Jane Leusink 

      laatste update 22 april 2004


     Previous Home Next

biografie gedichten: contact
  Tot zover, 2003  
  Ostrea gigas, 2004  
  God tijd, 2004  


BIOGRAFIE

Jane Y. Leusink, werd op 6 mei 1949, die beloftevolle voorjaarsdag met zon en al een beetje zoel, geboren te Velp. Ze woont in het Groningse Winsum en is dichter, kookboekenschrijver, neerlandicus en restauranthouder. Ook studeerde ze enkele jaren kunstgeschiedenis. Leusink was werkzaam in het onderwijs tot 1994, waarna ze het taaladviesbureau 'Taal & Tekst' oprichtte.






Jane Leusink
© Harry Cock, 2004
 

Haar bundel Mos en gladde paadjes (Mozaïek, 2003) werd bekroond met de C. Buddingh'-prijs 2003

Gedichten van haar hand verschijnen vooral in het het literaire tijdschrift 'Liter'. Ook publiceerde ze poëzie in o.a. de 'Poëziekrant', 'Noachs Kat', 'Rottend Staal Online' en in de bloemlezingen De dagen hangen in mijn ogen (Concept, 2001), Hier lonkt een spiegel (Bureau Interim!, 2001) en natuurlijk in Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten (Bert Bakker, 2004).

Haar kookboek Koken op het Hogeland (Taal & Tekst, 1999) ontving in 1999 een prijs in het kader van de Best Verzorgde Boeken.

In 2004 werd ze voor het boek Groninger Kampioenen (Uitgeverij de Marne, Leens) geportretteerd door topfotograaf Harry Cock. Die foto valt op deze pagina te bekijken (138 Kb).

Zie www.google.com voor meer over Jane Leusink.

 

TOT ZOVER

Je kunt het niet verder bevragen, het zijn die rood
en groen gebloemde lichamen vol sussende woorden,
het zijn die vrouwen in hun keukens vol warm brood.

Ze hebben dikke bovenarmen
kuiltjes in hun ellebogen
harde, rode handen

snoep en grote borsten voor het moegespeelde kind.
Hoeken zijn het waar je uit kunt rusten.
Om hen heen hangen mos en gladde paadjes

en de geur van zwartebessenstruiken.
Onder hun voeten kraakt oud hout.
Hoedsters zijn het van intense pijn eigenlijk liefde

waar de ziel in nood naartoe reist
opdat de hang niet over je ogen groeit
en het grote troosten kan beginnen.

© Jane Leusink, 2003
uit: Mos en gladde paadjes (Mozaïek, Zoetermeer, 2003)

terug naar boven


OSTREA GIGAS

Van rechts zwommen veertig vissen deze
monden binnen, hunkerende kelen
even zoveel maal betast, gorgelden gulzig

als afvoerputjes doen. Loom de lichamen
in een crème van saffraan, dobberende
plekken in de zomer. Vergeten het visbestek.

Amuse-gueule. Wij wentelden om, in bouillon
van grijze garnalen maakten wij er honderd
tachtig graden van, spoelden aan.

Onze zinnen begonnen te brabbelen, wij wisten
ons boven, noch onder of van opzij, boter
zacht de canapé en peterselie

rondom zogen wij met kleine geluidjes,
slikten van achter hoge ruggen tot
wij niet meer konden. Herkauwden het dierbare,

hielden onze platte buiken vast.
Entrée. Een schim beproeft zijn rijk,
ik de snoekbaars die door appelketchup

lauw de cantharel passeert, gestoofd
het lichaam, en mij meevoert met zijn broed.
Ik proef natuurlijk jou., weersta mij niet

als ik je toebereid, je omsla, aantrek.
Kleine garnaal, lispelde jij, dit gaat
niet gaan, je wordt te glad, ik kook je, pel

je uit, deze rouw siert ons niet.
Pièce. Wij werden gerookt in lucht,
in as gegaard, in aarde bewaard.

In dagen van het zilte oesterwater
schroeiden onze rauwe monden aan

elkaar. Thans roep ik u aan. Tien oesters
slechts. Visser, laat mij gaan.


© Jane Leusink, 2004 GOD TIJD

Ergens moet je zijn, God, het oog
van de storm waar het rustig is, geen plastic look,
ze zeggen dat ik als een zombie dat jij die vleugels
van mijn woorden stal, je zag in mij misschien
verloren tijd of slechts een Volvo (480!) total loss gereden,
een open achterklep de sleutel er nog in., dwars door
de nacht, daar had je niet op zitten wachten
schat ik zo en op die sportcoupé van Jaguar (XJS V12 British Green!)
al evenmin (de accu trok in een klap leeg).

Je schudt je godenhoofd,
de wereld beeft.

De nacht verkleurt naar donkerblauw,
ik denk: bereid je voor op deze kus,

is het voorbij en deed je niets.

God is ontsnapt, dacht ik, tijd is voor en achter
tijd en alles wat daaraan ontkomt, is huge. Daar moet ik zijn,
daar zindertrilt, daar ritselt het, geen tijd, daar moet ik tussen zijn,

en waar jij onder, ik slechts boven was.


© Jane Leusink, 2004

CONTACT

Jane Leusink: jyleusink@planet.nl

Uitgeverij Mozaïek

www.boekencentrum.nl
Peter van Dijk
Acquirerend redacteur
vandijk@boekencentrum.nl
Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer
Goudstraat 50, 2718 RC
tel +31 (0) 79 363 31 69 (rechtstreeks)
fax +31 (0) 79 361 54 89

Boekingen
SSS
Stichting Schrijvers School Samenleving
Huddestraat 7
1018 HB  Amsterdam
telefoon: 020-623.49.23

terug naar boven


Deze pagina maakt deel uit het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Jane Leusink / Rottend Staal Online 2004. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.