) | De Dichters uit Epibreren, Harry Zevenbergen, Keith Armstrong, Ian Horn, Willem Groenewegen, The Tyneside Poets, The Buvver Theatre Compagny. Tevens presentatie van de bundel BEYOND!: poëzie van Keith Armstrong, Ian Horn, Willem Groenewegen & De Dichters uit Epibreren (Engelstalig). |
6-11-1997 | County High School, Cramlington (UK) | De Dichters uit Epibreren, Harry Zevenbergen, Willem Groenewegen |
6-11-1997 | BBC-Radio North, live uit de BBC studio te Newcastle | Keith Armstrong, Bart FM Droog, Willem Groenewegen en Harry Zevenbergen |
6-11-1997 | Marsden Grotto, South Shields (UK) | De Dichters uit Epibreren, Ian Horn, Willem Groenewegen, Harry Zevenbergen, Keith Armstrong, Tony Wilson, John Earl |
7-11-1997 | The Red Deer, Sheffield (UK) | De Dichters uit Epibreren, Diana Syder, Chris Jones, Willem Groenewegen |
18-11-1997 | Forge FM Radio, 107.8 FM, Sheffield (UK) | De Dichters uit Epibreren en Willem Groenewegen |
14-12-1997 | Radio Drenthe, Kunst & Co in Café Krul, live vanuit het Drents Museum, Assen | De Dichters uit Epibreren, Sam Drukker (kunstschilder), Aja Sikken (schrijfster), Ton Peters (schrijver), Gertie Bruin (klassiek accordeonist), Marcel Boon (cabaretier), Peter Verboom (columnist). Presentatie: Peter Zwerus en Annette Timmer. |
27-12-1997 | vzw Katzwijm, Zutendaal (B) | De Dichters uit Epibreren, Jean Vossen, Bushemi, Archief, DJ's. |
28-12-1997 | Zaal de Blauwe Kater, Leuven (B) | De Dichters uit Epibreren en DJ Jean Vossen |