Groninger dichters: Johan Theunisz

naar beginpagina                                 naar overzicht Groninger dichters

 

Johan Theunisz

Dr. Johan Theunisz (Stadskanaal, 7-9-1900/1979) was dichter, prozaïst, essayist en geschiedenisleraar. Hij promoveerde in 1927 in de wijsbegeerte en letteren, werkte mee aan bladen als 'Het Getij' (1922), 'De Vrije Bladen' (1925) en 'Elsevier's' en was in 1934 leraar aan het Gymnasium Celeanum te Zwolle. Eind jaren dertig moet hij zich meer en meer in het nationaal-socialistische vaarwater zijn gaan begeven, getuigen zijn bundel Wikingstorm, die verscheen bij de nazi-uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer in 1943 en zijn oorlogszuchtige verzen in de foutste bloemlezing die in de twintigste eeuw in dit land verscheen: Gelaat der dichters (1944).
Na de oorlog verscheen er nog een gedicht van hem in de bloemlezing De dichter bidt (1961), waarbij opgemerkt moet worden dat deze anthologie vol religieuze verzen werd samengesteld door de dichter Willem Enzinck, het pseudoniem van A.J.H.A. Wensink (1920/ ? ), die in de oorlogsjaren onder het pseudoniem George de Sévooy nazi-verzen publiceerde.
Met onze Doctor is het trouwens niet al te best afgelopen: Johan van Delden meende zich in de zomer van 2000 te herinneren dat Johan Theunisz zelfmoord pleegde door zichzelf, zijn vrouw en zijn huis in de brand te steken.

Zie ook www.google.com voor meer over Johan Theunisz
 
Dichtbundels:
Het klare Dagen, De Gulden Ster, Amsterdam, 1923
Op een punt van muziek (dansessays en verzen), 1925
Cyclus. Verzen, 1927
Wikingstorm. Een gedicht, De Amsterdamsche Keurkamer, Amsterdam, 1943
 
En in de bloemlezingen:
Nieuwe geluiden, Van Loghum Slaterus en Visser, Arnhem, 1924
Nieuwe geluiden, Van Loghum Slaterus en Visser, Arnhem, 1925 (2e vermeerderde druk)
Erts Almanak 1926, S.L. Van Looy, Amsterdam, 1926
Nieuwe geluiden, Van Loghum Slaterus en Visser, Arnhem, 1927 (3e vermeerderde druk)
Erts, S.L. van Looy, Amsterdam, 1927
Groningsche dichters, De Vrije Bladen, [De Spieghel], [Amsterdam], 1934
Nieuwste dichtkunst, Bigot en Van Rossum, Amsterdam, [1934]
Jonge most, Van Dishoeck, Bussum, [1936]
Moderne Nederlandsche religieuze lyriek, De Tijdstroom, Lochem, 1938;
Moderne Nederlandsche religieuze lyriek, De Tijdstroom, Lochem, [19422]
Gelaat der dichters, De Amsterdamsche Keurkamer, Amsterdam, 1944
De dichter bidt, Kok, Kampen, 1961
 


 

bron: Bart FM Droog, november 2000

terug naar boven