BIOGRAFIE
Mohs Volke werd geboren op 3 april 1971 te 's-Hertogenbosch,
als zoon van Johanna M.C. Stipsen en Hans
R. Vlek. Hij is een liefhebber van vrouwen, muziek
en drugs. In die volgorde. Hij rapt en schrijft rapteksten
sinds the Sugarhill-gang uitkwam. De Graffitti Breakdance-Electric
boogiegolf van 1984 was de geboorte van zijn passie voor
de straat/taal/kunst. Omstreeks 1991 ontmoette hij Simon
Vinkenoog niet toevallig en begon zich serieus te
verdiepen in het schrijven van poëzie. Hij bleef
ook Engelstalige rapteksten schrijven tijdens de warehouse
rage van de vroege negentiger jaren.
|
De winter van 1995 was een wrede voor
Volke. Hij verliet zijn vrouw en kind en zwierf door
het daklozencircuit en de parken van Amsterdam. Enkele
van zijn 'dakloze gedichten' werden afgedrukt in nummer
zes van de eerste jaargang van de daklozenkrant 'Z'. |
Mohs Volke
© Jessica
Fraenk, 2004 |
|
Toen in 1998 café Festina Lente begon met haar
Poetry Slams onder leiding van zijn oude mentor Vinkenoog,
was het niet verwonderlijk dat Volke erop afsprong als
een hitsige hond. Er volgden vele optredens, ondermeer
bij het legendarische Poëziecircus
te Utrecht, in Hotel Winston en Radio 100.
Op de vraag waarom hij tot schrijven komt, is zijn antwoord:
'Ach, na godJehova, pubertijd, een heroïne- en cocaïneverslaving,
liefde voor een hoer en al mijn moedwillige slechtzijn
is de muze de enige die me nog kan verheffen uit mijn
pornografisch overpeinzen van de armoede in mijn leven.
't Is maar goed, dat geen miljoenendollars mij vonden.'
In augustus 2003 richtte hij met Karlijn
Groet, Tom Zinger
en Lucas Laherto Hirsch het
dichtersgenootschap 'De
Residentie' op. Begin 2004 werd De Residentie versterkt
met Pom Wolff.
De Residentie treedt overal op en wint dankzij een grappige
nieuwe formule vrij snel aan populariteit.
terug naar boven
GOD: BLADZIJDE ÉÉN.
Ik weet twee dingen:
Niets en dat ik vader ben.
Vader van god.
Hij speelt, hij eet, hij is.
Ik waak, kijk naar zijn bewegingen
en vertel hem alles waarvan ik denk
dat hij moet weten
zolang hij bij mij is
en ik nog hier.
Nu zie ik gelijkheid en verschil
Ik zou deze wereld niet maken
er steeds minder naar omkijken
als hij er niet was.
Dan zou ik god zijn
en geen vergeving krijgen
maar hij vertrouwt op mij
dus ik ben eerlijk.
Ik aanbid en vertel hem:
je bestaat, je bestaat
al zien ze je niet
ik ben in jou
als geloof is in liefde
zo waar.
© Mohs Volke,
2004
terug naar boven
HET HOOFDSTUK AARDE
niets is er verborgen
dan alleen mijn onwetendheid
die precies zover draagt
als armen en benen dit lichaam
alles is open: de ogen
en het vuur erin
dat al deze dingen
veranderen moet
ja, het zal doven, uiteindelijk
maar laat het nu uit liefde zijn
omdat er niets te wensen overblijft
dan deze zinnige waan
waarin we voor de ander zijn
dus neem deze prijs
dit hoofd
en schenk het
aan het museum van onze tijd
want dit zijn de dagen
die het kostbaar maken
die ons dichter brengen
bij het afscheid.
© Mohs Volke,
2004