Alan Kaufman 

      laatste update 14 april 2004


     Previous Home Next

biografie gedichten: contact
  Wie zijn wij?, 2000  
  Bus, 2004  




BIOGRAFIE

Alan Kaufman werd geboren op 12 januari 1952 in New York City, tijdens een verblindende sneeuwstorm. Hij schreef zijn eerste gedicht op de kleuterschool ('The Winterconfetti / falls like / snow'). Sindsdien is hij blijven schrijven. Op de high school werd hij redacteur van de literaire schoolkrant en onderging hij de invloed van mensen als Allen Ginsberg, Dylan Thomas en Jack Kerouac.
In 1977 vertrok hij naar Israël waar hij dienst nam in het leger. Bij een oefening raakte hij echter al snel gewond en kwam terecht op de perskamer.

Sinds de jaren tachtig was Alan Kaufman betrokken bij de Spoken Word-beweging. Vanaf de opening van het Nuyorican Poets Café is hij actief in de dichtersscene rondom dit café. Later raakte hij betrokken bij de scene rond Café Babar in San Francisco. In 1991 ging hij op tournee door Duitsland en Oostenrijk.

Twee jaar later kwam hij terug (hij doet dan ook Nederland aan en treed op in De Melkweg) en nam Patricia Smith, Luis Rodriguez, Paul Beatty, Dominique Lowell and Neeli Cherkovski mee. Hieruit kwam het boek SLAM POETRY: Heftige Dichtung aus Amerika voort, met daarin gedichten van zijn hand en een introductie van het fenomeen Slam Poetry.
In 1999 publiceerde hij The Outlaw Bible of American Poetry.

In 2000 verscheen zijn autobiografie Jew Boy, waarin hij verslag doet van zijn zoektocht naar de betekenis van zijn joodse identiteit en het holocaustverleden van zijn moeder een plaats probeert te geven. In september 2004 zal de vertaling hiervan verschijnen bij uitgeverij Ten Have onder de titel Jodenjong.


Raadpleeg ook www.google.com voor meer over Alan Kaufman.

WIE ZIJN WIJ?

Als een vreemde
ga ik het verleden in
om te ontdekken waarom
ik 's nachts als kind alleen erop
lag te wachten dat de voordeur
dicht zou slaan, vader naar zijn
nachtploegdienst gegaan,
en mijn moeder, Marie, zou
binnenkomen, kon niet slapen,
vertelde mij oorlogsverhalen uit
haar kinderjaren, achtervolgd door
hen die, terwijl ze sprak,
de kamer leken binnen te komen,
Gestapomannen in leren jassen
die ons bevolen in te pakken,
de trap af naar een wachtende truck,
want ik ga nog steeds naar Auschwitz
al ben ik een volwassen man in 1999
ik klim nog steeds in de vrachttrein,
geplet tegen bange, verdoofde
Joden en Zigeuners en Russische
soldaten en homoseksuelen die grenzen
overstaken om te worden vergast


Ik ben haar, in mijn hart,
al ben ik bijna twee meter lang
en weeg ik zo'n honderd kilo
en heb ik American football gespeeld
en gediend als soldaat
en draag littekens van
gevechten met messen
en gebroken flessen


Ik ben haar nog steeds, kleine meid,
die zich in kippenhokken en bossen
verstopte, op dynamiet sliep
tussen de partizanen
Ik ben haar nog steeds, terwijl ze haar
tanden borstelde met de as
van ingestorte landen
verwoest door oorlog


Ik ben nog steeds haar bruine ogen
en vervolgde zwarte haar
graaide naar beetjes distelsoep
een stervormige lap
aan mijn hemd genaaid


Ik ben nog steeds mijn moeder
elke dag op de straten
van New York of San Francisco
waar de schoorsteenluchten gloeien
en wervelen van het roet als
de nacht boven een crematorium,
of de Bronx, stortkoker van de oven
waar ik troep uitstootte, vonken vlogen
er vanaf in een bakstenen nacht


Ik ben haar nog steeds in de straten
van Berkeley, wandelend tussen
de centensmekers, punkers met
geverfd haar, leernichten, zwarten,
Mexicanen en Aziaten


Ik ben haar nog steeds, omringd
door dichters en dieven
en politiek incorrecte lieden
die sociaal niet sporen
op de zonovergoten stoepen
van Mission, Haight, Greenwich
Village, Lower East Side,
overal waar maffe mensen
verdraagzaam samenkomen


En elke dag in dit tijdperk
van onverdraagzaamheid,
in een gestoord getto
bevestigd door daklozen,
weerklinken mijn laarzen
als ik de doden passeer,
schaam me ervoor dat mijn
hielen misschien het laatste
geluid zijn wat ze hoorden

Elke dag weer overleef ik
AIDS en armoede


Elke dag weer zit ik in cafés
en zie tatoeages nummers worden
en maak me kwaad
Ik wil Amerika terug
Ik wil dat Amerika het thuishonk
wordt wat ik nooit heb gehad


En jij, wie ben jij
als je m'n stem kan horen?
Wie ben je, vreemde,
als je deze woorden kan lezen?


Wie zijn wij
die bedreigd zijn
in deze tijden van duisternis?
Wie zijn wij, gedoemd te sterven,
die onszelf helemaal
niet kennen?


© Alan Kaufman, 2000
vertaling Willem Groenewegen, 2004
uit Jodenjong, © Uitgeverij Ten Have, Baarn, 2004

terug naar boven


BUS

At the gateway
to America
Greyhound strikers
shrieked:
'You won't
get out!'

Ninety bucks
to cross the
land by bus

For this, embarked,
anonymous. neither
lonely or glad,

a young man
with family
stared at his
ticket, afraid

and an old aunt
stooped to her
bags as a skinhead
cursed her back

and a punk with a pierced nose
sighed: 'this country's
fucked'

and beside me
an ex-con, patting
his hair, snapped:
'Man, I done my time!
I'm going home'

We boarded like
souls on Charon's bark

As the road
stroked by wheels
removed its dress,

one by one
we laid our tired
heads on breasts
of trembling
glass

But somewhere
in Pennsylvania
I woke,
my face a gun

© Alan Kaufman, 2004


CONTACT

Alan Kaufman: akpoem2@aol.com

UITGEVERIJ
Uitgeverij Ten Have, Baarn
, onderdeel van
Uitgeverij J.H. Kok
IJsseldijk 31
8266 AD Kampen
tel 038-339.25.38
e-mail: uitgeverijkok@kok.nl

terug naar boven


Deze pagina maakt deel uit het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Alan Kaufman / Rottend Staal Online 2004. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.