samenstelling: Lenze L. Bouwers
DICHTER BIJ DE DICHTER Mail die eerste regel naar droog@epibreren.com,
onder vermelding van 'puzzel', voor 25 januari 2003. DE BEGINREGELS 1. Alleen in mijn gedichten kan ik wonen 2. Een cel is maar twee meter lang 3. Ik ben het zuiverste dier op aarde 4. Wat mag het raadsel van uw arbeid wezen 5. Mijn vadertje, hij was rechtvaardigheid 6. Ik houd het meest van de halflandlijkheid 7. Mijn moederken, ik kan het niet verkroppen 8. Wij stonden in de keuken, zij en ik 9. Jawel, mijnheer, ik noem mij katholiek 10. Vanmorgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik 11. De stad is stil 12. Sinds ik het weet 13. Bestijg den trein nooit zonder uw valies met dromen 14. Een koe is een merkwaardig beest 15. Er stonden drie kruisen op Golgotha 16. Zij kent de onderkant van kast en ledikant 17. Een hond is vermaard om zijn gezelligen aard 18. Mijn moeder is mijn naam vergeten 19. Ik ween om bloemen in den knop gebroken 20. Boerenmeisje blaast de hoorn 21. De Zwanen moesten zonder zorgen kunnen leven 22. Ik houd zo van die donkre burgerheren 23. Ambrosia, wat vloeit mij aan? 24. Knaap, breng mij kersen op een zilvren schaal 25. Overhandig mij brekend je peilloze bloem je kus 26. Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato 27. Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten 28. Ik heb de witte water-lelie lief 29. Ik ben in België geboren, ik ben Belg Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online |