Gerrit Komrij

      laatste update 18 februari 2009 (click for English version)


     Previous Home Next

biografie gedichten: contact
links Oranjekindje, 2003 prijzen
  Stille liefde, 2003  
De vampier en de grafdelver, 1984  


BIOGRAFIE

De in Portugal residerende Gerrit Komrij werd op 30 maart 1944 te Winterswijk geboren in een kippenhok, waar zijn ouders tijdens een luchtaanval een goed heenkomen hadden gezocht.
Hij is naast dichter prozaïst, criticus, polemist, essayist, vertaler, toneelschrijver en bloemlezer. Op Gedichtendag 2000 werd hij uitgeroepen tot Dichter des Vaderlands 2000-2004.

Het was de bedoeling dat hij vijf jaar in functie zou zijn en op Gedichtendag 2005 de fakkel zou overdragen aan zijn opvolger. Op Gedichtendag 2004 had hij 'tabak' van het Nationale dichterschap en stapte op. In februari 2004, na afloop van tussentijdse verkiezingen, werd hij opgevolgd door Simon Vinkenoog. In 2005 trad Driek van Wissen aan, die op zijn beurt in 2009 werd opgevolgd door Ramsey Nasr..

Hij studeerde algemene en vergelijkende Westeuropese literatuur aan de Universiteit van Amsterdam en debuteerde in 1968 met de dichtbundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten. Hij was o.a. medewerker van 'Vrij Nederland' en 'NRC Handelsblad' en redacteur van 'Maatstaf'. Ook stond hij aan de wieg van de Poëzieclub en het poëzietijdschrift Awater.
© foto: Henk Veenstra, 2001

In 1979 publiceerde Komrij zijn bloemlezing De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten, die sedertdien regelmatig herdrukt en herzien wordt (in januari 2004 verschijnt de volgende editie, getiteld Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten - zie ook: De Dikke Komrij) en geldt als de standaardoverzichtsbloemlezing van de moderne Nederlandstalige poëzie. "Het boek riep - uitzonderlijk in de Nederlandse situatie - een discussie op over de literaire traditie", aldus de Leidse hoogleraar in de moderne letterkunde Ton Anbeek. "Komrij toonde een voorkeur voor het speelse, ironische vers. Hij had weinig waardering voor de navolgers van de Vijftigers, maar wist daarentegen uit de negentiende eeuw talloze interessante gedichten te halen die ook de kenners waren ontgaan. Zo werd die als 'stichtelijk en saai' te boek staande tijd op slag een ten onrechte verwaarloosde periode."

In 1999 publiceerde hij daarenboven de bloemlezing De Afrikaanse poëzie in 1000 en enige gedichten, een selectie uit 350 jaar (Zuid-)Afrikaanse poëzie.

DE SANDWICH-REEKS

In samenwerking met Uitgeverij 521 verzorgt Komrij de Sandwich-reeks, waarin hij zich manifesteert als ontdekker van talenten en vergeten of verwaarloosde dichters. Vanaf november 2002 verschijnen twintig genummerde, gebonden delen.
De Sandwich-reeks is bedoeld voor poëzieliefhebbers die zich willen laten verrassen in de keuze van Komrij en die graag auteurs willen leren kennen waar zij zelf geen toegang toe hebben. Werk dat voor velen onbereikbaar is (de zogenaamde vergeten dichters) wordt nu weer voor een groot publiek beschikbaar gemaakt. Daarnaast is het plaatsen van een debutant in een reeks als De Sandwich-reeks een manier om aan een groot publiek te laten zien welk talent er in het Nederlands taalgebied rondloopt.

Komrij maakte gebruik van de pseudoniemen Gerrit Andriesse, Joris Paridon, Mr. Pennewip en Griet Rijmrok.

Raadpleeg ook www.google.com voor nog meer meer over Gerrit Komrij.

STILLE LIEFDE

Als ik jou van mijn liefde zou vertellen
Zou ik je, vrees ik, helemaal verliezen.
Ik moet mij met haast niets tevreden stellen
Of je ontberen – er valt niet te kiezen.

Ik voel – als ik een blik op je mag werpen –
Geen vlinders in mijn buik maar haaientanden
En tor en wesp en kever doen een scherpe,
Massieve aanval op mijn ingewanden.

Ik voel de darmen in mijn lijf wegbranden.
Ik voel mijn lichaam duizelen en draaien.
Ik tol – en sta compleet in lichterlaaie.

Toch kan ik je niets zeggen, want één woord
En al jouw achting voor me is vermoord.
Ik gluur maar naar je hals en naar je handen.


© Gerrit Komrij, 2003



DE VAMPIER EN DE GRAFDELVER
of: de Antiquaar als doodsheraut


     I

Boeken zijn doodkisten. Een aantal wanden
Met een verborgen raadseltaal ertussen.
Ik kan ze laten dansen in mijn handen.
Ik kan een hele wereld wakker kussen.

Ze vrezen niet zich aan te laten randen:
Ik hoef dus mijn geweten nooit te sussen.
Mij wacht zelfs niet de kleinste reprimande.
Ik mag, zoveel ik wil, mijn zinnen blussen.

Zie: ook hun zinnen slaken alle banden.
Eerst kwetteren ze schuchter als de mussen.
Dan raken ze in vuur en vlam. Ze branden.
Een jubelzang van Stradivariussen.


     II

De hand is niet gemaakt om te bezitten.
De mond kan zich tot één kus niet beperken.
Ze willen dwalen. Graf na graf omspitten.
Ze springen van het orgel van de kerken

De orgiën in van de opiumkitten.
Ze warmen zich aan vale vleermuisvlerken
Of worden ijskoud van de middaghitte.
Terzijde gooien ze vaak meesterwerken

Om zich aan losse flodders vast te klitten.
Soms zien ze barden in de dorste klerken.
Toch rest ze van hun dwaze, dolle ritten
Uiteindelijk niets anders dan de zerken.


     III

Je zou een boek behoren weg te gooien.
Als stof, op doorreis naar het Ongeziene.
Laat ze, zowel de slechte als de mooie,
Verpulveren in de verdwijnmachine.

Zo'n doodkist van papier, dat geeft maar vlooien.
Elk deuntje wordt uiteindelijk routine.
er stroomt alleen maar gruis door zulke dooien.
Je keert nooit meer terug naar hun ruïne,

Maar bent alweer op zoek naar nieuwe prooien.
Want telkens moet je je vers bloed toedienen.
Zuig steeds meer kisten leeg, als je 't kan rooien.
Gelukkig zij die er iets aan verdienen.


© Gerrit Komrij, 1984/2003

Eerst gepubliceerd in een bibliofiele uitgave van Antiquariaat Willem Huijer, Amsterdam, in een oplage van 100 exemplaren. Opgenomen in Alle gedichten tot gisteren, de Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 1994

LINKS

NRC Handelsblad-dossier 'Dichter des Vaderlands (registratie noodzakelijk)
Bibliografie en wetenswaardigheden, door Mats Beek
Komrij als tv-criticus, door Martin van Amerongen
Dichter op het scherm - project van Komrij, de Koninklijke Bibliotheek, Poetry International, NRC Handelsblad en het Letterkundig Museum om de dertig belangrijkste Nederlandse dichters vanaf de Middeleeuwen online te zetten.


PRIJZEN

De poëzieprijs van Amsterdam 1970 voor Alle vlees is als gras of het knekelhuis op de dodenakker.
Cestoda-prijs 1975 voor het moeiteloos beoefenen van de Nederlandse taal in al haar genres.
Busken Huet-prijs 1979 voor Papieren tijgers.
Herman Gorter-prijs 1982 voor De os op de klokketoren.
Kluwer-prijs 1983 voor de wijze waarop hij in zijn hele werk met de Nederlandse taal omgaat.
P.C. Hooft-prijs 1993 voor beschouwend proza voor zijn gehele oeuvre.
Gouden Uil 1999 voor In liefde bloeyende.

Gerrit Komrij ontving op 8 februari 2000 een eredoctoraat aan de universiteit van Leiden.


CONTACT

BOEKINGEN

SSS
Stichting Schrijvers School Samenleving
Huddestraat 7
1018 HB  Amsterdam
telefoon: 020-623.49.23

en

Sebes & Van Gelderen - Publicity & Creative Support
Kerkstraat 301
1017 GZ  Amsterdam
Tel. +31 (0)20 616.09.40
Fax. +31 (0)20 618.08.43
E-mail: info@boekeenschrijver.nl

UITGEVERIJ
Uitgeverij De Bezige Bij
Van Miereveldstraat 1
1071 DW Amsterdam
Tel: 020-3059810
Fax: 020-3059824
E-mail: info@debezigebij.nl
site: http://www.debezigebij.nl/

 

Deze pagina is onderdeel van het archief voor poëzie Rottend Staal Online