TOMMY WIERINGA'S VERKIEZINGEN 2003-COLUMNS

TRISTESSE (23-1-2003)

WEESP – De rook trekt op, we kijken naar wat er tevoorschijn komt. Weinig goeds. Balkenende, Playmobil-mannetje met professoraal verstand, spreekt nog altijd onomwonden zijn voorkeur uit voor de VVD. D66 wil niet, de LPF wordt in de overweging betrokken. Een total loss voor vier jaar de weg opsturen - de hemeltergende eventualiteit rechtvaardigt een opstand. Het uitzicht: videobewaking en repressie in eigen land, ondersteunende angsthazerij in de tweede linie in een oorlog tegen Irak.
De gedachten gaan uit naar de dingen die niet gebeurden.
Wat als.
Als niet Winny de Jong maar Femke Halsema zich had blootgegeven in Panorama, als Wouter Bos zelf kandidaat was geweest, als Ratelband was gekozen door Leefbaar Nederland en Willem Oltmans was gevraagd om de LPF terug te leiden naar de darkroom, als Mat Herben zijn aangezichtshaar had laten uitbotten tot een negentiende-eeuwse knevel, als Andries Knevel in de bezemkast was aangetroffen met een Oekraïense prostituee, als André Rouvoet minder op Balkenende zou lijken, als Balkenende minder op zichzelf zou lijken, als prins Claus een testamentair stemadvies had gegeven voor de SP, als Marijnissen niet de eerste klas wilde afschaffen maar alle coupés eerste klas wilde maken, als Thom de Graaf vóór de campagne al zelfinzicht had getoond en Melkert niet de zweep maar de plumeau had gehanteerd, als Bas van der Vlies Nietzsche las, als Zalm…
Zalm is Zalm. Geen ander scenario te verzinnen.
Het is gedaan. Blijven over de koude resten van een rumoerige maaltijd. Omgevallen wijnglazen, smeulende sigarettenpeuken op de borden (Halsema) en stukjesschrijvers die het toneel verlaten met een zeurderig gevoel van tristesse. Naar huis, hout kloven, kachel aansteken, ernstig verwaarloosde kat aaien, Slauerhoff lezen.

Bezinning

Na de schrik en
Begenadiging,
Onder 't snikken
Van verzadiging

Na de feesten
Van het vleesch
Keert de angst en
Rijst de vrees:

Deze extase
Keert niet weer.
't Licht doet dwaas en
't Leven zeer.

Tommy Wieringa, Spits!, 23-1-2003
terug naar boven


BORRELTAFEL (22-1-2003)

WEESP – Mijn stemkantoor is gevestigd in bejaardenoord De Wintertuin - drie dames, twee tafels en een machine. Een vrouw, de jas zwaar van regen, begrijpt de machine niet.
'U moet op de rode knop drukken, mevrouw, de rode knop.'
'Dat héb ik al gedaan.'
'Nee, u hebt op een paar knoppen tegelijk gedrukt. De rode knop moet u hebben.'
'Ik dacht echt…'
'De róde knop mevrouw.'
In de vide speelt de herfstige populatie van De Wintertuin bridge. Iemand roept 'wisselen' en iedereen komt tegelijk in beweging als een zwenkende school sardines, en neemt in andere formaties weer plaats op de witplastic stoelen. In de volière onder het zonnedak springen uitzinnig geverfde exoten nerveus van tak tot tak.
In de hoek klotsen zacht de ballen van het biljart, een van de mooiste geluiden die ik ken.
Aan de rooktafel meneer De Bruijn, geboren 1924, oud-voorzitter van biljartclub De Wintertuin. 'Het zijn hele nette biljarttafels, maar die ellendelingen die d'r omheen lopen…'
Hij heeft al gestemd. 'U moet maar niet in uw krantje zetten waarop. Het zijn hele beste lui hier, maar als je één ding verkeerd zegt is het hele huis in rep en roer.'
Een nieuwe bewoner schuift aan. 'Boelen is de naam, bekende naam, Boelen, ook op het politiebureau. Jazeker heb ik al gestemd. De wereld wordt goed nu, we hoeven nooit meer te werken, niemand niet, iedereen een Mercedes en alle bewoners hier een persoonlijke assistent die ze uit de stoel tilt. Och man, met mijn partij… En buigen hè, in mijn partij, altijd maar buigen voor iedereen, ze komen niet meer overeind zowat. Ook al hebben ze last van de rug, wij buigen dieper.'
De Bruijn: 'Dat komt omdat ze respect voor je hebben.'
'Nee, respect voor de partij. Nergens buigen ze als bij ons. Zo heet-ie ook, Onze Partij Buigt Dieper.'
De Bruijn schudt het hoofd. 'Niet te doorgronden die man.'
'Jij zou maar wat graag bij onze partij willen, maar we hebben je doopceel gelicht, we nemen alleen hele donkere mensen aan.'
De bridgers krijgen weer het sein wisselen. Boelen en De Bruijn zien het minzaam aan. 'Dat zijn de elite hè. Je mag geen kaarters zeggen tegen ze, nee hoor, elite zijn het, geen kaarters.'

Tommy Wieringa, Spits!, 22-1-2003
terug naar boven



BETOOG (21-1-2003)

AMSTERDAM – Het grootste gevaar voor de stukjesschrijver is Gerrit Zalm. De kans bestaat dat je zonder verhaal thuiskomt. Geen bijzondere kenmerken, Gerrit Zalm, geen drama. Het enige opvallende is het veel te grote colbert (kreukloos). Een selfmade liberaal, altijd hard gewerkt maar nooit helemaal op de hoogte van de textiele mores van zijn club. Voor het overige een man zonder geheim. Zijn memoires beloven evenveel opwinding als Kluwers Belastinggids.
Ik hoorde hem spreken voor een zaal studenten van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij had 25 minuten. Achter hem lichtbeelden zo groot als huizen, ter ondersteuning van zijn verhaal. Zijn verhaal: macro-economische rijstebrij zonder inleiding, opbouw of noodzaak. Programmaonderdeel campagne 2003: Gerrit leest sportuitslagen.
Links op het podium zat een jongen op een stoel. In zijn hand hield hij de afstandsbediening van de beamer. Geconcentreerd las hij mee met de tekst en drukte op gezette tijden op de knop.
Ik viel soms even weg. Het bloed kroop trager, mijn horloge hield ermee op. Bestuurde de jongen met de afstandsbediening de beelden of de man? Achter Zalm kregen staafdiagrammen en grafieken een eigen wil en buitelden onafhankelijk van het betoog over het scherm. Ook tekstflarden deelden in het bal: MEERJARIGE LOONMATIGING deed een dansje met REDUCTIE INFLATIECORRECTIE, en daar, GLOBAL COMPETETIVENESS, gangmaker als altijd, lonkend naar de frivole PERCENTAGES BBP aan de bar.
Bij VERGRIJZING: HOGERE AOW EN ZORGUITGAVEN begon mijn bloed weer te stromen omdat ik aan Mat Herben moest denken. Herben komt de eer toe van de mooiste uitspraak van de verkiezingen, uitgesproken tijdens het televisiedebat op Radio 1. Over vergrijzing ging het. Met de ernst van een eekhoorntje in de herfst zei Herben: ‘Als de babyboomers loskomen in de vergrijzende sfeer’, en schreef zo parlementaire geschiedenis.
Na drie dagen waren de 25 minuten voorbij. Met een druk op de knop zette de jongen op het podium Gerrit Zalm uit, het applaus was voor hem.
Bij de uitgang ontmoette ik een oude liefde. Ergens ging groot licht aan. Jaren niet gezien, mooier dan ooit, ‘nog steeds met…?’ Nog steeds met, en kortademig van de deadlines en de dingen stamelden we levensverhalen, ons vastklampend in de stroom die de zaal verliet. Toen lieten we los. Tot ergens.

Tommy Wieringa, Spits!, 21-1-2003
terug naar boven


SJONDE (20-1-2003)

MAARTENSDIJK – 'Vrouwen en Meisjes worden beleefd verzocht met bedekt hoofd dit bedehuis te betreden.'Zondagmorgen, tien uur - de vrouwen van de gereformeerde gemeente in Maartensdijk dragen hoeden, een vloot donkere scheepjes op een kalm ademende binnenzee. Vaders en zonen zijn blootshoofds met nat achterovergekamd haar. Bas van der Vlies kerkt hier, lijsttrekker van de Staatkundig Gereformeerde Partij, goed voor drie zetels in de laatste peiling. Van der Vlies is lid van de kerkenraad, het gezelschap zwarthouten heren voorin. De partijleider met het voorkomen van een hardvochtige bovenmeester slaat zijn bijbel open. De scheiding ligt op zijn hoofd als een versgegraven greppel, woeste zwarte wenkbrauwen pieken uit zijn voorhoofd. Daaronder geknepen ogen die niets ontgaan.
Dominee Reinders, die er goed aan zou doen alles met een s-klank te vermijden, heeft het woord. Hij zal het anderhalf uur niet afstaan. 'Sjalig sjijn sjij die treuren', is de grondgedachte van zijn lezing. 'Er wordt wat getreurd sjinds de Sjondeval, gemeente. Het isj allesj sjo anders geworden, de gevolgen van de sjonde sjijn sjo ontsjaglijk bitter.'
Hem ontsnapt een boertje. Van der Vlies geeuwt heimelijk met zijwaarts geplooide lippen zodat er een gat valt in de zijkant van zijn gezicht. Er is zacht hoesten, er zijn verzittingen, voeten schuifelen op de planken. Reinders klapwiekt opgetogen onder zijn dualistische boodschap van aards lijden en hemelse vreugde. 'De diepe oorsjaak van het treuren isj de sjonde sjelf. 't Isj alles sjonde wat onsj aankleeft, als de sjaden van de disjtel.'
In de omlijsting van de kerkramen tuimelen kraaien in de felle wind, binnen wordt de gemeente opgelucht in trilling gebracht met psalm 42. Langgerekte jubel barst uit vele kelen.
Volgt de collecte. 'U bent nu in de gelegenheid uw gave af te sjonderen. De Here sjegene u en hij sjegene uw gave.'De collectezak roteert door de rijen, rolletjes pepermunt komen even vlug retour. Dropmentos voor iedereen. De witte buitenkant smelt op de tong, daar onder zit een zwarte kern van drop. Er is geen toeval hier.
De leden van de kerkenraad verlaten de kerk als laatste, Van der Vlies voorop. In de schaduw van hun zwarte hoeden gaan ze zwijgzaam het kerkenlaantje af. Ze schudden handen telkens wanneer er een afslaat bij zijn huis. Van der Vlies woont vlakbij. In zijn tuin hangen vetbolletjes en geregen pinda's. Er zijn veel kleine vogels.

Tommy Wieringa, Spits!, 20-1-2003
terug naar boven


GEHEIM (17-1-2003)

ROTTERDAM – Femke Halsema rookt. Stiekem. Niemand mag het weten. Halsema, verklaard tegenstander en tegelijkertijd begunstigde van de imagodemocratie, wil niet met een sigaret in beeld.
Katholiek trekje.
De lijsttrekker met een barstje is een dagje reisleidster op de tram in Rotterdam. Tijdens de vorige verkiezingen huurde Groen Links nog een trein maar de kas is leeg.
Soms rijdt de tram, soms staat hij stil. Dan gaan we naar buiten en kun je Halsema tegen kamerlid Wijnand Duyvendak horen fluisteren: 'Maar nu eerst een sigaret.'
Duyvendak: 'Dan moet je er even tussen uit sneaken.'
De lijsttrekker verwijdert zich en verdwijnt met volksvertegenwoordiger en sigaretroker Kees Vendrik achter de tram. In de luwte van zijn borstkas steelt ze een paar trekjes en komt weer tevoorschijn met een wolkje tussen haar lippen. Uitlaatgas en sigarettenrook vertonen in de winter de eigenschap om niet te vervluchtigen, maar hun vorm te behouden en als tekstballonnen op te stijgen in de koude lucht.
Halsema's roken is geen erg goed bewaard geheim. Watergate is anders. Hopelijk bewaakt ze haar echte geheimen beter. Later, als de cameraploegen de tram halsoverkop verlaten hebben voor een potentiële giframp in de Botlek, geeft ze het dan toch aan de openbaarheid prijs. Ernstig verslaafd. Wil stoppen. 'Of ik stop, hangt een beetje af van de verkiezingsuitslag.'
Wanneer ze niet rookt, kauwt ze op een miniscuul stukje kauwgom. Voordat ze op verzoek nogmaals de groene standpunten over het openbaar vervoer uiteenzet, neemt ze het stukje kauwgom uit haar mond en rolt het tussen duim en wijsvinger tot een balletje. Ze blijft het heen en weer rollen tot het gesprek is afgelopen, dan steekt ze het weer in haar mond. Femke Halsema zweeft tussen een vies meisje en een diva.
In het centrum van Rotterdam passeert de tram de tournee van Gerrit Zalm. Verkiezingen in Madurodam. Zalm heft zijn hand naar de tram en produceert zijn karakteristieke benauwde lach - de lach van de man die weet dat alle grappen ten koste gaan van hem maar ze niet begrijpt.
In de microfoon roept een uitgelaten Halsema op tot koffie en koek. Waarom denk ik aan kamperen. Ik haat kamperen. En toch. In haar uitgelatenheid hoor ik kampvuur, hengelen in een nabij fjord en sigaretroken zonder dat iemand het ziet.

Tommy Wieringa, Spits!, 17-1-2003
terug naar boven


LINKERHANDEN (16-1-2003)

HEERHUGOWAARD – De VVD en werk, ze horen bij elkaar zoals bouwnijverheid en fraude. In naam tenminste. VVD-ers in een omgeving waar echt gewerkt wordt, dat is een ander verhaal. Het nomadische gezelschap van VVD-politici op campagne bezoekt deze woensdagmiddag een opleidingscentrum voor de bouwnijverheid. Hier kweekt men timmerlieden, metselaars en schilders. Hier kweekt men eelt.
Annette Nijs, staatssecretaris van onderwijs, leidt de delegatie in zwart mantelpak met rok ruim boven de knie. Steengruis wolkt op onder haar zwarte lakschoenen. Ze is niet groot, het jasje is messcherp getailleerd zodat haar romp overeenkomst vertoont met een ouderwets sleutelgat. (Hier hoort een tekening.) Op elke oorlel fonkelt een pareltje. De mannen zijn zonder uitzondering in donker pak, homogeen als een groep Japanners bij een monument. De rondleiding gaat door hoge hallen met namen. Bouwtimmeren. Tegelzetten. Metselen. Machinehoutbewerking.
De sleep kamerleden en campagnemedewerkers schuifelt op Van Bommels door houtkrullen en kalkgruis. Nijs ('ik heb wel eens een sleutelhanger gefreesd') voegt een baksteen. Ze plaatst de steen op een bed van grijze mortel en beklopt hem met vlakke hand als een brave hondenrug. 'Hoeveel moet je er nog?'vraagt ze de student.
Hij bestudeert het bouwplan. 'Negenhonderd. Vanmiddag klaar.'
Nijs: 'Succes ermee joh.'
Overal in het complex verrichten onverschillige jongens in de moorddadige leeftijd handelingen die hen dichterbij het vakmanschap brengen. Kamerlid: 'Wat leuk, wat is dat voor een machine?'De VVD-ers bekijken de leerlingen met de blik van werkgever – ze kijken naar personeel in opleiding.
Op een grasveld buiten bouwen een paar jongens aan de fundering van een huis. Nijs huivert. 'Waarom doen ze dat buiten?'
De directeur: 'Dan leren ze hoe ze moeten werken bij lichte vorst.'
Nijs: 'Natuurlijk, ja.'
Volgende halte, een cursus brandblussen. Clemens Cornielje, kamerlid en nummer 13 op de lijst, ziet toe hoe de vlammen uit een metalen bak slaan. Cornielje ('ik heb twee linkerhanden') zegt tegen niemand in het bijzonder: ‘Ik ben woordvoerder veiligheid in de Kamer, dit brandje valt onder mij.'
Het gezelschap pauzeert in een lokaal, Nijs zit aan het hoofd. Ze stelt vragen aan het bestuur van de school, dat bestaat uit aannemers en directeuren van bouwbedrijven die het instituut volledig sponsoren. De zachte g die tussen haar vragen zweeft wordt geneutraliseerd door haar gebiedende blik. Ze zou het er goed afbrengen als voorzitter van een parlementaire enquêtecommissie. Iets met bouwfraude, ik noem maar wat.

Tommy Wieringa, Spits!, 16-1-2003
terug naar boven


RECHTERHAND (15-1-2003)

AMSTERDAM – De rechterhand van Emile Ratelband, dat ben ik. Hoe ik het werd is niet eenvoudig uit te leggen, daarvoor is het te bizar. Om te beginnen tref ik Ratelband en zijn entourage dinsdagmiddag in Amsterdam Osdorp, waar ze al ruim een uur staan te kankeren voor de deur van een Turkse welzijnsinstelling. Op uitnodiging van lijsttrekker Ranesh Dhalganjansing van de Verenigde Integratie Partij (VIP) zou een gesprek plaatsvinden met twee Turkse imams. Helaas, Dhalganjansing heeft verzuimd imams uit te nodigen en verschanst zich nu in het gebouw. Naast lijstrekker is hij advocaat van Tara Singh Varma.
Illusionisten onder elkaar.
Ratelband wacht niet langer, hij gaat het gebouw binnen en treft in de koffiekamer zes Turkse mannen. Ze staan op en schudden hem en zijn bodyguards vriendelijk de hand. In de deuropening van de directiekamer verschijnt nu een man met het uiterlijk van een Indiase filmster – Ranesh Dhalganjansing. 'Jammer Emile, het is gewoon een beetje raar gelopen allemaal.'Hij is in gesprek met de directeur en noodt Ratelband binnen. De rest blijft buiten. Dan gebeurt het, Ratelband pakt míj bij de arm en trekt me mee de directiekamer in. Dhalganjansing houdt me tegen: 'Alleen u, meneer Ratelband.'
Ratelband: 'Deze man is mijn rechterhand, hij notuleert.'
Zo word je het dus, rechterhand. Als verslaggever in vermomming omdat Ratelband hard pers nodig heeft dezer dagen, en ik een verhaal.
Aanwezigen: de lijsttrekkers van de VIP en Lijst Ratelband.nl, directeur Haci Karacaer en ik, rechterhand en notulist van het kleinste lijsttrekkersdebat van de campagne. De verwarrendste ook.
Hoofdthema: Dhalganjansing is gek.
Hij heeft een bijeenkomst beloofd die er niet is. Ratelband beheerst zijn woede nauwelijks. 'Meneer Jansen hier lokt ons onder valse voorwendselen naar Amsterdam, laat ons een uur voor lul buiten staan en verziekt mijn dag.' Hij strijkt geagiteerd door zijn haar waar op het voorhoofd een stukje mist omdat hij vorige week is aangevallen door een politiek tegenstander met een mes. Tegen Dhalganjansing: 'Je bewijst de 1.6 miljoen immigranten die je zegt te vertegenwoordigen een hele slechte dienst. Een schande voor je bloedgroep, jij.'
Dhalganjansing, even flamboyant bepakt als zijn opponent en met een glimlach van gehard staal, neemt niet de moeite te liegen over zijn valse beloftes, en probeert op de valreep zelfs nog een debatje uit te lokken over de goede verhoudingen van immigranten onderling. 'Op de markt zijn Surinamers, Marokkanen en Turken de beste vrienden.'
Directeur Karacaer, zwijgzaam tot nu toe, schudt het hoofd: 'Ze negeren elkaar, dat is iets anders.'
Einde debat, Advocaat-Lijsttrekker Mr. Drs. R. Dhalganjansing poetst de plaat, de glimlach is niet van zijn onmatig aantrekkelijke gezicht geweest.
Haci Karacaer besluit de bijeenkomst met een berustend schouderophalen. 'Typisch allochtoons, zoals dit weer gaat.'

Tommy Wieringa, Spits!, 15-1-2003
terug naar boven


LEIDER (14-1-2003)

ENSCHEDE – Toen de PvdA na de desastreuze verkiezingen van vorig jaar vermakelijke zelftuchtigingsbijeenkomsten hield, zag ik voor het eerst de handen van Ad Melkert. Dunne vingers, spits toelopend, geen vuist mee te maken. De man zelf was nog maar een stippellijn rond een leegte die eerder was gevuld met macht.

De handen van Wouter Bos zijn groter, groot genoeg om een mobiele telefoon in te laten verdwijnen. In een verre hoek van de parkeerplaats van dagblad Tubantia staat hij te bellen. Zo meteen is er een gesprek met een lezerspanel, hij heeft nog even. De oude textielstad krimpt zachtjes onder muisgrijze miezer, de Mercedes wacht met koplampen aan. De jonge keizer loopt uitgelicht tegen een bakstenen fabrieksmuur heen en weer, de linkerhand in de broekzak, het hoofd gebogen wanneer hij luistert en rechtop wanneer hij praat. Zijn colbert wappert in de wind, hij draagt geen overjas.

Het is eenzaam daar.

Eerder vandaag was Bos op de Enschedese hogeschool waar hij een zaal studenten toesprak over onderwijs. Hij bleek beter in het debat dan in de institutionele verhandeling. Hij verliest zijn glans wanneer hij voorleest van papier. Bovendien lijkt hij moe, zijn wapenrusting is dof.

De Japanse krijgsheer Sun Tzu zegt: 'Als de oorlog te lang duurt, ook al ben je aan de winnende hand, zullen je krachten uitgeput raken en je stootkracht afnemen. Als je krachten uitgeput raken, je stootkracht vermindert en je voorraden opraken, zullen anderen profiteren van jouw zwakte en in het geweer komen.'

Dit is de dag, Bos zijn tegenstanders zijn in het geweer gekomen en hebben de campagne teruggebracht tot die ene vraag. Een journalist van Business News Radio durft de vraag nauwelijks te stellen, in zijn hals siddert een ader als een stervende paling en het vragenpapier rilt in zijn hand, maar hij doet het toch: wie wordt de premierskandidaat voor de Partij van de Arbeid?

Bos, man van vele antwoorden, zal de rest van de dag worden geconfronteerd met de enige vraag waarop hij geen antwoord heeft. De gunstige peilingen zijn opeens een last, hij is in het nadeel.

De leider moet een leider aanwijzen.

Het aanwijzen van een opvolger is een zaak van leiders aan het eind van hun cyclus, niet van een man die juist in de glorie van zijn macht verkeert.

Tommy Wieringa, Spits!, 14-1-2003

terug naar boven
Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online.