BIOGRAFIE
Of het zonnig of miezerig weer was, die 10de januari
van het Jaar 1965, toen Abe de Vries arriveerde
in het voormalige boerenarbeidersdorp Wijnaldum,
in het modderige noordwesten van Friesland, op
krap twee kilometer van de Oceaan? Dat staat hem
niet meer bij, en hij heeft het niet in de archieven
opgezocht. 'Het zal wel hebben gesneeuwd. Misschien
vroor het licht, en een dag eerder was er een
tragisch sterfgeval,' zegt hij.
Over zijn levensloop laat De Vries weinig los.
Niet afgemaakte studie politicologie (Amsterdam).
Niet afgemaakte studie geschiedenis (Groningen).
Duidelijk is wel dat hij, tot woede van Links,
zeven jaren in dienst van Hare
Majesteit ons Koninkrijk als officier
wist te vrijwaren van de leninistische horden
uit het Oosten, waarna hij zich in 1996 tot de
journalistiek bekende. Na een betrekking van 2,5
jaar als verslaggever bij het Groninger Algemeen
Persbureau Tammeling besloot hij in 1999,
als verzetsdaad tegen de imperialistische NAVO-bombardementen
op Servië en Montenegro, tot een correspondentschap
in Belgrado voor het Algemeen
Nederlands Persbureau, Trouw
en Elsevier.
Welk laatste prachtblad in 2000 zijn inspanningen
honoreerde met een dikbetaald redacteurschap.
Abe de Vries debuteerde najaar 2002 als dichter
met de bundel De weromkommer yn it ûnlân
(De terugkeerder in het onland) bij uitgeverij
Bornmeer in Leeuwarden. 'Een melancholiek stemmend
kleinood, gesteld in toegankelijk Fries, over
de gestorven Moeder en Haar sporen in het aangetaste
landschap,' zo kenschetst hij zijn eersteling.
Gedichten uit de bundel werden eerder gepubliceerd
in Trotwaer, Kistwurk en Hjir. Voor de bij Bornmeer
in 2003 verschenen bloemlezing Wrâld,
Finster, Gedicht, een verzameling vertalingen
door dertig Friese dichters van hun favoriete
gedichten uit de wereldliteratuur, vertaalde hij
het gedicht 'Elegie over een dode labrador' van
de Zweed Lars
Gustafsson. In 2004 kwam zijn tweede bundel
uit bij Bornmeer, In waarm wek altyd (Een
warm wak altijd).
Abe de Vries was redactielid van het inmiddels
ter ziele gegane Kistwurk en is hoofdredacteur
van het
Friese literaire internettijdschrift Farsk.
Bezoek www.abedevries.nl
en raadpleeg ook www.google.com
voor meer over Abe de Vries.
terug
naar boven
HOTEL MARIA
Prívozská 23, Ostrava
Fêst leit de rin fan opsternate skuorren,
te folgjen yn it moarnsljocht dat it talit
troch tinwosken gerdinen, groetnis
oan Mona Lisa's dy't uteraard swije.
Gjin wurd te hearren, mar protte praat
ynmitsele yn 'e muorren kin wol sûnder,
te ferstean as traach streamend wetter
faaks nei ferdjipping ien, dêr't in
frou
flyt docht op treppen foar de gasten:
finzenen, lykas sy, fan finear en stien.
Fierder wei, yn 'e ferrinnewearre lobby,
klinkt in stim as in bel - in fraach om tiid?
útstel? - dy't hastich delbêde
wurdt
yn berêsten, it frjemde healwekker wêzen
dat nammen freget, komôf registrearret.
Regelmjittich is de tik, allike fertroud
as de man dy't dy de kaai joech, in part
fan it gebou dy tabetroude, klam lei
op syn fersyk en jou it ear oan 'e dei.
It bernich roppen op twa, in bêd ferskood
foar wa, in moard kreakjend yn 'e bynten
fan in winter dy't gjin wjerwurd hat.
Bytiden binne de lûden net út
te meitsjen
foar rûzjen, waaien of sangerjen -
wat it wêze wol, it leit syn toan net
út,
no in gjalp, in gûnzjen, in stammerjen.
Heger of leger lûkt immen in ferline
troch
mei kabaal, died fan sabeare wiisheid,
nei te kommen as begjin fan taal
dy't rommer baan wol as troch de buizen -
in alarmsysteem gelyk - dy't keamer
mei keamer en holle mei holle ferbine,
dy nei de mûle prate, en ûnneigeanber
yn 'e kelders fan it hotel Maria ferdwine.
© Abe de Vries,
2004
Ut: In waarm wek altyd,
Bornmeer, 2004
HOTEL MARIA
Prívozská 23, Ostrava
Vast ligt de loop van obstinate scheuren,
te volgen in ochtendlicht dat het toelaat
door dungewassen gordijnen, een groet
aan Mona Lisa's die uiteraard zwijgen.
Geen woord te horen, maar 't vele praat
ingemetseld in de muren kan wel zonder,
te verstaan als traag stromend water
wellicht naar verdieping één, waar
een vrouw
vol ijver trappen poetst voor de gasten:
gevangenen, als zij, van fineer en steen.
Verder weg, in de verwaarloosde lobby,
klinkt een stem als een bel - vraag naar tijd?
om uitstel? - snel tot bedaren gebracht
en berusting, het vreemde halfwakker zijn
dan namen vraagt, afkomst registreert.
Regelmatig is de tik, al net zo vertrouwd
als de man die jou de sleutel gaf, je met
klem vroeg je oor te geven aan de dag.
Een kind roept op twee, een bed verschuift
van 't stee, een moord kraakt in het gebint
van een winter die geen weerwoord heeft.
Soms zijn de geluiden niet uit te maken
voor ruisen of waaien, zeuren, zaniken -
wat het wil zijn, het legt zijn toon niet uit,
nu een kreet, dan een gonzen, stotteren.
Hoger of lager trekt iemand een verleden
door met kabaal, schijnbaar wijze daad,
wel te verstaan als begin van taal
die ruimer baan wil dan door de buizen -
als een alarmsysteem - die kamer
met kamer en hoofd met hoofd verbinden,
je naar de mond praten, en onnavolgbaar
in de kelders van het hotel Maria verdwijnen.
© vertaling
Abe de Vries, 2004
Ut: In waarm wek altyd,
Bornmeer, 2004
CONTACT
Abe de Vries: abedevries@hotmail.com
UITGEVERIJ
Uitgeverij Bornmeer
De Haniahof, Haniasteeg 57
8911 BX Leeuwarden
tel: 058-212.87.06
fax: 0842-11.57.50
www.bornmeer.nl
e-mail: info@bornmeer.nl
Deze pagina is onderdeel van het
dagblad voor poëzie Rottend
Staal Online
|