
foto uit privé collectie auteur |
De in 1935 te Groningen-Stad geboren Kees van der Hoef behoort tot een van
de tien populairste Groningers uit de twintigste eeuw, volgens een eind
vorig jaar gehouden opinieonderzoek door de Groninger Gezinsbode - de best
gelezen krant in Groningen-Stad. |
Van der Hoef kan gerust 'Dichter der Stad'
genoemd worden: al meer dan dertig jaar publiceert hij gedichten,
verhalenbundels en historische fotoboeken, waarin Groningen steevast een
centrale rol speelt. Ook organiseert hij literaire avonden en stelt hij met
zekere regelmaat bloemlezingen samen uit het werk van andere Groninger
dichters (de recentste was
Dichter bij de stad, 1997). Momenteel
werkt hij aan zijn autobiografische roman
Op blote voeten door de hel.
Ongetwijfeld zal hij daarin verslag doen van zijn eerste contacten met
Groninger auteurs, als kind in de oorlogsjaren, in het café van zijn
ouders. Dit heette Chez Antoine en was de ontmoetingsplaats van schrijvers
die toen in Groningen verbleven. Zijn vader, Anton van der Hoef (1900-1946)
zat in de oorlog opgesloten in het concentratiekamp Amersfoort. Zijn
herinneringen aan die tijd verwerkte hij in een gedichtenbundel met de titel
Mijn Kamp, waarvan Kees van der Hoef in 1979 een tweede uitgave
verzorgde.
Op 3 januari 2008 ontving Kees van der Hoef de eerste Kees van der Hoef-prijs uit handen van de Groninger wethouder van cultuur voor zijn verdiensten voor de literatuur in Groningen, voor zijn rol als aanjager van nieuw talent en z'n complete oeuvre.
Over die prijs valt meer te lezen op het Trouw-blog van
Coen Peppelenbos en het Volkskrantblog van
Bart FM Droog.