laatste update 20 juni 2004 (click for English version)
Anderen over zijn werk
HEMELRIJK Voor Thé Lau, voor Iris In het midden van mijn leven kwam ik op een open plek. Er stond een bord: McDonald's in de verte klonk muziek Alleen was ik daar niet: zij was bij me we namen een kamer in het hotel - thuis hebben we immers geen bad Het woord 'altijd' is net als het woord 'nooit' bedacht door een dichter, de ziel is groter dan het hart, het hart groter dan de wereld Nog altijd rekenen filosofen zich erop stuk Ineens zag ik waarom de dingen zijn zoals het is Niet schrijven om zo voor altijd te willen blijven, niet de weg vinden in het bos, niet om de muziek alleen Water is zoet. Het woord 'eeuwig' is een kamer in het hotel. De hemel is een open plek. Ik ben hier om haar haren te wassen, haar mooie zachte haar © Hanz Mirck, 2004 GELUKSVIS bij de arrestatie van Saddam Hoessein Voor
Iris © Hanz Mirck, 2003 IRIS Het jongetje dat ik ben staat op een stoel op een stoel. En een lamp. Daar bovenop staat ie In de bovenste boeken van de kast staan schilderijen Dames met blaadjes voor hun bloot. Hij reikt naar daar weer boven naar de globe die daar staat Pakt hem beet en tilt: jij bent de aarde en wat daarbij is De stoel, nog één, de lamp hij wankelt Wijdopen breekt licht door de glazen globe - haar schrik om hoe zij bijna in duizend scherven, in alle kleuren. En ineens, in de diepte daarbinnen, ziet hij dat ik het ben en dat jij, jij, mij vasthoudt, het jongetje voor wie heel de wereld nog te groot en de landen en de routes over zee, lagen verf over wat zij inhoudt; neem mij weer, wacht nog even voorzichtig schuif ik hem terug Op de grond kijk ik nog één keer omhoog De schilderijen, de wereld, en wat haar handen zeiden wat met mijn ogen dicht zal blijven Ondanks de blaadjes voor het oog © Hanz Mirck, 2003 DEBUUT Voor Erik Jan Harmens Wat een raar ding heb jij zeg! Hihi - Goh, wat een gek dingetje. 'Heleboel' heeft ze gezegd. Da's meer dan zes. Piemels, ja, een ruime steekproef neemt ze alle mee Doe niet zo gevoelig, zeg ik tegen mezelf, Vergordijn de wereld, het vlijmend licht © Hanz Mirck, 2003 Het geluk weet niets van mij: Kent het geluk de reeën met gespitst oor EEN GLAZEN DEUR LIEP DOOR MIJ HEEN Eens at ik glas. Het was Even deed het slikken zeer KOME DE NACHT De Nasa zal de sonde Eros Daarmee wordt een einde gemaakt Daarmee Daarna had de sonde niet Daarna had CONTACT BOEKINGEN SSS Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online |