De afterparty

naar beginpagina                                 

 

Na het zingen van het Gronings Volkslied brak de afterparty uit: eerst in huis de Beurs, later voortgezet in Café Marleen. De twee muzikanten van Peter Holvoet-Hanssen speelden tot diep in de nacht terwijl de dichters zich laafden aan wit bier, wijn en overige alcoholica. Gelukkig was er één die nuchter bleef en zodoende kon berichtten wat er zoal geschiedde. Het woord is aan Hannie Rouweler: 
'Onderstaand wil ik enkele uitspraken van Gerrit Komrij, met wie wij allen heerlijke uurtjes hebben doorgebracht, vaststellen. Die opmerkingen zijn genoteerd door mij, met toestemming van de Dichter des Vaderland (ik las zijn citaten nog eens hardop voor aan hem), waarvan Anton Scheepstra en Arthur la Fèber getuige waren, en dat moet even vastgelegd worden. Laten we zeggen: voor een tijdelijke eeuwigheid.
De eerste opmerking heeft betrekking op wat een dichter eens schreef, over het 'hoge Goorse gehalte in de Nederlandse poëzie', omdat vier dichters (o.a. Kopland) in Goor geboren zijn (Rutger Kopland, Hannie Rouweler, Tommy Wieringa, Marc Reugebrink):
Zonder Goor was ons veel ellende bespaard gebleven.'
(Gerrit Komrij, Café Marleen, 03.30 uur, 26-1-2001)
'Als je niets kunt ga je hengelen of vissen'. (Gerrit Komrij, Café Marleen, 04.15 uur, 26-1-2001)

© foto: Henk Veenstra, 2001
'Wallage bepleit een strengere aanpak van de gekke dichters. "Het kan niet zo zijn dat ze hun geraaskal ongestraft kunnen blijven voortzetten. Als het aan mij ligt, worden ze zonder pardon afgeschoten in een raket, richting maan"'.' (Remco Campert, De Volkskrant, 25-1-2001)
Twee van de vijf organisatoren van de PoëzieMarathon 2001 bij de afterparty in Café Marleen. Dit zijn die uit Epibreren. 







 

© Stichting Poëziemarathon Groningen,  2001

terug naar boven