Lucas Hüsgen

      laatste update 1 februari 2005


     Previous Home Next

biografie gedichten: contact
  Gedicht met aken, 2000  
  Langzaam begrip dat zich de Zwerver noemt, 2004  
  Tot bestuur verbonden, 2003  


BIOGRAFIE

Lucas Hüsgen werd op 1 september 1960 te Weert geboren. De appelaars en perelaars in de boomgaard van de buurvrouw namen die avond rust na vermoeienissen onder de zon. Een huisje verder zegenden ook de tuinkabouters de invallende duisternis: zij stonden temidden van grote witte kiezels, en grote witte kiezels in de zon weten met de zweetklieren van tuinkabouters wel raad.

Lucas Hüsgen publiceerde over een mus in Okki, bracht enige jaren door in Eindhovense dreven, besteedde wat tijd aan filosofie-faculteiten. Dat wil natuurlijk zeggen: hij kreeg het daar niet voor elkaar om af te studeren. Waren daar zijn contacten met de Bostonse mafia debet aan? Je zou het zeggen: in 1992 verscheen een boek met proza, hoe moet je het noemen, Zeehond in wormgat. Een requiem voor één stem. Na deze mafiose onderneming volgde het lange gedicht Nevels orgel, genomineerd voor de C. Buddingh'-Prijs 1994. Over het bijbehorende optreden op Poetry International oordeelde Anneke Brassinga in NRC-Handelsblad dat hij een cd-opname verdiende. De dichtbundels Verpoosd in schaduw en STOA volgden. In dat laatste werk, uit 1997, treffen we overigens buurvrouws boomgaard weer. Zij speelt echter geen rol in de korte roman Het meisje in blauwe zijde en de essaybundel Nee, maar het gebeurt.

In januari 2005 verscheen zijn bundel Deze rouwmoedige schoonheid

Ook heeft Hüsgen zich inmiddels gewijd aan het vertalen van Koreaanse dichters. Hij publiceerde onder meer in De Revisor, Tirade, Parmentier, Dietsche Warande & Belfort en Yang.

De contacten met de Bostonse mafia behoren vermoedelijk tot het verleden. Men vindt ze in ieder geval niet vermeld op zijn website: www.lucashusgen.net.

Raadpleeg ook www.google.com voor nog meer meer over Lucas Hüsgen.

GEDICHT MET AKEN

Varen maar eens verder op de aak. Namen
hoed mee. Varen, stilletjes.

Naar een aktetas, met hoed mee. Lieten, laten,
reiger van Mantovani kleppen. Gaven aan ons groenvoer,
geven, een gerede kans op de machtige besluiteloosheid.
Lam en pet, bestuur heeft hersenen tot buit.

Zo varen zij op aak. Varen op aak. Voeren. Snikken
zij, zij snikken vaker misschien nog
dan vorig jaar. Snikten. Zij toverden een hoed
tot pruik om, zij voeren
op de aak. Varen.

Laten Mantovani
dromen van de reizigers, en de reigers. Boeren,
hoe hun groenvoer ritselt
tussen de Buik en Dick, de brabbelzieke oudomen.

Zij varen langs de aken. Zij kegelen
de brandmeldingen de kamertjes binnen. In dat geval

bestudeert hij, die niet grotesk wil heten.
De gevoelens van de Trommelaar, onwaardig is hij
als een IJmuider ridder die onbekend
voor alle dames tussen reigers en reizigers
de hevelbomen heeft lamgelegd.

Bij het varen veralgt hij tot overschot.
Hij doet de Pruikentijd eer aan. Hij
propt de aak met de pruiken vol. Lamentabele
besluiteloosheid! Wat

moet hij met een pruik, wat
moet hij op een aak, wat moet hij met die Mantovani?


© Lucas Hüsgen, 2004

LANGZAAM BEGRIP DAT ZICH DE ZWERVER NOEMT

Wordt naar achterstevoren eerste versprongen,
begint verslingerde die naar buiten werd bewogen, derwaarts

te wijzen. Was verder mare het voorschot op zijn lumineuze,
was verte daarbij hetzelfde, kan men verder blijven gaan met
zinken, spreken wil ik van vloeiender licht, horen wij het klinken.

Waagt zich het poeder, zij het in de doodsverwachting
uit het lood. Daarbij mag men
springen als was men alles wat men was. Moet men

aanweziger blijven, als was men ook het aangezicht. Voortvloeiende,
langzaam begrip dat zich de Zwerver noemt, heeft dagelijks
tot vorm van de hitte gemaand. Omwille van de bijbehorende

trillingen, ruimte die daarin zich schikt. Voort,
probeer tot aan de weg, bedoel, wel, wel:
tot aan bemiddeling: totdat je in mij openspringt, zegt vrouw

tegen zichzelf, als iedere week weer
nieuwe geest zich voorbij promoveert. Bezeten

zijn wij daarom nog steeds niet. Welk een tegenslag
schetst de Zwerver aan de Middagzon, en geeft daarbij
bevestigend antwoord. Alruine lekke uit over randen, pas

geboren, lekker ding - maant hitte die de ruimte schikt.


© Lucas Hüsgen, 2004

TOT BESTUUR VERBONDEN

(regulatief het verleden der verten)

- bij de verre kruidenier, drikusman,
houden de habitué's toch nog moed,
al zijn zij bij vertragende bergen,
en brengen wij onbestembaar
hen het opperste - kop op, verste;
ongebroken onafgebroken onthutsen ze
en verleggen zich tot paden. Voorbij
de zijden baldakijnen, die balsturig
knekels hebben doorrammeld, in
motorboot geborgen, drijven zij
stom onder zelfde verte over. Almaar
gingen zij zichtbaar nabij (kraakziek)
aan de mastieken resten van oevers,
gingen voorbij, als zochten zij
een meisje aan de Melkweg, nabij
gestaltedriften van hun ondergang -

© Lucas Hüsgen, 2005
(eerder verschenen in Deze rouwmoedige schoonheid, 2005)

CONTACT
Lucas Hüsgen: lhusgen@kirogi.demon.nl

BOEKINGEN

SSS
Stichting Schrijvers School Samenleving
Huddestraat 7
1018 HB  Amsterdam
telefoon: 020-623.49.23

UITGEVERIJ
E.M. Querido's Uitgeverij
Singel 262
1016 AC  Amsterdam
tel: 020-551.12.62
fax: 020-639.19.68

 

Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Lucas Hüsgen/Rottend Staal Online 2004-2005. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.