EXCLUSIEF INTERVIEW MET RONALD OHLSEN
Epibreren - De redactie van de Rottend
Staal Online raakte geïntrigeerd door de aankondiging
van de voordracht van Ronald
Ohlsen op 17 juni 2001 bij Poetry
International, op de website van laatstgenoemde. Ohlsen
treedt daar op in het onderdeel 'Poetry Pandora'. Op de
site van Poetry International staat hij omschreven als
'beginnend, nog niet gepubliceerd dichter', 'nieuwe talent'
en 'jong talent'. Ohlsen, met twee romans op zijn naam
en publicaties in tal van bloemlezingen, tijdschriften
en kranten een 'jong, nieuw en nog niet gepubliceerd talent'?
Liesbeth van Dalsum vroeg hem er het fijne van.
Liesbeth van Dalsum: 'Ronald, hoe zit dat nu?'
Ronald Ohlsen: 'Om te beginnen heb ik de presentator
van Poetry Pandora een biootje gestuurd met de nodige
wapenfeiten. Ik zal mij beraden op verdere acties. Van
alle kwalificaties vind ik 'jong' toch wel de meest bizarre
aangezien ik mijn middelbare leeftijd al aardig aan het
naderen ben. Veel van de 'jongelingen' op het Pandora-podium
schijnen de dertig al gepasseerd te zijn. 'Beginnend'
en 'niet-gepubliceerd ben ik ook niet meer inderdaad,
maar blijkbaar willen ze dat niet horen, want ik heb ze
uitgelegd dat ze mij niet moesten hebben, dat ik op hun
publiciteit niet zat te wachten en dat ik nooit pro deo
op een podium sta. [Wim] Keursten was het die mij wist
over te halen. Hij sprak met veel zeer gewaardeerde waardering
over mijn gedichten en had het over andere podia die hij
programmeerde en waar hij wel met de centenbuidel mocht
zwaaien. Na drie kwartier telefoneren besloot ik het jawoord
te geven. En zie het resultaat: ik ben weer jong, ik mag
opnieuw beginnen, heb nog niks gepubliceerd en word nu
al gezien als een talent. Wat wil je nog meer. Remember
M. Vasalis: 'Haast niet, schreeuw niet van pijn, o hand.
Schrijf door totdat de vingren zijn verbrand.'
(Rottend Staal Online, 27-4-2001)
GRONINGEN DICHTERSSTAD
Epibreren - De stad Groningen
is gezegend met twee huis-aan-huisbladen, De Groninger Gezinsbode
en De Loeks. Die - in tegenstelling tot veel huis-aan-huisbladen
- meer brengen dan enkel nieuws over winkelopeningen en
braderieën. Zo bericht De Loeks van vandaag: 'Met dank
aan een aantal bekende en geestdriftige dichters wordt in
Groningen de poëzie steeds meer onder de aandacht gebracht.
En de belangstelling is niet onaanzienlijk. (...) Men kan
er niet meer omheen, Groningen is een stad van dichters.'
Een van die dichters is tevens kandidaat-Stadsdichter: Ronald
Ohlsen. Liesbeth van Dalsum vroeg hem hoe dat nu voelt:
Ohlsen: 'Je voelt er bijna niks van. t Jeukt
alleen een beetje.'
Van Dalsum: 'Wat voor initiatieven zou je ontplooien
als je Stadsdichter wordt?'
Ohlsen: 'Veel standbeelden van dichters en denkers
op en om de Grote Markt, net als in Florence bij het Uffizi.
Grote standbeelden! Het kan weer. Die Hollandse beeldenstorm
is allang geschiedenis. Verder zou ik me willen inzetten
voor een algeheel brommer- en scooterverbod in de stad.
Brommers en scooters horen thuis op het platteland. Het
zijn boerenvoertuigen. Hoe vaak al niet werd in deze stad
een poëzievoordracht in de open lucht verstoord doordat
er zon lullige colonne snorfietsen voorbij kwam scheuren.
Tot slot: ik wil een commissie in het leven roepen die de
berichtgeving van de plaatselijke media in de gaten houdt.
Dit om de betrouwbaarheid van met name onze kranten weer
wat op te vijzelen zodat onze persvrijheid een vanzelfsprekend
gegeven kan blijven.'
Van Dalsum: 'Wie moet zeker geen Stadsdichter worden
en waarom niet?'
Ohlsen: 'Ik gun iedereen dat baantje. 't Schuift
toch niks. Al te hermetische dichters en onverstaanbare
mompelaars acht ik minder geschikt omdat die teveel voor
zichzelf bezig zijn. Bovendien weet je bij die mensen nooit
waar ze voor staan. Als je dergelijke fröbelaars Stadsdichter
maakt kan dat heel vreemd uitpakken. Daar hebben we in het
recente verleden genoeg staaltjes van gezien. Denk alleen
maar aan... Oh wacht. Mag ik het hier bij laten? Hoor! Dat
is m'n mobieltje. Wellicht is het de burgemeester met de
vraag of ik er klaar voor ben.'
(Rottend Staal Online, 31-7-2001)
Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online
|